Keuzes maken en ruimte geven aan ondernemerschap om Utrechtse boeren een goede toekomst te geven
De boodschap van Utrechtse melkveehouders in de Lopikerwaard is helder. Bij het werkbezoek van CDA-leider Henri Bontenbal en de Utrechtse gedeputeerde Mirjam Sterk schetsen zij wat Rijk en provincie moeten doen om hen voor de Utrechtse veenweiden te behouden. Henri en Mirjam gingen in gesprek met hen over oplossingen voor de mestcrisis en de toekomst van boerenfamiliebedrijven in het Groene Hart. De toon was optimistisch: ‘als je ruimte geeft voor ondernemerschap en dat ondersteunt kunnen boeren de transitie meemaken’.
‘Ruimte geven aan een boerenondernemer, passend bij de omgeving, daar gaat het om’, aldus Ramona Schalkwijk van boerderij Bloemenweidemelk. Deze melkveehouderij is al meer dan 80 jaar een familiebedrijf in Montfoort. Ramona vormt het bedrijf om van een klassiek boerenbedrijf naar een bedrijf waar de activiteiten in balans zijn met de natuur. Een duidelijke keuze. Minder koeien, eigen energievoorziening, kruidenrijk grasland en de aanplant van vele walnootbomen en bessenstruiken veranderen het bedrijf. Ramona vertelt haar bezoekers enthousiast over de verandering: “Ik zoek er steeds samenwerkingspartners bij. Van de inwoners van de naburige woonwijk in Montfoort die over mijn weilanden uitkijken tot de initiatiefnemers van Broodje Utrecht die met onze brie de broodjes beleggen”.
De schouders eronder
Die bezoekers zijn CDA Tweede Kamerleden Henri Bontenbal en Derk Boswijk, gedeputeerde Mirjam Sterk en lokale CDA’ers uit Montfoort, Oudewater en Lopik. Zij luisteren geïnteresseerd naar het betoog van Ramona en de andere agrariërs die op haar uitnodiging deelnemen aan het gesprek. Zij vragen aandacht voor een goede onkostenvergoeding om natuurbeheer ook onderdeel te maken van het verdienmodel van een boer. Ook komt de mestcrisis aan de orde en hoe dit boeren onder enorm druk zet. Iedere boer vertelt hoe hij of zij zelf onderneemt richting de toekomst, met daarin eigen waarden en afwegingen van het ondernemerschap.
De Utrechtse gedeputeerde Mirjam Sterk, met landbouw én natuur in haar portefeuille, vult het verhaal van de boeren aan: “Het is frustrerend dat in Den Haag grote delen van het geld en het beleid zijn geschrapt, zonder dat er wat voor in de plaats is gekomen. Hier in Utrecht en het Groene Hart werken wij, samen met alle partners in het gebied gewoon stug door. Als je er samen de schouders onder zet, kun je resultaat boeken voor een toekomst van boer én natuur”.
Visie voor de toekomst nodig
Dit alles ontvangt CDA-leider Henri Bontenbal enthousiast en geïnteresseerd. Hij vertelt dat hij de laatste weken diverse provincies bezocht en vrijwel overal worden de vraagstukken van de agrarische sector naar voren gebracht. Hoewel de aandacht hiervoor in Den Haag wat verdreven lijkt door het debat over migratie en over Den Haag zelf, zit het CDA hier bovenop met landbouwwoordvoerder en boerin Eline Vedder. De zorg van Bontenbal is dat het kabinet de problemen vooral politiek probeert te parkeren in plaats van nu knopen door te hakken. Terwijl dat wel moet, want dat geeft de broodnodige zekerheid voor boeren. Bontenbal: “Als CDA weten we wat het is om met dit vraagstuk in de maag te zitten. Het beste wat je kunt doen is lef tonen en duidelijke keuzes voorstellen die zich niet alleen richten op de korte termijn, maar verder kijken dan de politieke waan van de dag. De mestcrisis wordt niet opgelost met wegkijken. Een goede toekomst voor de boer komt er alleen als het kabinet nu visie toont en plannen maakt voor de komende tien jaar. Dan kan Europa ons ook weer tegemoetkomen”.