Ieder mens heeft talenten. Het CDA streeft naar een samenleving waarin iedereen erbij hoort en zijn of haar steentje bijdraagt. Talenten zijn niet evenredig verdeeld. Dat vraagt erom dat er steeds werk wordt gemaakt van een lokale samenleving waarin mensen niet worden uitgesloten. De christendemocratie bevordert dat mensen elkaar leren kennen waarmee vooroordelen worden voorkomen. Werk is een middel bij uitstek om deel te nemen aan de samenleving en verantwoordelijkheid te dragen voor het eigen leven of het eigen gezin. Naast de nodige solidariteit spreken we mensen ook aan op hun persoonlijke verantwoordelijkheden. Rechten en plichten gaan dus hand in hand.

 

 

4.1. Maatschappelijke ondersteuning

Het gemeentelijk WMO-beleid is gebaseerd op drie uitgangspunten: iedereen doet mee, problemen voorkomen (door preventie en vroege signalering) en problemen waar nodig oplossen (door individuele ondersteuning).

Daar waar mensen niet in staat zijn om geheel op eigen kracht deel te nemen aan de samenleving staat de gemeente garant voor een passend vangnet. Daarbij bepalen niet de professionals of de gemeente wat mensen nodig hebben, maar verwoorden mensen dat zelf in een open gesprek met de WMO medewerker.

De gemeente krijgt vanaf 2015 extra taken rond ondersteuning en persoonlijke verzorging. Daar wordt in de plannen van het kabinet fors op bezuinigd. Ook het jarenlang bestaande recht  van ouderen op lijfgebonden zorg en verpleging wordt afgeschaft. De maatregelen zoals deze zich nu ontwikkelen door de huidige regering VVD en PvdA zijn rampzalig voor kwetsbare groepen. Daar richt het CDA zich vooral op in de taakstelling van de overheid.

Daarom willen wij:

 

Consulenten

Een WMO-consulent denkt mee en bemiddelt bij het vinden van de best mogelijke oplossing. De gemeente zorgt voor de beschikbaarheid van voldoende passend en kwalitatief goedaanbod.

 

Eigen budget

Financiering van ondersteuning vindt zoveel mogelijk plaats door niet de instelling (dus het aanbod van ondersteuning)

te financieren, maar door de vraag van mensen te financieren. Dit kan door diverse vormen van persoonsvolgende financiering zoals een persoonsgebonden budget of een persoonsvolgend budget of vouchersysteem waarmee zorg kan worden ingekocht wanneer de persoon daarvoor kiest.

 

Menselijke maat

Niet waar iemand recht op heeft moet leidend zijn, maar waar iemand mee is geholpen. Met die instelling kunnen kosten bespaard worden zodat het aanbod voor iedereen bereikbaar blijft.

 

4.2. Welzijn van mensen

Leeftijd, lichamelijke, psychische of verstandelijke beperkingen mogen geen belemmerende factor zijn voordeelname aan de samenleving. We staan voor een samenleving, waarin iedereen erbij hoort. Zo’n samenleving kan niet eenzijdig door de overheid worden gecreëerd. Iedereen die deel uitmaakt van de samenleving is daarvoor nodig. Dat begint bij het gezin en de directe woonomgeving. Maar ook op school, in het bedrijfsleven, in de sport en in het uitgaansleven is inclusief denken en niemand buitensluiten belangrijk.

Het CDA wil initiatieven ondersteunen die een inclusieve samenleving dichterbijbrengen. Het welzijnswerk in de gemeente kan hierin een stimulerende functie hebben. Dat betekent dat het CDA geen activiteiten ondersteunt waar uitsluitend specifieke doelgroepen welkom zijn, maar activiteiten ondersteunt waarbij mensen met beperkingen zich welkom voelen en worden opgenomen in de reguliere samenleving. Speciale aandacht vragen wij voor het welzijn voor ouderen.

 

Buurthuis van de Toekomst, ook in Middelburg

In wijken en dorpen zijn buurtaccommodaties belangrijke plekken waar bewoners elkaar ontmoeten. Er zijn in wijken veel verschillende accommodaties bijvoorbeeld voor sport, zorg, welzijn en onderwijs. Deze worden allemaal voor het afzonderlijke eigen doel gebruikt: het welzijnspand voor alleen welzijnsactiviteiten, sportaccommodaties alleen voor sport enzovoorts. Dit is niet efficiënt. Om dit te veranderen is het concept Buurthuis van de Toekomst ontwikkeld. In het Buurthuis van de Toekomst werken sportclubs, scholen, instellingen en andere organisaties in de wijk nauw met elkaar samen. Zodat bijvoorbeeld de voetbalclub meer is dan alleen een voetbalclub, maar ook een plek wordt waar je komt voor een praatje of voor huiswerkbegeleiding. Mensen leren elkaar zo beter kennen. Ze zijn meer betrokkenen bij elkaar en hebben meer voor elkaar over. Vrijwilligers nemen het heft in handen en worden ‘eigenaar’ van hun initiatief.

