Voorzitter,
In 2012, 10 jaar geleden, stapte ik in een vliegtuig op weg naar Afghanistan voor een uitzending van ruim 7 maanden. Het was daar soms best wel spannend. Voor velen was het de “ver-van-mijn-bed” show, mijn echtgenote kreeg te horen dat het zo sneu was dat ze zo lang alleen thuis moest zijn. Er waren weinig vluchtelingen, de benzineprijs ging niet omhoog en de kachel hoogdraaien kostte je geen vermogen. Het was de tijd van Rutte 1. Prins Friso werd gegrepen door een lawine en James Bond sprong met koningin Elizabeth uit een helikopter om de Olympische Spelen te openen. Ik zag het van een afstand en moest glimlachen om het leed van Ruud Gullit en Eva Jinek, die allebei gingen scheiden. Want je hebt leed en groot leed.
Sinds februari is in Oekraïne een oorlog gaande. Ik ben blij dat ik niet in de schoenen van de dappere Oekraïense soldaten sta. Want het gaat er keihard aan toe. Tienduizenden hebben het leven verloren, steden zijn in puin geschoten, mensenrechten zijn met voeten getreden. Op slechts 1700km van Nederland. En hoewel hier bij ons de kanonnen niet klinken, voelen we de effecten wel. Nog nooit waren de energieprijzen zo hoog en door de inflatie kunnen veel mensen hun boodschappen bijna niet meer betalen. Afghanistan was destijds een ver-van-mijn-bed-show, maar de oorlog in Oekraïne is akelig dichtbij.
De crises vliegen ons mede daardoor om de oren. Energiecrisis, inflatiecrisis, armoedecrisis, coronacrisis, woningbouwcrisis, stikstofcrisis, klimaatcrisis. We horen op de achtergrond de Bijbelse dromer Jozef ons waarschuwen voor de zeven magere jaren waarvan hij denkt dat ze er aankomen. Wat moeten we, wat kunnen we doen? Sparen? Geld oppotten? Of de helpende hand bieden aan mensen die dat het hardste nodig hebben zodat niemand tussen wal en schip valt; en onderdak geven en compassie tonen? Grote groepen mensen maken zich zorgen. Hoe logisch is de reactie om dan eerst aan jezelf te denken? De wereld om ons heen polariseert. Te vaak lijkt het “meer ik, minder wij”. Het is aan ons allemaal om te waken voor polarisatie. Het is niet normaal dat wat fout is, ineens goed gevonden wordt, dat normen en waarden vervagen.
Het is niet normaal dat mensen in de binnenstad wekelijks de poep en kots van horecabezoekers moeten opruimen, het is niet normaal dat kinderen hun leven verpesten door het gebruik van lachgas, het is niet normaal dat mensen in deze tijd vereenzamen en het is ook niet normaal als we mensen in deze crisistijd laten vallen. Zou dat niet andersom moeten zijn? Minder ik, en meer wij. De kracht van de samenleving, de kracht van samen. Dat is waar CDA Amersfoort voor staat, waar we ons hard voor willen maken. Zij-aan-zij de crises het hoofd bieden, met de middelen die ons ter beschikking staan, en een uitgestoken hand. Blijven omzien naar elkaar.
In de straat, in de wijk. In de buurthuizen en ontmoetingscentra, bij de sportverenigingen en op scholen. In het belang van Amersfoort en onze 160.000 inwoners. Met dank aan de honderden mantelzorgers en vrijwilligers, zonder wie onze samenleving stilvalt.
Ruim 100 dagen geleden werd het huidige college geïnstalleerd. CDA Amersfoort is blij dat het college voortvarend te werk is gegaan. Veel de stad in, met de mensen praten. Veel de regio in, met de partners contacten leggen, net als met de VNG en de andere leden van de G40. Precies zoals we dat in het coalitieakkoord hebben neergezet. De eerste begroting van dit college ziet er wat CDA Amersfoort betreft veelbelovend uit. We realiseren ons dat de ambities van dit college hoog zijn. Ik heb daar bij de presentatie van het “AKKOORD” al een opmerking over gemaakt. Zeker in de huidige tijd, moeten we alert blijven dat iedereen mee kan doen. Twee generaties vooruitdenken, betekent dat we zowel naar de lange termijn als de korte termijn moeten kijken.
Behalve oog hebben voor de klimaatcrisis of de energiecrisis, ook oog hebben voor onze inwoners, de ondernemingen die al generaties lang in handen van de familie zijn, voor de bakker en slager in het dorp en in de wijk, voor de jongeren die zo moeilijk aan een woning kunnen komen. Voor de dak- en thuislozen die ook in de winter een warme plek nodig hebben, en voor de vergrijzing die op ons afkomt.
CDA Amersfoort wil dat iedereen mee kan blijven doen. En we verwachten dat iedereen ook zijn eigen steentje bij draagt en zijn beste beentje voor zet. We willen bouwen aan een mooier Amersfoort, voor iedereen. Woningen, natuur- en wandelgebied, sport- en beweegvoorzieningen, een bruisend cultuuraanbod. Mooier, leefbaarder, gezonder, veiliger. Samen met de stad de krachten bundelen, “Wij, Amersfoort”.
Een stad waarin we het niet altijd met elkaar eens zijn, maar waarin we elkaar respecteren en steunen. En misschien moeten we af en toe de tanden op elkaar zetten, denkend aan de mensen die het zo veel slechter hebben dan wij. Toen ik destijds terugkwam uit Afghanistan realiseerde ik me vooral: hoe groot de problemen ook zijn in Nederland, ze staan in geen verhouding tot de problemen van een land in oorlog. In Nederland leven we niet met de angst dat iedere seconde van de dag ons huis kapotgeschoten kan worden. Natuurlijk, we hebben problemen, grote problemen, want te veel mensen staat het water aan de lippen, maar we hebben het ‘wij’ om ze op te lossen. CDA Amersfoort doet er alles aan om voor dat ‘wij’ het
vuur uit onze sloffen te lopen.
Jan de van der Schueren (Fractie voorzitter)