Goed omgaan met ons geld

Het CDA zet in op:

  • Een sluitende meerjarenbegroting, waarbij niet standaard gebruik wordt gemaakt van de reserves;
  • Lage woonlasten voor de inwoners (OZB, afvalheffing en rioolheffing);
  • Het inzetten van gemeentelijk vastgoed voor maatschappelijke doelstellingen;
  • Een efficiënte en doelmatige gemeentelijke organisatie met goede dienstverlening voor inwoners en ondernemers;
  • Het starten van een proef naar een extra avond- of zaterdagopenstelling van het gemeentehuis;
  • Een snelle en adequate afhandeling van dossiers;
  • Duidelijke doelen en afspraken over samenwerking en afstemming bij subsidieverlening.

Het CDA vindt dat de gemeente een klantgerichte organisatie moet zijn, met een compacte, sobere, efficiënte en doelmatige bedrijfsvoering. We vinden het belangrijk dat ambtenaren regelmatig zelf de gemeente in gaan om situaties te bekijken en beoordelen. Het gemeentehuis blijft op de huidige locatie en wordt multifunctioneel gebruikt door de functies van bibliotheek, servicepunt en Tympaan/de Baat toe te voegen. De gemeente streeft naar zoveel mogelijk vast personeel.

We vinden dat de gemeentelijke uitgaven in verhouding moeten staan tot de beoogde maatschappelijke resultaten. Dat betekent dat de gemeente alleen geld uitgeeft op basis van heldere doelen. Verder moeten er, vaker dan nu, afspraken worden gemaakt worden voor samenwerking en afstemming. Wij zetten in op een sluitende meerjarenbegroting, waarbij de gemeente niet standaard gebruik maakt van de reserves om de begroting op orde te houden. Verder vinden we dat vrijkomend gemeentelijk vastgoed dient te worden ingezet voor maatschappelijke doeleinden.

De woonlasten (OZB, afval, riool) in De Ronde Venen behoorden in 2021 tot één van de laagste in de provincie. Het CDA streeft er actief naar om deze lasten laag te houden, zonder aantasting van het voorzieningenniveau.

Het CDA wil een open en uitnodigende gemeente zijn. Inwoners moeten er gemakkelijk terecht kunnen met vragen en opmerkingen. De gemeente moet plannen en ideeën in een vroeg stadium met inwoners delen, in de juiste communicatiemix en in begrijpelijke taal. Juiste voorlichting, goede bereikbaarheid en snelle, vakkundige terugkoppeling zijn daarbij vanzelfsprekend. Om duidelijk te maken hoe de gemeente werkt, wil het CDA iedereen die met de gemeente in gesprek gaat een ’startnotitie’ geven. Daarin staat een korte uitleg over hoe de gemeente werkt en wie waarvoor verantwoordelijk is. Zo weten mensen beter wat ze kunnen verwachten.

We willen dat de gemeente kritisch kijkt naar de eigen bureaucratie. Ambtenaren dienen zich dienstverlenend op te stellen en te adviseren bij aanvragen. Verder dient de gemeente hulp aan te bieden bij het invullen van formulieren, als inwoners deze formulieren complex vinden.

Afgelopen jaren is er fors ingezet op hondenuitlaat gebieden en prullenbakken die regelmatig geleegd moeten worden. De hondenbelasting moet hiermee kostendekkend zijn.

Het CDA wil gebruik maken van de creatieve ideeën van betrokken inwoners. Dat vraagt om een andere manier van samenwerken. Volgens ons kan de gemeente inwoners vaak veel vroeger en actiever betrekken bij het maken van plannen. Inbreng van bewoners doet ertoe, wordt gewaardeerd en moet structureel worden benut. We vinden bijvoorbeeld dat de inbreng van dorpsraden, wijkcomités en andere inwonersplatformen altijd moet worden meegenomen bij de voorbereiding van beleidsplannen. Zo kan de gemeente echt laten zien dat ze inspraak en betrokkenheid van inwoners serieus neemt. Het CDA vindt het gesprek met inwoners van grotere waarde dan een referendum. 

We vinden dat subsidieverstrekking van de gemeente aan organisaties, stichtingen en verenigingen voortaan scherper moet worden bekeken. Gesubsidieerde activiteiten moeten aantoonbaar bijdragen aan thema’s op de maatschappelijke agenda. Bij elke subsidie dienen afspraken te worden gemaakt over samenwerking en afstemming. Verder moeten vooraf helder geformuleerde doelen worden gesteld.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.