01 september 2022

Stikstofzomer [longread]

Stikstof beheerste onze zomer. Ook in ons Groene Hart hingen de vlaggen ondersteboven, zijn er grote zorgen en is er veel gesprek. Als CDA Woerden zitten we daarom niet stil. We voeren gesprek in stal, op straat en in de zaal. Ook binnen onze partij laten we ons horen. In dit artikel een verslag van de afgelopen ‘stikstofzomer’, waar we nu staan en onze positie hierin.

Ons Groene Hart

Onze stad Woerden noemen we ‘boerenmarktstad’, en samen met de dorpen Harmelen, Kamerik en Zegveld vormen ze de gemeente Woerden, de hoofdstad van het Groene Hart. De inwoners van dit gebied zijn gemoedelijk en saamhorig, er is veel vertrouwen in de (lokale) overheid en de christendemocratie heeft hier sterke wortels. Dat de Nederlandse stikstofopgave onze deur niet voorbij zal gaan is al lange tijd duidelijk. Het Natura2000-gebied De Nieuwkoopse Plassen en De Haeck is gelegen op de grens van onze gemeente en het gebiedsproces met agrariërs eromheen was (samen met de provincies Zuid-Holland en Utrecht) een gesprek gaande. De recente stikstofbrief van de minister heeft echter de gemoedelijkheid én het gesprek doorbroken. In onze stad en dorpen hangen vlaggen en stickers. Als lokale volksvertegenwoordigers worden we bijna dagelijks aangesproken op wat ‘jullie mensen’ in Den Haag doen. Aan de gesprekstafels is polarisatie ontstaan.

Voor de zomer

Na het verschijnen van het stikstofkaartje zijn we als CDA Woerden in gesprek gegaan op verschillende plekken. Bij een rondetafelgesprek over het gebiedsproces van de Nieuwkoopse plassen met de gedeputeerden Sterk (Utrecht), Stolk en Baljeu (Zuid-Holland) waren onze raadsleden John en Job aanwezig. De impact van de kaart en het afwezige Haagse perspectief werd ook duidelijk: de gesprekstafel waar provincies en boeren anderhalf jaar zochten naar een plan voor het gebied rondom de Nieuwkoopse Plassen was door Den Haag ondersteboven gegooid. Ondanks de emotie werd hier wel een open en stevig gesprek gevoerd.

Dit gebiedsproces rondom de Nieuwkoopse Plassen blijven we op de voet volgen. Het plan dat eerder is gepresenteerd (Model 4Plus) heeft veel impact in de omgeving, tegelijk wordt ook een alternatief van boeren doorgerekend. Komend jaar zal duidelijk moeten worden wat vervolgstappen zijn.

In de raadsvergadering van 6 juli lag een motie op tafel van de hand van raadslid Toos van Soest. Met deze motie, die brede steun in de raad kreeg, wilden we Woerdense boeren een hart onder de riem steken. Er staat vooral ook signaal in aan Den Haag: we moeten het samen doen. Ga dus in gesprek op alle niveaus.

Reden voor ons om op woensdag 13 juli een gesprek te voeren met agrariërs om op te halen wat er leeft. Als lokale volksvertegenwoordigers én als leden van het CDA. Dat werd een open, scherp en eerlijk gesprek in De Milandhof in Zegveld met ongeveer 50 aanwezigen. De opbrengst van dit gesprek hebben we als lokale CDA-afdeling ook gebruikt om richting onze volksvertegenwoordigers en partijtop in Den Haag een signaal af te geven. Vertegenwoordigers van onze fractie zijn bij diverse ‘stikstofgesprekken’ binnen de partij geweest, zoals in Nijkerk.

Ons signaal aan Den Haag

De hoofdlijn van onze boodschap aan Den Haag op basis van diverse gesprekken was als volgt.

1. De wijze waarop het Kabinet te werk is gegaan wekt wantrouwen

Het is allereerste de wijze waarop het Kabinet de stikstofnotitie heeft gepresenteerd die wantrouwen en woede wekt. Woede over de manier hoe het beleid over de mensen wordt uitgestort in plaats van met mensen te spreken. Wantrouwen vanwege de vele veronderstellingen en onduidelijkheden die met de gepresenteerde aanpak samenhangen.

