Vragenvuur: wat drijft Mirjam Havinga?
Introduceer je zelf eens: Mirjam, 43 jaar, getrouwd, drie kinderen, in Eemnes wonend, 22 jaar in het onderwijs gewerkt, en nu sinds twee mei de gelukkige eigenaar van een portefeuille in het sociaal als wethouder.
Wat is je grootste passie: ontwikkeling.
Wat is je grootste drijfveer: samen, niemand vergeten, dat wil niet zeggen dat ik alles moet oplossen, maar wel samen.
Wat is je grootste drijfveer in het leven: het verschil maken, ik wil iets toevoegen.
Welk persoon had je graag eens willen ontmoeten: Nelson Mandela.
Wat inspireert jou: mensen die vanuit niets iets kunnen maken, worden of zijn. Bijvoorbeeld mensen die met weinig ons land binnen komen, eigenlijk een fantastische carrière hadden in hun land van herkomst, weg moesten en met veel enthousiasme opnieuw onder aan de ladder beginnen. Terwijl je eerst alles had, toen niets meer had en dan toch accepteert dat je moet opbouwen, dat inspireert me. Omarmen wat je hebt en vanuit daar jezelf weer oppakken en opbouwen. Vandaar ook ontwikkeling.
Op wie ben je trots: mijn gezin, heel veel dingen gaan fantastisch en ik denk dat wij er aan de buitenkant uitzien als een heel harmonieus, gezellig en gelukkig gezin, en dat zijn we ook. Maar ook wij hebben ons kruisje, zeker de periode met een ernstig ziek kind. Ik ben ook vooral trots op de manier hoe we dat zijn doorgekomen en hoe we er nu voor staan.
Op welke persoonlijke prestatie ben je het meest trots: ik ben niet zo heel erg van het applaus dus dat vind ik wat moeilijk om te zeggen maar als iets geleid heeft tot een succes, op wat voor manier dan ook. Bijvoorbeeld in mijn vorige baan, als het doel is groei van leerlingen en dat lukt en je hebt tevreden ouders en leerlingen en je hebt een evenement waaruit dat blijkt dan ben en voel ik me wel trots.
Waarom ga je met plezier naar je werk: als ik met mensen kan samenwerken die samen met mij naar een hoger doel willen, dan ga ik met plezier naar mijn werk, ongeacht wat ik moet doen. Overigens kan dat ook de tuin met zijn allen vegen zijn.
Hoe besteed je je vrije tijd het liefst: het allerliefst ga ik in de sauna zitten, dan heb ik geen telefoon en dan heb ik echt even tijd voor ontspanning, ik lees graag boeken, nu te weinig maar in mijn goede tijd kon ik wel een boek van 600 pagina’s verslinden, lekker uit eten gaan, een heerlijke boswandeling maken met de kids en daarna lekker in een restaurant een wijntje en een bitterbal. Daar wordt ik blij van.
Wat is jouw tip aan anderen: tel tot tien en als het moet tot 100. En als je boos wordt bedenk je dan, zou ik hier over een jaar nog boos over zijn. Dat scheelt heel veel stress.
Wat is het mooiste moment wat je hebt meegemaakt: Dat Naomi haar kuur afsloot, dat was echt een mega overwinning. Ik kan ook zeggen dat ik mijn kinderen kreeg maar in dit geval dat ik mijn kind mag houden.
Wat zijn je sterke eigenschappen: ik oog relaxed, ook al ben ik dat niet altijd. Ik denk dat dat een eigenschap is die me altijd wel ver brengt want daardoor maak ik de situatie om me heen rustig en onder controle. Ook durf ik wel regie te nemen, dat helpt om dingen voor elkaar te krijgen.
Wat zijn je slechte eigenschappen: ik ben ongeduldig.
Ben je tevreden over de keuzes die in je leven gemaakt hebt: vroeger had ik altijd chirurg willen worden en af en toe baal ik dat ik dat niet heb gedaan.
