CDA stelt vragen over huisartsen in Zeeland
Maandag 18 januari - ZEELAND - In de PZC verscheen op 14 januari een nieuwsbericht met als titel “Je wilt huisarts worden in Zeeland, dan kun je zomaar tegen rare regels aanlopen". In het artikel komt naar voren dat een arts werkzaam bij het Admiraal de Ruijterziekenhuis (ADRZ) te Goes zich wil specialiseren tot huisarts in dezelfde woonplaats. Door het systeem dat de plaatsing van huisartsen in opleiding bepaalt, blijkt dit onmogelijk: de opleiding moet gevolgd worden in Zwolle. Dit strijkt tegen de haren in van een geëvalueerde plaatsingsprocedure. Een van de aanbevelingen uit die evaluatie is om overplaatsing naar krimpgebieden onder voorwaarden toe te staan.
Kamerlid Joba van den Berg (CDA) heeft Kamervragen gesteld aan minister Van Ark van Medische Zorg naar aanleiding van de tweet van SEH-arts Menno Gaakeer van het ADRZ. Gaakeer stelt dat ondanks twee niet-benutte opleidingsplekken op basis van het pakket van Wientjes en de bereidheid van de huisarts-opleider in Zeeland om maandelijks mee te reizen naar Zwolle, er geen oplossing mogelijk wordt gemaakt. Het teruggeven van de plek en volgend jaar opnieuw solliciteren zou tevens verhinderd worden. Uit diverse cijfers is gebleken dat 60 procent van de Zeeuwse huisartsen ouder dan 50 jaar is. Het tekort aan huisartsen, psychiaters en verpleegkundigen verergert in de komende 3-5 jaar, volgens de website van Regiobeeld Zeeland.
Het CDA is van mening dat alles op alles gezet dient te worden om het huisartsentekort in Zeeland te verhelpen. De CDA-Statenfractie stelt naar aanleiding van de ontwikkelingen de volgende vragen aan het college van Gedeputeerde Staten:
1. Is het college van GS op de hoogte van het huidige plaatsingsbeleid van huisartsen in opleiding?
2. Heeft het college van GS kennis genomen van het nieuwsbericht?
3. Deelt het college onze mening dat deze ontwikkelingen ertoe leiden dat het huisartsentekort hiermee is verslechterd?
Het compensatiepakket Wind in de Zeilen maakt zich sterk voor het Zeeuwse imago. Het CDA stelt daarom nog een aanvullende vraag:
4. In hoeverre deelt het college met ons de mening dat de ontstane situatie de doelen van compensatiepakket Wind in de Zeilen tegenwerkt en hiermee het Zeeuwse belang schaadt?
5. Kan GS contact opnemen met de betrokken instanties om de situatie nader te onderzoeken en op te lossen en Provinciale Staten hier actief over informeren?