Hiermee worden verenigingen ook bepalender in wat er in een wijk, dorp of buurt gebeurt.

 

In iedere wijk een ontmoetingsruimte

In iedere wijk/dorp willen wij een ontmoetingsruimte behouden of verkrijgen – een faciliteit die door de bewoners zelf wordt bemenst, beheerd en geëxploiteerd. De gemeente faciliteert dit door het bundelen van activiteiten en laat in iedere wijk/dorp een buurthuis (van de toekomst)

Voedsel- en kledingbank

Voedselbanken en kledingbanken blijken helaas noodzakelijk maar moeten wel een tijdelijke oplossing blijven. De gemeente ondersteunt waar nodig in het vinden van een geschikte accommodatie. Bezoekers aan de kleding- of voedselbank hebben vaak meer problemen tegelijk, zoals werkloosheid en schulden. Zij worden actief benaderd om deel te nemen aan het schuldhulpverleningstraject en het zoeken van werk. Zo kan de kleding- of voedselbank ook voor hen een tijdelijke voorziening blijven.

 

Sleutelfiguren en instellingen in de wijk

De gemeente werkt bij het uitvoeren en maken van nieuw beleid samen met de mensen die weten wat er in buurten en wijken speelt. Dat kunnen sociale wijkteams zijn, verenigingen of instellingen zijn als diaconieën, charitas, de Zonnebloem en dergelijke. Het kunnen ook mensen zijn die de buurt goed kennen en door de bewoners vertrouwd worden als sleutelfiguren. Hun mening wordt actief door de gemeente gevraagd.

 

Amoede tegengaan

Armoede tegengaan door een vangnet de vormen voor die menzen die het nodig hebben. CDA wil mensen zichzelf te helpen. Iedereen die kan werken, wordt zoveel mogelijk positief geprikkeld dat ook te doen. Werken moet lonen.

CDA accepteert niet dat diegenen die niet in staat zijn hun situatie te verbeteren, zoals ouderen, gehandicapten en kinderen, in armoede leven. We streven naar een breed netwerk ter ondersteuning en willen daarbij ook een grotere betrokkenheid vanuit de gemeente met de kerken (en omgekeerd).

 

Burgeradviseur

In de zogenaamde keukentafel-gesprekken (indicatie o.a. voor huishoudelijke hulp) wil CDA ondersteuning bieden aan de (Middel)burger. Die ondersteuning nodig heeft door middel van een burgeradviseur. Deze vrijwilliger is opgeleid door POSO en koepelorganisatie van ouderenbonden in Zeeland

 

De wijk in de stad

Voor veel bewoners van steden of grotere dorpen vervult de wijk een belangrijke functie. De wijk is de plek waar bewoners hun dagelijkse boodschappen doen, de kinderen naar school gaan en waar de eerstelijns zorgverlening zit. Ook kan de wijk op sociaal gebied een stevige functie vervullen, bijvoorbeeld doordat er plekken zijn waar jong en oud, autochtoon en allochtoon, zieke en gezonde mensen elkaar kunnen ontmoeten. Het CDA wil inzetten op een goede spreiding van voorzieningen over wijken, zodat het wijk- en buurtgevoel behouden blijft.

 

Buurtbetrokkenheid

Daar waar buren, buurtbewoners behoefte eraan hebben, daar mag de gemeente meer investeren in leefbaarheid.

Wij willen de verbondenheid in wijken, dorpen, in de stad versterken. Dit door in wijken een grotere buurtbetrokkenheid te ontwikkelen met als doel : een optimalisatie van de sociale activering in en met wijk, door en voor wijkbewoners.
Buurtbetrokkenheid wordt zichtbaar in bijvoorbeeld: culturele wijkinitiatieven, initiatieven die het veiligheidsgevoel verbeteren, schoon houden van de buurt, samen werken aan goede speelplekken, wellicht het opstellen van straatregels, een straatfeest, aanbieden van hand- en spandiensten op buurtniveau of een straatspeeldag samen met de school, die immers het hart van de wijk is.