Wat het wantrouwen betreft zijn er een aantal zaken die in onze ogen de aandacht vragen.

  • Het gepresenteerde kaartje laat in de ogen van de boeren zien dat een aantal opgaven met elkaar worden verbonden die eerder niet waren verbonden. Zo is voor ons veenweidegebied overal 47% reductie ingetekend. Dit lijkt samen te hangen met de klimaatopgave, maar het wordt niet helder gemaakt dat dit ook zo is. Op de achtergrond speelt voor velen mee dat er investeringen zijn gedaan voor de voedselproductie, dat er een wil is om de transitie vorm te geven, maar dat de snelheid en omvang van de nu gepresenteerde doelen vooral lijken te koersen op keiharde reductie en niet op een ontwikkeling die ruimte geeft aan de boerenfamiliebedrijven in ons Groene Hart om met innovatie te veranderen naar toekomstbestendige bedrijven met een lage stikstofuitstoot.
  • De KDW is een groot zorgpunt. Dit omdat uit de natuurdoelanalyse van De Nieuwkoopse Plassen, die in het kader van het gebiedsproces is gemaakt, reeds blijkt dat de kwaliteit van de natuur niet onevenredig slecht is. Sterker: het meest stikstofgevoelige plantje van het natuurgebied (veenmosrietland) doet het bijzonder goed, ondanks de hogere stikstofuitstoot. En dus: als alle agrariërs in het gebied verdwijnen, dan nog zal onze leefwereld wel ingrijpend veranderen, maar zal de natuur ook echt kwalitatief verbeteren? Dit grote vraagteken maakt het essentieel dat de KDW (op termijn) uit de wet gaat, dat de ecologische autoriteit haar werk gaat doen en dat de provincies in de gebiedsprocessen tot maatwerk mogen komen allereerst uitgaande van de kwaliteit van de natuurgebieden zelf en ook maatregelen nemen met het oog op goed beheer.
  • Het ontbreken van onder meer verkeer, luchtvaart en industrie is een punt van zorg. Zeker omdat over onze polders dagelijks honderden vliegtuigen vliegen en gelet op de activiteiten van de omliggende Randstad. Een aanpak van stikstof kan niet zonder maatregelen voor die sectoren. Hieraan wordt later tegemoetgekomen, maar voor ons zou dit gelijk op moeten gaan. 
  • Het lopende gebiedsproces heeft plannen opgeleverd van boeren zelf om hun bijdrage te leveren. Het plan van de coöperatie van boeren rondom de Nieuwkoopse Plassen wordt wel omarmd, maar komt vervolgens niet tot concrete uitvoering. Dat is een bittere teleurstelling. Bovendien wordt in de polder de positie van de provincies bij tijd en wijle ook gewantrouwd omdat zij met grondaankopen de mogelijkheden voor boeren om extensiever te werken bemoeilijkt (de prijzen stijgen) en ook worden bufferzones (landschapsgrond) in bestemming omgezet naar natuur, waarmee er zorg is dat deze nieuwe beperkingen gaan opleveren en voor de landbouw verloren gaan.

In de ogen van CDA Woerden is een aanpak waarbij op landelijke niveau tot een nationaal stikstof akkoord met de agrarische sector (en ook andere sectoren, waaronder banken), wordt gekomen een stap die noodzakelijk is om tot gedragen stappen en perspectief te komen. Een route die Remkes mogelijk ook kan verkennen.

2. De huidige impasse zorgt voor knellende situaties

In onze gesprekken zijn ook zorgen naar voren gekomen over de huidige situatie. De onzekerheid van de afgelopen tweeënhalfjaar heeft veel impact en de presentatie van de laatste plannen versterkt dat effect. Bedrijfsinvesteringen en bedrijfsopvolging zijn stilgevallen of kampen met grote onzekerheden. Dat geeft zorg en frustratie bij jonge boeren die vooruit willen. Het stopt ook de natuurlijke transitie van de sector en verhindert daarbij de verduurzaming die we voor ogen hebben.