Waar zie jij jezelf over 5 jaar staan: dan ben ik of tweede termijn wethouder of ik ben iets anders bestuurlijks aan het doen. Ik denk dan dat dat wel weer onderwijs zou zijn en nog steeds op de Ploeglaan met drie kinderen en geen hond. Die is er dan vast niet meer.
Wat vind je leuk aan je leven: dat ik heel veel leuke mensen om me heen heb.
Hoe zie je 2023 voor je: druk, een vol jaar maar met heel veel plezier. Dat is wel mijn goede eigenschap, ik kan in alles wel plezier hebben.
Zit je al te wachten op je schoonzoons: op mijn schoonzoons meer dan op mijn schoondochter, het lijkt me vreselijk om een schoondochter te hebben, dat zou echt concurrentie zijn.
Als je overal zou kunnen wonen, waar zou je dan willen wonen: In de bergen in Oostenrijk.
Wat is je grootste angst: dat ik mensen om me heen verlies.
Wat maakt je boos: onrechtvaardigheid.
Wat is je grootste irritatie: als dingen niet naar mijn zijn gaan, als dingen onterecht zijn of als mensen beschadigd raken.
Wat maakt jou aan het lachen: heel veel wel, gewoon plezier hebben met elkaar. Op bedachte humor ga ik niet zo snel aan. Dingen die fout gaan, leedvermaak, in de goede zin van het woord.
Hoe zouden je vrienden je omschrijven: als aanwezig, vriendelijk, aardig en lief maar zeker niet attent, dat ben ik namelijk echt niet, trouw en ze zeggen altijd dat ik slim ben.
Als je kon tijdrijzen, naar welk jaar zou je dan terug willen gaan: ik vond het echt heel leuk toen ik 18 was.
Wat is je favoriete vakantie bestemming: Oostenrijk
Wat is je favoriete film: Ik kijk niet veel films, en dan heb ik nog wel een man die in de filmbusiness zit, maar Dirty Dancing dan, dat vond ik toen echt een leuke film.
Wat was je favoriete vak op school: wiskunde.
Als je op een dag alles zou kunnen doen wat zou je dan willen doen: in de sauna zitten, en dan het liefst dan in de bergen.
Ben je van de honden of van de katten: honden.
Wat weet je van auto’s: vroeger wist ik van elk kenteken uit welk jaar hij kwam.
Koffie of thee: koffie.
Auto of fiets: fiets.
Welk cijfer geef jij je leven nu: 8.5
Waar denk aan bij ‘rood’: Marco Borsato.
Is muziek belangrijk voor je: nee.
Luister je vaak naar de radio: in de auto.
Wat is je lievelingseten: hamburger.
Ben je wel eens dronken: nee.
Welke sport beoefen je: het liefst doe ik aan hardlopen maar dat kan niet meer vanwege mijn rug dus ik ga nu naar de sportschool voor fitness.
Wat zou je van je schooltijd over willen doen: iets serieuzer doen.
Wat is jouw guilty pleasure: appel met kaneel uit de oven.
Wie zijn mensen die jou beïnvloed hebben: Sowieso mijn ouders, ik heb altijd wel opwaartse feedback gekregen, dat heeft me wel echt gevormd. Ik ben de jongste thuis, ik werd wel gezien en gestimuleerd. Als jongste vond ik niet dat ik het altijd even makkelijk had natuurlijk. Ik moest in de auto altijd in het midden zitten en ik mocht nooit laat naar bed vond ik zelf. Ik was denk ik toch wel een beetje de prinses thuis met twee grote broers. Toen ik geboren werd hadden we het financieel prima, in de jaren daarvoor moest er nog gestoeid worden voor een koophuis. Ik heb het in die zin wel makkelijk gehad. Altijd een harmonieus thuis gehad.
En in mijn carrièrekeuzes zijn het vooral mijn leidinggevenden geweest die zagen wat ik aankon waardoor ik verantwoordelijkheden kreeg die ik zelf best nog wel eens spannend vond. Ik heb altijd wel nieuwe dingen durven doen en voelde mij daarbij voldoende gesteund. Zo ging het ook bij het CDA, Cees van Rijsdam vroeg mij eens mee te gaan naar een denktankoverleg en wie weet. Als je me toen gezegd had dat ik wethouder voor het CDA zou worden, dan had ik je hard uitgelachen.
