Statenvoorstel Beleid opvolging MKB-(familie)bedrijven
Bij de Statenvergadering op woensdag 22 september stond onder meer het Statenvoorstel beleid opvolging MKB (familie)bedrijven op de agenda. Statenlid Marlies Welschen heeft hierbij aandacht gevraagd voor het behoud van het kleinere MKB (familie)bedrijf in onze provincie, in navolging van het CDA-initiatiefvoorstel. Het Statenvoorstel is aangenomen.
Lees hieronder haar hele inbreng.
Het CDA was in 2018 van mening dat te veel aandacht van de provincie Utrecht uitging naar multinationals en dat de rol van het MKB en in het bijzonder familiebedrijven werd onderschat. Als CDA Statenlid en ondernemer vroeg Derk Boswijk hier dan ook doorlopende aandacht voor, met een initiatiefvoorstel als resultaat.
Zo'n zeven op de tien Nederlandse bedrijven zijn namelijk familiebedrijven, variërend van grote ondernemingen als Heineken tot de bakker op de hoek, al zijn de meeste in het MKB. Opgeteld hebben zij zo'n 2,2 miljoen werknemers in dienst.
Deze bedrijven zetten vaak in op een duurzame bedrijfsvoering in plaats van winstmaximalisatie of “kil” aandeelhouderschap. Als kind mocht ik dat in ons gezin en familie van dichtbij meemaken.
Familiebedrijven hebben een grote meerwaarde voor de Nederlandse economie, werkgelegenheid én samenleving. Zo zijn familiebedrijven op lokaal niveau de ruggengraat voor de werkgelegenheid en de leefbaarheid in onze steden en dorpen. Ze dragen bij aan de gemeenschap. Denk bijvoorbeeld ook aan het verenigingsleven: vaak zijn het juist de familiebedrijven en het lokale MKB die betrokken zijn bij het mogelijk maken van sport- en buurtactiviteiten. Onmisbaar.
En het is juist dat kleinere MKB (familie)bedrijf waar het voorstel dat vandaag voorligt zich op richt. Op het behoud van die bedrijven voor onze provincie. Gedeputeerde Strijk liet zijn enthousiasme al blijken tijdens de commissievergadering. Het CDA heeft het goed aangevoeld in 2018: de vraag uit de samenleving naar provinciebeleid op dit terrein is groot.