Als christendemocraten vinden we dat er juist ruimte moet zijn voor een evolutie, een stapsgewijze verandering. Dit vraagt op korte termijn om maatregelen. In de laatste stikstofbrief (15 juli) zien we hier een aantal goede voorbeelden van ten aanzien van de PAS-melders. Echter blijft dat wel met grote onzekerheid omgeven. In de gesprekken na afloop van onze bijeenkomst hebben diverse jonge boeren bij ons persoonlijk vertelt hoe schrijnend de situatie thuis soms is door de stilliggende bedrijfsopvolging. De impasse kan niet blijven duren en vergt snel perspectief.

3. Bouwstenen voor perspectief

Een belangrijk deel van onze gesprekken ging over perspectief. Stilstand is geen optie. De wil om juist vanuit de sector te kunnen bijdragen is groot. Of, zoals één van de aanwezigen bij de bijeenkomst in Zegveld zei: ‘We hebben een gezamenlijke opgave, want ook wij willen stikstof zo goed mogelijk benutten als meststof voor ons grond en een bijdrage leveren aan de vermindering van de uitstoot als agrarische sector’. Een aantal punten die naar voren kwamen op een rij:

  • Blijf scherp op de bestemming en het eigendom van de landschapsgronden, dat dit niet tot nieuwe natuur in ontwikkeling komt.
  • Het plan van agrariërs rondom de Nieuwkoopse plassen om stikstof te besparen door innovatie, vervolgens de opbrengst te verleasen aan industrie tegen een vergoeding, blijft op hindernissen stuiten. Dit is frustrerend omdat vrijwel iedereen enthousiast is over het idee, maar dit na twee jaar nog niet verder is. Juist deze plannen met een realistisch verdienmodel waarbij geen sanering, maar verbetering voorop staat moeten de kans krijgen voorloper te worden.
  • Laat verschillende sporen van reductie naast elkaar werken en geef ook ruimte aan innovatie, maar borg ook dat deze juridisch houdbaar worden zodat boeren niet onnodig op hoge kosten worden gejaagd voor investeringen zonder effect.
  • De motie om deze innovaties en beheermaatregelen door Wageningen te laten uitwerken is positief, maar zorg ook voor een toepassing. Kijk naar wat al wordt gedaan en onderzoek of dit mag meetellen. Zorg ook voor een situatie waarin boeren dit soort dingen aan elkaar gaan leren.
  • Heb vooral ook aandacht voor goed beheer van natuurgebieden waardoor ook de kwaliteit kan verbeteren. De natuurdoelenanalyse kan hier ook aanknopingspunten bieden.

CDA-top op bezoek in Utrecht

Op 11 augustus kwamen Marnix van Rij en Hanke Bruins Slot op bezoek in Woerden. Eerder die dag waren zij met Wopke Hoekstra in Woudenberg geweest. Ook landbouwwoordvoerder Derk Boswijk en gedeputeerde Mirjam Sterk waren van de partij. Bij onze gastheer Bolton Bouw hadden we een gesprek met diverse onderwerpen. Een belangrijk thema was uiteraard de stikstofimpasse waarin het land was terechtgekomen. In dit gesprek hebben verschillende CDA-vertegenwoordigers de bovenstaande boodschap nog eens onder de aandacht gebracht bij de CDA-top.

Marnix van Rij gaf in een reactie aan dat het helder was dat het CDA kleur zou gaan bekennen om richting te geven aan een weg uit de stikstofimpasse.

Vragen over effecten natuurontwikkeling schraallanden langs de Meije

Het gesprek in de Milandhof leverde het CDA Woerden ook input voor het stellen van een aantal schriftelijke vragen. In overleg met nauw betrokkenen hebben we deze opgesteld. Ze gaan over gronden waarvoor de provincie de gemeente Woerden vraagt om de bestemming te wijzigen naar (extra) natuur. Terwijl boeren juist deze gronden ook zouden kunnen benutten voor extensivering. Het AD Groene Hart schreef daar ook over. Het is voor ons ook de aanjager om te kijken hoe Woerden zich steviger kan positioneren op de veranderingen in het landelijk gebied. In de afgelopen jaren heeft de gemeente zich daarin vrij passief opgesteld. Met de aankomende transitie en het coalitieakkoord dat ook spreekt van het opstellen van een Plattelandsagenda willen we daar steviger koers in zien.