Wat vond je het leukst en het minst leuk aan je vorige baan: het leukst vond ik als ik mocht werken aan een ontwikkeling op een school, vooral als het leerlingen raakt. Ik was dan vooral van de data en ik analyseerde dat flink, om te kunnen zien of mijn acties ook effect hadden.
Ik heb een hekel aan de administratieve last en zeker als het voor de inspecteur moet, dat vond ik nog het meest stom, maar de gesprekken met de inspecteur vond ik dan wel weer heel leuk en inspirerend.
Waarom heb je de baan als wethouder aangenomen: omdat het voor mij een manier is even los te komen van wat ik al jaren doe. Ik heb altijd wel nieuwe dingen mogen doen maar dat was wel altijd in de veilige context. Ik heb een missie als het gaat om jeugdzorg, werk en participatie, dat is voor mij een drijfveer, in ieder geval voor Eemnes. Maar ook voor de regio kan ik iets toevoegen.
Welke doelen heb je jezelf gesteld: ik durf het nog niet hard op te zeggen maar ik zou willen dat in Eemnes minder dan 8% van de kinderen gebruik maakt van jeugdzorg in plaats van de huidige 10%. Ik zou het echt heel fijn vinden als me dat lukt. In Huizen is dat nog 13% dus dan zouden we het ook echt heel goed doen. En voor werk en inkomen zou ik ook wel het aantal uitkeringsgerechtigden wat naar beneden willen brengen, maar goed, dan ben je ook wel afhankelijk van maatschappelijke ontwikkeling.
Wat valt je tegen in je eerste zes maanden: ik heb me nooit gerealiseerd hoe ingewikkeld die regionale samenwerkingen zijn. Zo valt bijvoorbeeld de zorg voor een kind tot twaalf jaar in regio Utrecht, daarna in regio Gooi en Vecht en vanaf achttien jaar neemt de GGD het over, maar gaat de WMO zorg naar regio Gooi en Vecht. Gecompliceerder kan bijna niet. Dat valt me wel tegen want dat kost heel veel overleg en lezen. Als je in één regio zou zitten is dat veel minder complex. Het maakt het wel uitdagend en hierdoor kan ik soms ook wel een soort brugfunctionaris zijn tussen beleid. Het is gewoon complex en dat valt tegen.
Hoe ga je om met de dingen die je opgelegd worden en buiten je taakomschrijving vallen, durf je daar iets van te zeggen of slik je dat nog: je bent wel met elkaar integraal verantwoordelijk. Ik zeg tot nu toe nog wel snel ja, ook als we bijvoorbeeld een werkbezoek hebben waarvoor alle wethouders zijn uitgenodigd, dan zeg ik nog wel snel, laat mij maar gaan.
Als je een jaar wethouder bent en je kijkt terug, wanneer vind je dan dat het jaar geslaagd is: een jaar is wel snel hoor maar als het inkooptraject van de jeugdzorg in Amersfoort goed loopt maar dan ben ik ook erg afhankelijk van anderen.
Wat maakt jou een goede wethouder: ik krijg wel van heel veel dingen energie en dat is voelbaar op de afdeling waar ik veel mee te maken heb. Volgens mij vinden ambtenaren het wel fijn en gezellig om met mij samen te werken. Ik ben heel duidelijk in wat ik wil maar niet zo snel onvriendelijk en ik werk graag mee aan iets. Ik denk dat dat zeker in een klein dorp helpt. En ik ben natuurlijk de enige Eemnesser van de wethouders. Dat maakt wel dat ik heel snel weet over welke plek het gaat, over wie het gaat, soms ook wel minder prettig, maar het maakt het wel makkelijk om te begrijpen waarom het is zoals het is.
Op welke manier heb jij in je eerste zes maanden het gemeentehuis veranderd: misschien wel omdat ik een blij ei ben!