4.3. Weer aan het werk

Werkloosheid is een groeiend probleem voor mensen. De economische omstandigheden maken de oplossingen

Nog moeilijker. Toch blijft werk de meest belangrijke factor om erbij te horen. Ons uitgangspunt is: of je bent aan

het werk, of je levert een bijdrage door vrijwilligerswerk of dagbesteding. Meer mensen zullen op een effectieve manier

van de bijstand naar nieuw werk begeleid moeten worden.

 

Orionis

Na de reorganisatiestaat er een stabiele organisatie met medewerkers die toegerust zijn voor hun taak. Noodzakelijk daarvoor is een goede structuur en leiding van de organisatie.

Orionis zal een plaats moeten blijven waar mensen, die aangewezen zijn op een beschutte werkplaats, kunnen blijven werken. Ook zij hebben recht op een arbeidsplaats.

Voor mensen met een beperking, die nu nog bij Orionis werken en mogelijkheden hebben met ondersteuning in een reguliere baan te werken, worden daarbij geholpen. Werkgevers, waar onder ook de lokale overheid, zullen uitgedaagd worden deze mensen een passende arbeidsplaats te bieden.

Orionis uitkeringen aan personen die geen andere inkomsten hebben. Daarnaast worden alle mogelijke middelen ingezet om voor deze mensen een baan te vinden. Schuldenproblematiek zal op een adequate manier worden aangepakt.

 

Bijzondere positie van jongeren

De aanpak van jeugdwerkloosheid heeft de prioriteit. Om jongeren uit een uitkering te houden, wordt ingezet op training, scholing, werkervaringsplaatsen en aanvullingen op het loon wanneer zij niet volledig kunnen werken.

 

 

Jeugdwerkloosheid

De gemeente voert de regie in een goede afstemming tussen onderwijs en wensen/eisen van het bedrijfsleven inzake het verminderen van de jeugdwerkeloosheid. Een pasende opleiding geeft de beste garantie op werk. Met Scalda (vroeger ROC Zeeland) worden goede afspraken gemaakt over de plek die jongeren krijgen als zij de entreetoets in het MBO niet halen. Bij deze groep dreigt het risico dat zij zonder diploma aan de kant komen te staan.

 

Tegenprestatie

Gemeenten verplichten mensen die een bijstandsuitkering ontvangen en niet in een re-integratietraject zitten tot het leveren van een tegenprestatie. Dit kan in de vorm van vrijwilligerswerk.

 

Werkgeversteam

Het opbouwen van een goede relatie met het bedrijfsleven is een voorwaarde voor het begeleiden van mensen

van bijstand naar werk. Een speciaal werkgeversteam bij de sociale dienst is de aanjager van deze contacten. Dit is en blijft een belangrijk speerpunt voor Orionis (samenwerkingsverband sociale werkvoorziening Walcherse gemeenten).

 

Loonkostensubsidies

Het bieden van een aanvulling op de loonkosten en het ‘ontzorgen’ van werkgevers zijn middelen om werknemers

met een beperking aan de slag te krijgen bij reguliere werkgevers. Maatwerk om een goede match te maken

tussen werkgever en werknemer is het uitgangspunt.

 

4.4.Goed onderwijs

Niets heeft zoveel impact op een goede sociale integratie als onderwijs. Onderwijs vergroot de kansen van kinderen, jongeren en ouderen. De bevoegdheid van gemeenten op het gebied van onderwijs is niet groot. Dat geeft veel scholen de positieve vrijheid om zelf te bepalen hoe goed onderwijs eruitziet. Wel zijn scholen partners bij het signaleren en oplossen van problemen. Er is extra aandacht nodig voor sociale uitsluiting van kinderen en het verbeteren van leerprestaties Daarom willen wij:

 

Integrale Kindcentra (IKC)

Onderwijs is van groot belang. De gemeente heeft als taak om voor de huisvesting van de scholen te zorgen. We vinden het geen gemeentelijke taak om een aanjager of initiator te zijn van integrale kindcentra. We laten het initiatief daarvoor graag over aan de scholen en de ouders, die dat initiatief ook oppakken.

 

Schoolgebouwen

De gemeente is een betrouwbare partner als het om de (nieuw)bouw van scholen gaat. Het geld voor groot

onderhoud gaat rechtstreeks naar schoolbesturen. Ook op het gebied van bouw kan de gemeente meer op basis van vertrouwen werken door de gemeente niet zelf, maar de scholen een huisvestingsplan te laten maken.

De gemeente stelt de Rijksmiddelen rechtstreeks aan scholen of schoolorganisaties ter beschikking.

