Esther de Lange
22 januari 2018

Marktplein versus social media

Ons dagelijks leven vindt steeds meer in de digitale wereld plaats. Niet alleen onze economie wordt digitaler, ook onze meningsvorming gaat steeds minder via de traditionele media en televisie. Minder op het marktplein en in het dorpscafé en meer via apps, Google en Facebook. 

Aan de ene kant maakt dat het leven makkelijk en biedt het economische kansen, zeker voor een provincie als Utrecht met een sterke diensteneconomie. Maar het maakt ons ook kwetsbaar. Die schattige babypop die kan “leren praten” is eigenlijk een opnameapparaat dat permanent aanstaat en, indien gehackt, meeluistert. En wat als de informatie van die handige gezondheidsapp in de handen van je verzekeraar valt? Of wat te denken van de hele of halve onwaarheden die via Twitter en andere platforms de wereld in gestuurd worden?

Het gezegde “al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel” lijkt niet altijd meer op te gaan. Zo beweerde de pro-Brexitcampagne dat het Verenigd Koninkrijk € 350 miljoen extra per week kon uitgeven aan de zorg indien men de contributie aan de EU niet meer hoefde te betalen. Hoe grondig de kwaliteitskranten ook schreven dat daar niets van klopte, de boodschap was inmiddels via social media al overal. Ook regimes die belang hebben bij instabiliteit in de Europese Unie maken hier dankbaar gebruik van. Daarvan getuigt ook de “trolfabriek” in Sint-Petersburg, waar mensen als taak hadden desinformatie te verspreiden.

Kern van het probleem is dat onze wetgeving en ons onderwijs nog gebaseerd zijn op de technologie van de vorige eeuw, terwijl onze wereld er inmiddels heel anders uitziet. En de grote, vaak Amerikaanse techbedrijven, werpen de verantwoordelijkheid meestal ver van zich af. Zij zijn toch slechts het doorgeefluik, stellen ze dan. 

Vroeger keek je voor informatie naar het journaal of kocht je een krant. De ene was wat linkser, de andere liberaal, maar er werkten journalisten die hun bronnen checkten en hoor- en wederhoor toepasten. 

Wie ziet er nu door de bomen het bos nog op social media? Hoe zie je of een tweet juiste informatie verschaft of bewust wil misleiden? Zit er een mens achter of een machine? Met die vragen worstelen we allemaal. En helemaal als het om onze kinderen gaat. Hebben zij de juiste vaardigheden om echt van nep en feit van fictie te onderscheiden? 

Die vaardigheden zijn hard nodig. Ook om onze democratie te laten functioneren. Het mogelijk maken van die vaardigheden vraagt om inzet van ouders en leraren, de betroffen bedrijven en waar nodig de overheid. Als het om ons onderwijs gaat hoort dat debat in Nederland thuis, maar om de grote techreuzen aan te pakken en om veilige producten op de markt te brengen zul je Europees een vuist moeten maken. Het is hoog tijd. 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.