Windpark Goyerbrug - Voorlopige VVGB
Afgelopen dinsdagavond (20 oktober) stond de voorlopige verklaring van geen bedenkingen (VVGB) op de agenda van de Raad. De behandeling duurde langer dan voorzien, waardoor we op donderdagavond, in een extra raadsvergadering, pas toekwamen aan de beantwoording door wethouder van Ruitenbeek (Natuurlijk Houten). Lees hieronder de bijdrage van fractievoorzitter Robert Pelleboer
Voorzitter, collega raadsleden en geachte luisteraars op de publieke tribune en thuis,
In Mei en Oktober 2019 zaten we met elkaar over ditzelfde plan te debatteren in de Raad. Sinds oktober 2019, toen de Raad een definitieve verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven, is er veel gebeurd. De Raad van State heeft geoordeeld middels het Nevele arrest dat het Activiteitenbesluit een planMER nodig heeft en als zodanig niet gebruikt kon worden in de besluitvorming rondom Windpark Goyerbrug.
Afgelopen woensdag ben ik, net als veel andere raads- en commissieleden, op excursie geweest naar Windpark Ospeldijk. Nogmaals onze hartelijke dank aan de organisatoren, de omwonenden van het windpark wiens verhalen we mochten horen en de chauffeur die ons gebracht heeft. De verhalen die we gehoord hebben maken wel indruk. En we begrijpen ook zeker dat deze verhalen bijdragen aan de zorgen rondom het realiseren van een windpark aan de Goyerbrug.
We hebben ons laten adviseren. Door onderzoekers, specialisten en andere ervaringsverhalen. We hebben er dus diepgaand met elkaar over gesproken. Met voor- en tegenstanders en verschillende, soms tegengestelde, adviezen. En dan ligt er nu de schone taak aan ons, als fractie en Raad, om een belangen afweging te maken en een besluit te nemen, waarbij we alle relevante aspecten in laten meewegen.
In mijn bijdrage stip ik drie punten aan die voor ons belangrijk zijn. Eerst: kunnen we nog wachten op landelijke normen? Als tweede: wat is de impact op de gezondheid en ten derde over de te hanteren normen.
Kunnen we nog wachten op landelijke normen?
Vorig jaar heeft een meerderheid van deze raad, inclusief het CDA, voorgesteld om te wachten op landelijke normen. Met de kennis van toen een besluit waar we nog steeds achter staan. Echter, sinds vorig jaar is het er het e.e.a. gebeurd. De Raad van State besliste, op last van een dwangsom, dat de gemeenteraad een besluit móet en kan nemen. Daarnaast: de gemeente heeft tweemaal een advies gevraagd om te zien welke opties er zijn. Vorig jaar door van Benthem en Keulen. Daarna nog in de review die het huidige college heeft gevraagd. Beide adviezen komen tot dezelfde conclusie: de gemeente moet een besluit nemen. En als je afwijkt van je eerder genomen besluit, dan moet dat met een deugdelijke motivatie onderbouwd worden. We kunnen dus niet meer wachten op landelijke normen, hoe graag we dat ook zouden willen.
Wat is de impact op de gezondheid van omwonenden?
Als Houten hebben we ervaring met overlast door windmolens. Sommige inwoners van Houten geven aan dat zij ernstige overlast ervaren van Windpark Houten. De klachten die zijn hebben zijn in grote lijnen dezelfde als die van omwonenden van Windpark Ospeldijk. Slecht kunnen slapen en (wellicht veroorzaakt door het slechte slapen) andere gezondheidsklachten.
Maar, tegelijkertijd hebben we in Houten, alsmede in Ospeldijk, ook inwoners die totaal geen klachten ervaren. Mensen in dezelfde straat, dezelfde wijk en soms ook nog dichter bij de bron, die geen last van de windmolens hebben. Dat maakt dat het voor ons als Raad erg lastig is om op basis van de ervaringen van mensen een besluit te nemen over het toekennen van een verklaring van geen bedenkingen. Zonder ook maar iets af te willen doen aan de oprechtheid van de klachten waar sommige omwonenden mee zitten, vraagt dit om een bredere afweging.
Daarom is het belangrijk dat we ook een afweging maken over wat er onderzocht is op het gebied van windmolens en eventuele gezondheidsrisico’s. Vanuit een aantal bronnen wordt aandacht gevraagd rondom vermeende gezondheidsrisico’s. Er liggen nu verschillende onderzoeken op tafel. Meerdere rapporten van o.a. het RIVM, waarbij verschillende onderzoeken naast elkaar gelegd zijn. Uit de onderzoeken die tot nu toe gedaan zijn maken we de conclusie op dat er geen bewijs is voor ernstige gezondheidsklachten, veroorzaakt door windmolens.
