Installatie waarnemend burgemeester, jaarstukken & kadernota
Donderdag 6 juli - GOES - Op 6 juli vond de plechtige installatie plaats van de heer Fränzel als waarnemend burgemeester van de gemeente Goes. Het programma van de installatie omvatte verschillende belangrijke momenten, waaronder bemoedigende toespraken en symbolische overdrachten.
Na de toespraak van de Commissaris van de Koning Han Polman over de totstandkoming van het benoemingsbesluit, vond de beëdiging van de heer Fränzel plaats. In het bijzijn van de gemeenteraad, collega-bestuurders en andere genodigden legde de heer Fränzel de eed af, waarbij hij plechtig beloofde zijn functie als waarnemend burgemeester van Goes naar eer en geweten te vervullen. Vervolgens was het de beurt aan Johnny Lukasse, waarnemend voorzitter van de gemeenteraad, om het woord te voeren. Hij sprak een toespraak uit, waarin hij het belang van continuïteit en samenwerking binnen de gemeenteraad benadrukte. Daarna droeg hij symbolisch de voorzittershamer over aan de nieuwe waarnemend burgemeester, als teken van vertrouwen en samenwerking.
Joan Veldhuizen, locoburgemeester en wethouder van Goes, hield eveneens een toespraak en droeg het ambtsketen over aan de heer Fränzel. Tot slot nam Fränzel zelf het woord. In zijn toespraak bedankte hij de aanwezigen voor het vertrouwen dat in hem gesteld is. Hij benadrukte zijn toewijding aan de gemeente Goes en sprak zijn intentie uit om zich volledig in te zetten voor het welzijn en de ontwikkeling van de stad en haar inwoners.
Jaarstukken: CDA dient amendementen in over GGD en ZMS
Raadslid Frans van der Knaap heeft geconstateerd dat over het geheel genomen er een goed financieel beleid is gevoerd. Het is echter jammer van het resultaat in het licht van lastenverhoging van de burgers. Door de gegeven toelichting van het college hebben we begrip hiervoor. Het CDA ziet het beeld overal in Nederland. Vraag is dan wel: wat doen we hiermee naar de toekomst? Tonen we lef daar waar het de lastendruk betreft voor onze burgers en het bedrijfsleven? Of laten we ons vooral leiden door het rampjaar 2026?
Het CDA hoopt van niet! Laten we denken in scenario’s. De bezuiniging van het rijk gaat door en deze gaat niet door of minder door. Welke keuzes kunnen we dan als Goes maken om ons eigen gezicht te laten zien? Ziet de portefeuillehouder daar mogelijkheden voor? Tevens merkt het CDA op dat de NPO- middelen nog niet zijn uitgegeven. Komt er een plan om de kinderen die problemen ondervinden als gevolg van covid te begeleiden? Kan de portefeuillehouder ons hier verder over informeren?
Kadernota
Frans van der Knaap heeft het woord gevoerd over de Kadernota. Voor deze oordeelsvormende vergadering wil hij namens het CDA vijf punten benoemen:
1. Dit is de eerste kadernota. We vinden het lastig de nota goed te interpreteren. Enerzijds lijkt het college aan te geven dit zijn de drie belangrijkste onderwerpen. Dit wordt dan netjes uitgewerkt. Dat geeft ook nadrukkelijk duidelijkheid. Maar vervolgens wordt toch een poging gedaan ieder beleidsterrein, soms terreintje te noemen. Daarover worden dan soms drie regels opgeschreven en dat zegt dan eigenlijk weer niet zo veel. Daarnaast lezen we heel veel PM-kosten.
2. CDA maakt zich zorgen over de MOP’s. Wij vinden dit heel vreemd en zeer zeker heel ongewenst beleid. Hierop wordt nu bezuinigd met als argumentatie dat het werk niet kan worden gedaan en dan is het zonde dit geld op de plank te laten liggen. Dit vinden we geen goed beleid, want de rekening krijg je alsnog later en dan heb je misschien wel veel minder financiele ruimt. Denk aan Rampjaar. We hebben de laatste jaren juist geleerd zorg te dragen voor goede meerjarige onderhoudsplannen. Denk aan Omnium, de sluis, de molen enz. Dat goede beleid laten we nu los. Niet doen dus. Zo krijgen we te maken met achterstallig onderhoud. Let op goede voorzieningen voor beheer (MOP). Bovendien lijkt dit zwalkend financieel beleid. Je kunt niet over een jaar of twee jaar het weer opeens anders gaan doen. Naar mijn idee keurt een accountant dat niet goed.
3. Het derde punt is te kiezen voor een financieel investeringsniveau is 70% van de totaal opgenomen investeringen. Dit is wat ons betreft net als bij de voorziening voor de MOP’s een onzalig idee. Dit holt het budgetrecht van de raad uit. We stellen in de raad het budget vast. Vervolgens wordt echter maar een deel opgenomen . Daarmee verliezen we als raad een belangrijke invloed. Ook roept dit de vraag op: is dit een minder ambitieus beleid, of is dit een verkapte manier om de begroting op andere posten op te kunnen plussen. Dit kunnen we niet goedkeuren.
4. Op pagina 25 staat de vrije ruimte in de kadernota vermeld. We willen die vrije ruimte zolang mogelijk vrij houden door in scenario’s te denken.
5. Ik gaf aan dat deze kader nota lastig is te interpreteren. We behouden ons het recht voor dat als bij de begroting duidelijk wordt wat de invulling is dat we daar dan nog een oordeel over kunnen vormen. Dat brengt ons bij de status van de kadernota. We worden gevraagd hem vast te stellen, maar naar onze mening nemen we er kennen is van. Dat past ook veel beter bij de inhoud. Het waren heel veel stukken en heel veel cijfers. Ik ben blij naar alle goede ambtelijke ondersteuning die we hebben gehad vanavond ook de andere fracties te horen. Dit helpt ons bij de voorbereiding voor de besluitvormende raad.