Een autoluwe binnenstad: dit vindt het CDA!
Donderdag 5 december - STADSKANTOOR - De plannen voor een autoluwe binnenstad zijn een belangrijke eerste stap in de missie van dit college om onze prachtige binnenstad een plek van beleving en ontmoeting te laten zijn. Een binnenstad waar bewoners, ondernemers en bezoekers zich veilig en welkom voelen. Een binnenstad waar het goed handel drijven is en waar mensen graag naartoe komen om te genieten en te ondernemen.
Daar horen in ieder geval geen auto’s bij die levensgevaarlijke capriolen uithalen, zoals we helaas soms op de markt zien gebeuren. Het CDA steunt daarom het streven naar een autoluwe binnenstad, maar benadrukt dat deze ambitie om zorgvuldige afwegingen vraagt.
Wij willen namens onze fractie drie belangrijke thema’s en bijbehorende vragen naar voren brengen:
1. Bestemmingsverkeer en ontheffingenbeleid
Voor een autoluwe binnenstad is een goed georganiseerd bestemmingsverkeer essentieel. Hoe zorgen we ervoor dat bezorgdiensten, werkvoertuigen en andere bestemmingsverkeerstromen strikt binnen de vastgestelde laad- en lostijden blijven? Zou een centraal bezorgpunt of punten buiten de binnenstad hierin een effectieve rol kunnen spelen?
Daarnaast vragen wij aandacht voor het ontheffingenbeleid. Welke criteria worden gehanteerd en hoe waarborgt het college de transparantie en juridische stevigheid van dit beleid?
Wij willen in dit verband ook graag weten hoe het college oprecht gaat luisteren en denkt invulling te geven aan de diepgevoelde zorgen van ondernemers, zoals deze vanavond zijn gedeeld. Het lijkt erop dat nog niet alle ondernemers zijn gehoord, behalve die van bijvoorbeeld ondernemersvereniging het OOG. Hoe denkt het college ook andere ondernemers die niet worden vertegenwoordigd door een vereniging op een goede en zorgvuldige wijze te betrekken in dit proces?
Tot slot horen wij graag hoe het college dit beleid zal evalueren, bijvoorbeeld na één jaar. Welke mogelijkheden ziet het college voor tussentijdse aanpassingen op basis van de praktijkervaringen?
2. Veiligheid en kwetsbare groepen
Met meer fietsers en voetgangers ontstaat er een andere dynamiek in de binnenstad. Hoe zorgt het college ervoor dat kwetsbare groepen, zoals mensen met visuele of auditieve beperkingen, veilig kunnen deelnemen aan het verkeer? Worden duidelijke markeringen, fietsstroken en bebording voorzien, vooral op drukke plekken zoals pleinen en kruisingen?
Een ander belangrijk punt is de Stenenbrug. Deze is nu beschermd tegen zwaar verkeer door een paal. Blijft deze paal gehandhaafd? En hoe wordt het verkeer over de brug gemonitord, bijvoorbeeld in relatie tot het maximale gewicht van 2500 kg? Kan de wethouder schetsen hoe de verkeerssituatie daar veiliger wordt en ook de monumentale status van de brug wordt beschermd?
3. Parkeren en alternatieven
Het verminderen van parkeerplaatsen in de binnenstad roept vragen op over alternatieven. Is er voldoende parkeercapaciteit aan de randen van de autoluwe zone? Welke rol kan het Molenplein hierin vervullen en wordt er voldoende rekening gehouden met gehandicaptenparkeerplaatsen? Het verdwijnen van 18 parkeerplekken vraagt om een heldere afstemming tussen vraag en aanbod, zodat mindervaliden niet buiten de boot vallen.
Tot slot
Het CDA steunt het streven naar een autoluwe binnenstad, maar roept op tot zorgvuldigheid bij de uitvoering. Het succes staat of valt met een transparant beleid, aandacht voor veiligheid, en voldoende alternatieven voor bewoners, bezoekers en ondernemers.
Laten we dit beleid samen ontwikkelen, met betrokkenheid van alle belanghebbenden, zodat onze binnenstad aantrekkelijk, veilig en leefbaar blijft voor iedereen die er wil verblijven en ontmoeten.