Op donderdag 3 oktober 2024 is het rapport ‘Aanhoudende onveiligheid tijdens het wachten op Veilig Thuis’ gepubliceerd door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. In dit rapport stelt de inspectie dat gezinnen en kinderen lang moeten wachten tot Veilig Thuis heeft beoordeeld of de thuissituatie weer veilig is. Het rapport baseert zich op onderzoek naar drie Veilig Thuis organisaties en uitvraag bij de overige 22.
Het lukt slechts vijf Veilig Thuis organisaties om ten minste 80% van de meldingen binnen de wettelijke termijn te beoordelen. Alleen in acute gevallen wordt een melding meteen opgepakt. Deze langere wachttijden leiden tot angst, onzekerheid, en stress bij gezinnen en kinderen waarbij zelfs meldingen van structurele mishandeling of verwaarlozing moeten wachten. (Zie verder: https://www.igj.nl/actueel/nieuws/2024/10/03/kinderen-gezinnen-en-huishoudens-in-onveiligheid-wachten-te-lang-op-veilig-thuis Zie verder: https://nos.nl/artikel/2539453-inspectie-bezorgd-slachtoffers-van-huiselijk-geweld- wachten-lang-op-hulp) Het CDA Amersfoort maakt zich ernstige zorgen over deze ontwikkelingen en wil graag antwoord van het college op onderstaande vragen.
Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:
1. Heeft het college meldingen ontvangen van Veilig Thuis dat de wachttijden in Amersfoort oplopen en dat meldingen pas later worden opgepakt, zelfs meldingen van geweld en verwaarlozing?
2. Kan het college een overzicht geven van het aantal meldingen bij Veilig Thuis in Amersfoort die nu niet behandeld kunnen worden binnen de wettelijke termijn?
3. In het rapport wordt aangegeven dat, vanwege de langere wachttijden, sommige meldingen niet binnenkomen bij Veilig Thuis. Heeft het college zicht op hoeveel meldingen dit betreft en wat kan gedaan worden om deze meldingen toch in beeld te krijgen?
4. Is het college van plan om actief in overleg te treden met Veilig Thuis, de regio en samenwerkingspartners om deze ontwikkelingen tegen te gaan en te voorkomen? Waarom wel/niet?
5. Als oorzaken van de langere wachttijden worden de volgende genoemd: structurele toename van de instroom, onvoldoende deskundigheid en beschikbaarheid lokale hulpverlening, en onvoldoende inzet van personeel. Welke maatregelen kan het college, samen met de regio en samenwerkingspartners, inzetten om deze oorzaken tegen te gaan?
6. Is het college bereid om een kwartaal-update te geven m.b.t. deze ontwikkelingen zodat de raad, indien nodig, kan bijsturen?
Hans-Dieter de Smit CDA