Voorzitter, we begrijpen dat inwoners het niet eens zijn met deze onderzoeken. Het is voor ons geen conclusie die we eenvoudig trekken. Het is een conclusie die we trekken, nadat we serieus naar de inbreng van mensen hebben geluisterd. Stukken hebben gelezen van mensen als ir. De Laat en andere specialisten. Maar daar ook hoor en wederhoor op hebben gepleegd. En voorzitter, dan komen wij tot de eerder genoemde conclusie.
Welke normen moeten we hanteren?
Voorzitter, dan komen we op de te hanteren normen. We moeten volgens de Raad van State zelf normen stellen die actueel, deugdelijk en een op zichzelf staande motivering bevatten, aldus het raadsvoorstel. Om tot zo’n motivering te komen heb je specialisten nodig. Daar heeft het college onderzoeksbureau Pondera voor ingeschakeld.
Pondera stelt voor om een norm van 47 decibel Lden te hanteren. Zo stellen zij: “wordt recht gedaan aan de bescherming van de omgeving enerzijds en het belang van opwekking van duurzame elektriciteit met windmolens anderzijds.” Het is wat dat betreft ook verbazingwekkend dat het college voorstelt om af te wijken van het advies van Pondera en een eigen norm van 46 decibel Lden te hanteren. De argumentatie hiervoor is dat het college omwonenden zo goed mogelijk wil beschermen. Maar ja, dat wil iedereen. Dus blijft bij ons de vraag wat de argumentatie is om 46 decibel te gaan hanteren, i.t.t. het advies waar het college zelf om gevraagd heeft.
Tijdens de RTG op donderdag 8 september is hier uitvoerig stil bij gestaan. Meerdere collega’s uit de Raad hebben de wethouder gevraagd naar de argumentatie om 46 decibel te gaan hanteren. De wethouder gaf toen aan dat het een politiek besluit is en er daarom voor gekozen is voor 46 decibel. Voorzitter, een politieke motivatie of een motivatie die alleen uitgaat van het idee om bewoners maximaal te beschermen, is voor de Raad van State helaas te weinig argumentatie om stand te doen blijven houden. Zo blijkt ook uit eerdere uitspraken door de Raad van State over windpark Houten.
Daarnaast vragen wij ons af in hoeverre omwonenden echt geholpen zijn bij een verlaging naar 46 decibel. Gaan mensen die ene decibel daadwerkelijk merken? Dan zou de norm minimaal naar 45 decibel of lager moeten gaan, waarbij de maatschappelijke baten en lasten (bescherming van inwoners versus groene energieopbrengst) nog meer uit balans dreigen te raken. Voorzitter, kiezen voor 46 decibel Lden is kiezen voor een lose-lose situatie. Met 46 decibel krijgen we én windmolens, én landschapsvervuiling én onrendabele molens én zullen we elders met nog meer zonnevelden of windmolens dit moeten compenseren, terwijl omwonenden er niet beter op worden.
Voorzitter, een keuze voor 46 decibel is daarom struisvogel politiek, waarbij het college de adviezen waar ze zelf om gevraagd heeft in de wind slaat, de argumentatie die nodig is om juridisch stand te houden niet levert en daardoor uiteindelijk alleen maar verliezers kent. Het CDA steunt daarom het amendement om de norm van 46 decibel aan te passen naar 47 decibel.
Afsluiting
Voorzitter, een laatste opmerking. Tijdens de RTG zijn we geschrokken van de opmerking van de wethouder dat er geen tijd was om de voorgestelde normen en het besluit met de direct betrokkenen te bespreken. Dit is een belangrijk onderwerp, met impact op de omgeving en mensen. Waarover inwoners zich laten horen. Een college wat in de titel van haar programma zegt: “Samen met inwoners” en “Inwoners vooraan” kan niet volstaan met slechts het organiseren van een gespreksavond op het gemeentehuis, maar had bewoners daarin moeten opzoeken.
Er ligt vanavond een plan voor waar al veel over gezegd, besloten en geoordeeld is. Wij hebben als CDA alle aspecten naast elkaar gelegd en gewogen en komen tot de conclusie dat we voor het genoemde voorstel zullen stemmen met daarbij de aanpassing om de norm op 47 decibel te leggen.