Multifunctioneel gebruik van de scholen staat daarbij voorop. Het CDA streeft naar een brede buurtschool als spil in

het dorp en de wijk als een ontmoetingsplek die ook ’s avonds en in het weekend optimaal benut wordt. Deze brede buurtschool kan zich ontwikkelen naar een integraal kindcentrum (IKC).

 

Leerlingenvervoer

Bij leerlingenvervoer staat het belang van het kind voorop. De gemeente maakt gebruik van de mogelijkheid om

veiligheidseisen te stellen, zoals winterbanden. Waar mogelijk wordt er samengewerkt met het regulier openbaar

vervoer door verplaatsing van haltes of aanpassing van busroutes en -tijden.

 

Nieuwe schooltijden

Ouders hebben vaak moeite om school en werk te combineren. De gemeente faciliteert nieuwe schooltijden waarbij

dagprogramma’s ontstaan voor kinderen. In brede scholen of IKC’s ligt het accent op meer effectieve onderwijstijd voor

jonge leerlingen met een (taal-)achterstand.

 

Keuzevrijheid van ouders

Het CDA staat voor de keuzevrijheid van ouders als het om scholen gaat. De vrijheid om te kunnen kiezen tussen

bijzondere of openbare scholen moet blijven bestaan. Ook in regio’s waar er sprake is van bevolkingskrimp. Dit kan door actief in te zetten op het vormen van samenwerkingsscholen.

 

Lezen en rekenen

Kinderen van ouders die voorlezen of helpen met rekenen presteren beter op school. De scholen zetten samen met

de gemeente een programma op om de betrokkenheid van ouders bij lezen en rekenen actief te vergroten. Samen

met bibliotheken wordt het lezen bevorderd.

 

School in de wijk

Schoolgebouwen in woonwijken kunnen ook na sluitingstijd hun onderwijsfunctiebehouden. Doordat het schoolplein openbaar speelterrein is of door er bijvoorbeeld ’s avonds onderwijs of cursussen aan senioren of taallessen voor allochtone inwoners aan te bieden. Taalles voor allochtone moeders of vaders maakt hen dan tegelijkertijd wegwijs in het reilen en zeilen op Nederlandse scholen. Het vergroot waar nodig de betrokkenheid bij de kinderen.

 

 

 

4.5. Dienstbaar aan dezelfde mensen

De gemeente heeft diverse gesprekspartners. Kerken en andere religieuze gemeenschappen horen daar ook bij.

Mensen die vanuit hun overtuiging maatschappelijk actief zijn, zijn vaak dienstbaar aan dezelfde mensen als waar de gemeente zich op richt. In de aanpak van armoede is bijvoorbeeld contact met diaconieën onontbeerlijk. Om die reden maken gemeenten geen onderscheid in hun subsidiebeleid tussen neutrale of levensbeschouwelijke organisaties als het gaat om het (helpen) uitvoeren van algemene maatschappelijk taken.

 

 

4.6. Burgerschap

Burgerschap staat centraal in de activiteiten die de gemeente onderneemt op het gebied van integratie van minderheden. Maar in zekere zin geldt dit voor iedere inwoner van de gemeente. Voor de wet is iedereen gelijk en heeft iedereen gelijke rechten. In het omgaan met elkaar is wederzijds respect dan ook de norm. Zelfwerkzaamheid is een tweede punt. Burgerschap is ook het vermijden van afhankelijkheid. In de zin dat iedereen naar vermogen zich inzet voor opleiding en werk. In onze samenleving mag betrokkenheid als derde punt niet ontbreken.

Het vraagt aandacht voor de persoonlijke en gevoelsmatige aspecten in het omgaan met elkaar. Als laatste geldt een grote mate van betrouwbaarheid. Mensen zijn aanspreekbaar op hun persoonlijke keuzes en volgen daarbij de regels en wetten. Daarom willen wij:

 

Burgerschapsdag

De naturalisatiedag waarop nieuwe inwoners van de gemeente de Nederlandse nationaliteit krijgen uitgereikt,

wordt verbreed. Ook jongeren die 18 jaar zijn geworden, worden voor deze gemeentelijke ‘burgerschapsdag’

uitgenodigd.

 

Nederlands is de voertaal

Het leren van de Nederlandse taal is een echte voorwaarde voor succesvol inburgeren. De gemeente communiceert

consequent in het Nederlands.

 

Wijkregels als een afgesproken gedragscode in de onderlinge bejegening

Wijkregels promoten in de wijk positief gestelde omgangsvormen. Alle instellingen die met jeugd, jongeren, ouders

of andere groepen bewoners werken, gebruiken deze omgangsvormen als herkenbare rode draad in hun dagelijks

werk.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.