07 november 2019

Programmabegroting 2020/2023

Voorzitter

Voor ons ligt de begroting 2020 – 2023. Een boekwerk van 205 pagina’s, waarin we de keuzes maken voor Veenendaal voor de komende jaren. Ten eerste willen we de complimenten geven aan de ambtelijke organisatie voor het vele werk dat erin zit. Het is goed om te zien dat de nieuwe vorm op een positieve manier z’n beslag krijgt. De begroting wordt er leesbaarder van, al brengt het voor nu ook een hoop extra pagina’s met zich mee.

We geven het dit college te doen. Financiële zorgen rondom de jeugdhulp, je algemene reserve op orde houden, de doelstelling uit je programma proberen te halen en participatie met bewoners op een constructieve manier vormgeven. Toegegeven, dat is geen gemakkelijke taak.

Voorzitter, als CDA fractie willen wij ons richten op een aantal thema’s uit het raadsprogramma “Iedereen doet mee.” Ik zal ze nog even noemen

1. Dualisme is het uitgangspunt in het besturingsmode

2. De Veenendaler staat centraal

3. De behoeften in de samenleving zijn uitgangspunt

4. Het college hanteert een open en onbevangen bestuursstijl

We kunnen na anderhalf jaar regeren inmiddels wel vaststellen dat daar weinig van terecht komt. Wij durven ons de vraag te stellen: “Doet iedereen nog mee?” 

Bij de behandeling van de kadernota zag onze CDA-fractie al wat de consequenties van dit beleid zouden zijn. Ook toen al zagen wij dat de meest kwetsbare groepen door de maatregelen in het sociale domein onevenredig hard zouden worden geraakt. Er werd gesteld dat we in komende periode de zoekrichtingen voor kostenverlaging in het sociaal domein verder zouden uitwerken. Maar uit deze begroting blijkt dat het college de zoekrichtingen alvast maar heeft bestempeld tot vastgesteld beleid. Daar schrok zelfs één van de coalitiepartijen van en stelde een motie tekst op. Om die vervolgens ijlings in te trekken omdat de tekst de andere coalitiepartijen niet welgevallig was. Waarschijnlijk gaan we vanavond meemaken dat een politieke partij tegen een motie gaat stemmen die ze zelf heeft opgesteld.

De hoofdvraag is: waarom komt dit college nu met zulke ingrijpende maatregelen voor de minima, terwijl het minimabeleid voor komende januari op de agenda staat. Afgelopen weken ontvangen al onze fracties een brandbrief van de Stibo. Wij spraken met de initiatiefnemers van de brief en, om het maar zacht uit te drukken, wij zijn ons rot geschrokken. We zien dat, door de maatregelen die het college wil nemen, mensen straks niet veel meer dan € 40,- per week overhouden om hun boodschappen te doen. Waar we dus aan de ene kant enorm willen investeren om mensen te behoeden in de armoedeval terecht te komen, geven we ze aan de andere kant alvast een zetje mee. Hoezo “Iedereen doet mee?”

De genoemde motietekst, die door de ChristenUnie is opgesteld, was voor ons basis voldoende om deze mede in te willen dienen. Samen met de PvdA en Lokaal Veenendaal dienen wij deze daarom alsnog in. Wij verwachten een integrale benadering van het minimabeleid dat kan rusten op een stevig fundament en dat breed wordt gesteund. Het is voor onze fractie onbegrijpelijk dat binnen de collegepartijen nu de politieke strijd wordt gevoerd over de hoofden van deze kwetsbare groep heen. Wat we in Juni hadden voorzien wordt nog pijnlijker zichtbaar, met als resultaat dat vooral de minima nu de grote verliezers zijn.

Verder lezend door de begroting overkomt ons regelmatig het gevoel dat er een kans wordt gemist. Op 25 april 2018 werd onze motie unaniem aangenomen, waarin het college werd aangespoord werk te maken van het Right to Challenge. Daarin staat de Veenendaler centraal en zijn de behoeften in de samenleving het uitgangspunt.

Maar……. We bleven er vooral over praten: bijvoorbeeld in de raadsvergaderingen van november 2018 en januari 2019. En we bleven erover schrijven: bijvoorbeeld in de visie op Participatie die op 7 oktober is vastgesteld. Omdat er nog steeds geen uitwerking ligt, missen we volop kansen in deze begroting. Denk daarbij het onderzoek rondom het stadspark, het groen op de industrieterreinen, maar ook het initiatief waar de bewoners voor kwamen inspreken rondom Middellaan 151. Stuk voor stuk processen die anders zouden zijn gelopen als we vorm hadden gegeven aan het Right to Challenge.

Vraag: kan de wethouder ons garanderen dat er een beleid op het Right to Challenge is geformuleerd voor het einde van dit jaar?

Tot slot Voorzitter, de woorden open en onbevangen. We zien dat het college en de ambtelijke organisatie worstelt met het vormgeven van participatie. De processen rondom de omgevingsvisie laten zien hoe goed het kan gaan. Maar we zien ook de resultaten van miscommunicatie, zoals de insprekers over de Middellaan, in de afgelopen commissievergadering. Als we luisteren naar de verhalen van het college en dat van de bewoners rijst bij ons de vraag: hoe is dit nu toch mogelijk?

De vraag is: Zijn we nog in staat om naar de inhoud van het betoog van een inspreker te luisteren, als zijn werkwijze, zijn taalgebruik of zijn hele manier van communiceren ons tegenstaat? Ik hoef hier geen namen te noemen. We hoeven niet altijd antwoord te geven, maar de rol van het college en van ons als volksvertegenwoordigers, is nooit te stoppen met luisteren. Kortom: bent u, zijn wij, open als het aankomt op de stem van onze bewoners?

Voorzitter, als mensen een rondleiding door Veenendaal boeken met onze voormalig wethouder en stadsgids, Jaap Pilon, zal hen één ding goed bijblijven: Veenendaal is groot geworden door de invloed van Fabrikanten en Predikanten. Een patriarchale manier van besturen werkte, ook voor onze bestuurders, wellicht nog goed in de 18e, 19e of 20e eeuw. Veenendaal in 2020 vraagt om die open bestuursstijl waarover in het raadsprogramma wordt gesproken. De fractie van het CDA ziet dan ook uit naar die open stijl van dit college in deze beraadslagingen.

Dank u voorzitter. 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.