Landbouw op oorlogssterkte
Middelburg 7 juli 2017 - Het CDA vindt dat er actie ondernomen moet worden om de economische schade aan landbouw te beperken. Om op oorlogssterkte te komen, zal er een effectief predatorenbeleid moeten komen. Hier staat respect voor de nieuwe natuur hoog in het vaandel.
Volgens het CDA is agrarisch natuur- en landschapsbeheer een belangrijke pijler in het plattelandsbeleid. Boeren leveren met het beheer van natuur en landschap een belangrijke bijdrage aan het behouden en versterken van een groen platteland en leefgebied van flora en fauna. De agrariërs zouden in dit proces meer ondersteund moeten worden. De Zeeuwse natuur ondervindt namelijk ook nadelige gevolgen van de nieuwe (en oude) natuur. Overlast van planten zoals distels en bereklauw, maar ook van dieren zoals vossen en kraaien komt steeds vaker voor. Met name in de landbouw.
Het CDA stelt een effectief predatorenbeleid voor om de predatie van bijvoorbeeld weidevogels terug te dringen. Er dient iets gedaan te worden aan de economische schade aan landbouw door ganzen en zwanen. Tevens hebben verschillende exoten zoals nijlganzen hun weg gevonden naar Zeeland. Deze mogen echter niet bejaagd worden.
Wat de nieuwe natuur betreft, gaat het CDA voor kwaliteit en niet voor kwantiteit. De nieuwe natuur mag niet ten koste gaat van goede landbouwgrond. Mocht er schade door deze nieuwe grond veroorzaakt worden, dient deze volledig gecompenseerd te worden. Verder dienen natuurgebieden zoveel mogelijk toegankelijk en leefbaar te zijn volgens het “ja-ten-zei”-principe.
Het CDA is voor duurzamere vormen van energieopwekking. De oorlog om grondstoffen kan zo voorkomen worden. Het CDA vraagt daarom aandacht voor zonne-energie. Financiële ondersteuning voor de plaatsing van zonnepanelen en de verwijdering van asbest, blijft een belangrijke optie. Het CDA is niet tegen het realiseren van zogenaamde vrije veldopstellingen maar geeft de voorkeur aan installaties op daken, afgedekte stortplaatsen en braakliggende terreinen zonder dat daarvoor goede landbouwgrond ingeleverd wordt. Tevens wilt het CDA ruimte geven aan de landbouw voor innovatie. In een omgevingsplan zou niet alleen benadrukt moeten worden wat er niet kan, maar ook wat de mogelijkheden zijn. De laatste decennia hebben agrarische bedrijven zich steeds meer gespecialiseerd. De hoofdmot is akkerbouw, fruitteelt en melkvee geworden. Varken- en pluimveebedrijven zijn de laatste 10 jaar gehalveerd. De landbouw moet de ruimte krijgen om te voldoen aan wat de markt en de maatschappij wilt. Verduurzaming, local for local en de regionalisering van voedselproductie zou daarom gestimuleerd moeten worden. Het CDA steunt daarom de deelherziening van het Omgevingsplan Zeeland 2012-2018. Deze ziet toe op uitbreiding van de bestaande, intensieve pluimbedrijven wanneer deze het Beter Leven Keurmerk toepassen.
|