Het interview van Hoekstra

Op vrijdag 19 augustus verscheen in het Algemeen Dagblad een scherp interview met CDA partijleider Hoekstra die daarin geen blad voor de mond nam. In zijn ogen is het belangrijk om de natuurdoelstellingen te halen, maar hij deed ook een oproep om de impasse te doorbreken en verklaarde de versnelling van de stikstofdoelen van 2035 naar 2030 in het regeerakkoord ‘niet heilig’.

Wat volgde was een typisch Haagse week waarin alles politiek werd gemaakt. De coalitie wacht op Remkes en belangrijk zal ook zijn wat het perspectief is dat minister Staghouwer gaat schetsen.

Tot slot

Als CDA Woerden hebben we geen coalitieakkoord in Den Haag afgesloten. Het stikstofvraagstuk is allereerst een landelijk en provinciale opgave. Toch gaat het onze deur niet voorbij.

Ook in Woerden moeten we zoeken naar een goede balans tussen alles wat we in onze leefomgeving doen. We wonen, werken, ondernemen erin. We produceren er voedsel en we willen er recreëren. We willen een gezonde leefomgeving en mooie natuur. Het stikstofvraagstuk, maar ook het vraagstuk van bodemdaling in het veenweidegebied, gezond en voldoende water, de bodem, energie en de omvang van onze economie stellen ons voor het maken van keuzes.

Voor ons als CDA Woerden staat voorop dat je die keuzes samen moet maken. De huidige polarisatie en impasse op het stikstofvraagstuk is zichtbaar in veel meer opgaven. Tegenstellingen worden vergroot tot vijandbeelden. Het debat gaat al snel over de schuldvraag. Meningen worden feiten en feiten worden feitenvrij. Dat helpt niemand vooruit.

We kunnen alleen uit de impasse komen als er oprechte interesse is in de mening van de ander en de gezamenlijke wil om samen vooruit te komen. Dat is toch wel de les van eeuwen geschiedenis die in onze polders voor het oprapen ligt. Zo hebben we het altijd gedaan.

De inhoudelijke uitkomst moet eenzelfde balans hebben in onze ogen.

De boerenfamiliebedrijven in het Groene Hart (de enige megastal in onze gemeente is van een bioboer) moeten perspectief hebben om over de periode van jaren te veranderen. De Rijksoverheid moet schetsen hoe dat kan en een marktperspectief bieden. Als consument kunnen we daarin trouwens ook een steentje bijdragen!

Belangrijk hierin is vooral ook dat het vakmanschap van de boeren zelf voorop komt te staan. Er is zoveel kennis en kunde die nu al wordt toegepast of geprobeerd met innovaties: benut dat!

In die balans moet er ook ruimte zijn voor goede, sterke natuur in het Groene Hart. Dat vraagt wel om goed beheer en om een scherp beeld van de ecologische kwaliteit en van de natuur die we voor ogen hebben. Zodat het voor iedereen begrijpelijk is dat onze leefomgeving ook echt beter wordt van de veranderingen die de minister voor ogen staan.

Er zal balans moeten zijn met andere opgaven. Hoeveel vliegtuigen mogen er vliegen door het Groene Hart? Hoever laten we onze economie hier nog groeien? Onze bedrijvigheid en woningen?

Wat ons betreft is het Groene Hart geen museum. Dit is een ecosysteem dat altijd zijn groei en verandering heeft gehad door de loop van duizend jaren. In een gezonde balans en met een koers naar de toekomst.

Geef ruimte en richting aan die geleidelijke ontwikkeling, maar doe het met de mensen samen.

Wij zullen dat steeds blijven bewaken.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.