Bijdrage plan van Scholen
Voorzitter,
In Nederland wonen mensen met verschillende culturele achtergronden en voorkeuren. De vrijheid van onderwijs zorgt ervoor dat kinderen les kunnen krijgen op een school die aansluit bij de tradities en overtuigingen die ze vanuit huis gewend zijn. Hierdoor leren kinderen beter en vullen onderwijs en opvoeding elkaar aan.
In Veenendaal bestaat een breed onderwijsaanbod, met dank aan diverse kerken en het openbaar onderwijs. Dat nu ook de nieuwe Veenendalers met een niet Europese culturele achtergrond vragen om een school die aansluit bij hun Islamitische levensovertuiging is wat het CDA betreft een logische stap, zeker gezien de omvang van deze gemeenschap in Veenendaal. Het CDA hecht veel waarde aan de pluriformiteit van onze samenleving en aan de vrijheid van onderwijs zoals die is geregeld in artikel 23 van onze grondwet. Wij waarderen het dat de Islamitische gemeenschap aangeeft een basisschool te willen toevoegen een het onderwijsaanbod in Veenendaal en zo de keuze voor ouders in Veenendaal verder te verruimen.
In constateer dat het ingediende dossier volledig en compleet is qua inhoud en onderbouwing, de aanvraag is dit jaar volledig conform het standaard format voor dergelijke aanvragen. Het is dit jaar bovendien op tijd ingediend. De o.a. door de CU en SGP genoemde ondersteunende handtekeningenactie is geen onderdeel van het wettelijke kader waarop een dergelijk dossier moet worden beoordeeld. Op tijd of niet; deze actie zorgt slechts voor wat kleuring en achtergrond, maar is daarmee voor ons uiteindelijke oordeel niet relevant.
Het is de voorgestelde afwijzing waar het CDA twee technische fouten aantreft.
Het gaat dan om de volgende 2 punten waar het college wel stelt, maar niet of onvoldoende onderbouwd: (1) Het zogenaamde afstandscriterium is gesteld op 10 km. De VNG adviseert deze afstand vast te stellen op 3 km, de rechter oordeelt kortgezegd dat meer dan 6 km onredelijk is. De 10 km die het college in haar afwijzing gebruikt is derhalve onjuist. Deze uitspraak van de Raad van state maakte vorig jaar geen onderdeel uit van de beraadslagingen van deze raad over een vergelijkbare aanvraag van de stichting Al Amana. En (2) Maastricht zou geen vergelijkbare gemeente zijn vanwege de leerlingen die vanuit de regio en zelfs vanuit Belgie naar de Islamitische school in Maastricht komen. In Veenendaal zien we echter ook leerlingen die bereid zijn vanuit omliggende plaatsen naar Veenendaal te reizen voor onderwijs dat aansluit bij hun levensovertuiging en van de omliggende gemeenten kent alleen Ede Islamitisch onderwijs; de kans dat een Islamitische school kan rekenen op belangstelling van buiten Veenendaal en daarmee een regiofunctie kan vervullen schat het CDA daarom anders in dan dit college. We wijzen in deze context op het precedent in Zeist, dat vorig jaar ook niet bekend was toen we de aanvraag van Al Amana behandelden.
Om deze redenen zal het CDA het amendement van dhr. Boutachekourt van D66 steunen, met dank aan dhr. Boutachekourt en de griffie voor het uitzoekwerk. We vertrouwen erop dat de nieuwe juridische informatie die nu op tafel ligt voldoende is voor een meerderheid van deze raad om het afwijzende standpunt van vorig jaar te herzien, voor de CDA-fractie is dat in ieder geval wel het geval.
Dank u voorzitter.