Opening Raadsvergadering 2 april 2019 over de Grondwet door ons raadslid Marian Aanen
Voorzitter, andere aanwezigen,
Allereerst, voorzitter, wil ik u danken voor uw initiatief om een moment van bezinning in te lassen aan het begin van de raadsvergadering. Ook mijn complimenten voor de keuze, de Grondwet: het fundament van de democratie en de rechtsstaat, waarvan we bij onze installatie als raadslid gezworen hebben, of beloofd, ons daaraan te houden. Goed om erbij stil te staan wat dat betekent.
Ik zal proberen me aan de opdracht te houden het niet politiek te maken, waarbij ik me realiseer dat dat niet altijd eenvoudig is. Alleen de Grondwet uitleggen, het alleen hebben over de status quo, een artikel kiezen, is ook "politiek" en geeft ook een waarde-oordeel.
Vrij snel nadat ik het boekje had gekregen, heb ik het gelezen. Ik vond het (weer) leerzaam en nuttig. Weer, want ooit, tijdens mijn studie, heb ik het Handboek over het Nederlands Staatsrecht van Van der Pot/Donner, gelezen. Dan leest dit boekje van de De Gaayen, wel heel prettig.
Dan de inhoud. Ik ben ervan onder de indruk hoe zorgvuldig er te werk is gegaan om tot een goede organisatie van ons land te komen, hoe verhoudingen tussen de diverse overheden zijn vastgelegd, hoe de rechten van de burgers zijn gewaarborgd en wat voor plichten de overheid tegenover haar burgers, en hoe de rechter daarop toeziet. Dus: hoe de (democratische) rechtsstaat is vorm gegeven. (Overigens - en dat is misschien toch wel vreemd -staan in de Grondwet geen basale- sociale-verplichtingen voor de burger omdat hij del uit maakt van de samenleving).
Er zijn veel artikelen die me aanspreken. Uiteindelijk heb ik gekozen voor drie artikelen: art.117 dat de onafhankelijkheid van de rechter waarborgt en art.17 en 18: de toegang tot de rechter omdat die ook beroepsmatig het dichtst bij me staan.
In art.117 staat dat de leden van de rechterlijke macht voor het leven worden benoemd en dat zij een onafhankelijke rechtspositie hebben, waaraan regering en parlement niet kunnen tornen. Dat is zo geregeld om te bewaken dat de rechterlijke macht onafhankelijk is en kan zijn.
In art.17 staat dat niemand kan worden afgehouden van de rechter, die de wet hem toekent, dus dat iedereen in Nederland een beroep moet kunnen doen om een onafhankelijke uitspraak te krijgen. In art.18 staat dan dat ieder zich bij de rechter of bij administratief beroep kan laten bijstaan, en dat voor diegenen die minder draagkrachtig zijn, rechtsbijstand geregeld wordt. De Grondwet waarborgt dus dat iedereen toegang heeft tot de rechter, ongeacht zijn of haar portemonnee.
Politici - vooral landelijke - nemen steeds vaker een voorschot op een nog te nemen beslissing door de rechter en laten zich daarover al uit voordat de rechtszaak nog moet beginnen. Mede door toenemende media-aandacht ligt het werk van de rechter onder een vergrootglas en wordt het steeds lastiger voor rechters om hun werk goed, dat wil zeggen, onafhankelijk, te doen.
Daarnaast valt de rechtspraak voor wat betreft haar financiering onder het Ministerie van Justitie en Veiligheid en moet zij daarom concurreren met andere beleidsdoelen, zoals, om wat te noemen - en ook niet onbelangrijk - de roep om meer politie. Ook dat maakt dat er sprake is van een toenemend spanningsveld, zelfs binnen een ministerie.
En ook - en daarnaast -staat de toegang tot de rechter en zeker rechtsbijstand voor minder draagkrachtigen onder druk, bijvoorbeeld omdat de politiek vindt dat de kosten betaald moeten worden door degenen die daar gebruik van maken. Wat mij betreft terecht als er misbruik van gemaakt wordt - hoewel dat volgens mij wel mee valt - maar een burger moet wel toegang tot de rechter hebben. Iedereen, en niet alleen degene die het kan betalen. Als de drempel naar de rechter te hoog is, ligt onrecht op de loer, ontstaat onvrede en loopt onze rechtsstaat gevaar.
Laten we ons dus ervan bewust zijn op welke stoel we zitten, wat onze taak is en nadenken over wat we doen, zeggen en beslissen.
Voorzitter, ik wens u en ons allen een goede vergadering toe!