Begrotingsraad - Over de RUD: "Het overkomt ons niet, we initiëren het."

Donderdag 4 november - GOES - Voorzitter, als CDA zijn wij groot voorstander om in de regio samen te werken ten aanzien van de overheidsdienstverlening, ten gunste van de kwaliteit, verminderen van de kwetsbaarheid en om de kosten binnen de perken te houden. Het is in onze ogen wel belangrijk om aandacht te blijven houden voor 2 andere aspecten:

1. Het waarborgen en sturen op de nabijheid van overheidsdienstverlening tot onze inwoners en bedrijven; Met nabijheid bedoelen wij o.a. dat onze inwoners en bedrijven de beste ambtenaren moeten treffen. Ambtelijke professionals die blijk geven van hun expertise, vooral weten wat er in onze gemeente speelt en ook niet bang zijn om op basis hiervan maatwerk toe te passen. Ofwel de menselijke maat. Een aspect wat mede na de toeslagenaffaire belangrijker is geworden dan ooit.
2. Het tweede aspect actuele aandacht behoeft is de schaalgrootte van waaruit deze professionele overheidsdienstverlening moet plaatsvinden; In tegenstelling met wat er in de begroting staat: “Het overkomt ons niet, maar we initiëren het”, leert het verleden ons dat schaalvergrotingen ons als raad, toch nogal weleens overkomen. Er zijn een aantal voorbeelden, maar het vertrek van de specialistische jeugdzorg uit Zeeland is in onze ogen het laatste tragische voorbeeld hiervan… tekenen bij het kruisje. Vanwege o.a. bezuinigingen en hogere kwaliteitseisen vanuit het rijk gaat in de volgende begrotingsjaar 2022 de discussie over de nabijheid van overheidsdienstverlening en schaalgrootte gewoon door.

Benieuwd zijn wij naar het concrete resultaat over de beoogde samenwerking tussen de VRZ/GGD en RUD en de concrete resultaten van de raad brede aangenomen fusie motie tussen GR de Bevelanden en het SWVO. Een ander zeer actueel en urgent onderwerp zijn de milieutaken. Taken die op dit moment worden uitgevoerd door de DCMR, RUD en de gemeente. Zo hebben recente rapportages vanuit de landelijke rekenkamer en de commissie Jozias van Aartsen aangetoond dat deze milieutaken in Zeeland te gefragmenteerd zijn georganiseerd, onvoldoende deskundig en niet onafhankelijk worden uitgevoerd. Echt keiharde woorden, maar wat vinden wij hier nu van als raad? Hebben we hetzelfde gevoel van urgentie op dit onderwerp als omringende gemeenten? Of
vinden wij het wel prima als ook deze taken onze provincie gaan verlaten? Want die optie wordt landelijk echt genoemd.

Voorzitter, in het kader van: “het overkomt ons niet, we initiëren het”; Is mijn klemmende vraag aan het college en de raad: Zijn wij bereid zijn om met gevoel van urgentie deze strategische discussies met elkaar en met de omringende gemeenten aan te gaan, of laten we dit zomaar lopen? In dit verband ook aandacht gevraagd voor de uitwerking van de door de raad op 27 mei jl. aangenomen Motie: Raadsambitie Document Verbonden Partijen.

Patrick Simpelaar