Inbreng CDA Zeeland | Informatiebijeenkomst Marinierskazerne
Vrijdag 17 april - THUISWERKPLEK - Op vrijdag 17 april vond er een digitale bijeenkomst plaats over de marinierskazerne. Hierbij was de heer Wientjes aanwezig. Het CDA heeft een inbreng geleverd in de persoon van fractievoorzitter Hannie Kool-Blokland.
Het CDA geeft hierbij zijn inbreng voor de structuurversterking van Zeeland. Dit betreft spoor twee in de compensatie voor het niet komen van de Marinierskazerne naar Vlissingen.
In spoor twee gaat het vooral om compensatie voor de gederfde inkomsten door middel van een structuurversterking van Zeeland. Dat kan op diverse manieren, maar in ieder geval zal een betekenisvolle versterking van de werkgelegenheid daarvan onderdeel moeten zijn.
Wij richten ons op een aantal sporen die moeten leiden tot strategische ontwikkelingen: economie, energie, infrastructuur en onderwijs.
Versterking & verduurzaming van de industrie
Dit komt ook terug in het klimaatakkoord. Het gaat om zeer aanzienlijke bedragen, zodat - als het Rijk daar substantiële bedragen aan toekent - dit een grote impuls van de economie en van de werkgelegenheid met zich meebrengt. Voorbeelden kunnen daarbij zijn een waterstoffabriek, infrastructuur (denk ook aan buizen, netcapaciteit). Dit zijn voorbeelden van grote projecten waar honderden miljoenen voor nodig zijn en die cruciaal zijn voor de industrie in Zeeland. Zie ook het plan dat SDR heeft geschreven om tot een klimaatneutrale industrie te komen in 2050: klik hier.
In het verlengde hiervan zou het goed zijn als Zeeland het kennis- en innovatiecentrum voor de energietransitie zou worden. In het bijzonder kan gedacht worden aan het versterken van het Zeeuwse nucleaire cluster & kenniscentrum Thorium, uiteraard in combinatie met de TU Delft. In dat kader zou het langer open houden de kerncentrale in Zeeland en het overnemen van de verantwoordelijkheid van het Rijk voor de kerncentrale belangrijk zijn voor Zeeland. Dat is goed voor zowel onze industrie als voor hoogwaardige werkgelegenheid en het realiseren van de beoogde CO2-reductie. Dit is een onderdeel van het rapport Balkenende over de structuurversterking van Zeeland dat nog uitgewerkt dient te worden. Zie het rapport Zeeland in Stroomversnelling.
Voor Zeeland is een verbetering van snelle verbindingen met de Randstad en met Vlaanderen essentieel. De relatie tussen woon- en werkgebieden - Zeeland - Brabant - Randstad en Zeeland - Vlaanderen - kan helpen in de economische ontwikkeling van regio’s waarbij mensen specifiek zoeken naar een goede leefomgeving op een bereikbare afstand van het werk. De visie van OV-bedrijven voor een snelle verbinding met de Randstad dienen dan ook prioriteit te krijgen. Daarbij gaat het ook om een goede en snelle bereikbaarheid binnen Zeeland zelf.
Slimme mobiliteit kan daarbij helpen. Mogelijk kan daar ook de vervroegde beëindiging van de tol voor de Westerscheldetunnel bij betrokken worden. Een goede en snelle bereikbaarheid van niet alleen de Randstad maar ook Vlaanderen, via spoor naar Gent , kan tevens een impuls betekenen voor de Industriële ontwikkeling en voor woningbouw in Zeeland.
Extra investeringen in het Zeeuws onderwijs dragen ook bij aan het versterken van het goede woon-, werk- en leefklimaat, aan het versterken van de leefomgeving. Met Campus Zeeland is de provincie op de goede weg en die kan nog verder versterkt worden. Een verdere uitbouw van de universiteit van Zeeland is een belangrijke ontwikkeling. Voor Zeeland De uitdagingen (o.a. minder leerlingen) voor het Zeeuwse PO, VO en MBO voor de komende jaren zijn ook groot en het behouden en verbeteren van het Zeeuws onderwijs is bij uitstek belangrijk voor de structuur van de Zeeuwse economie, het Zeeuwse vestigingsklimaat en het behouden en aantrekken van meer jongeren. Daar kunnen allerlei concrete projecten bij benoemd worden.
Ten slotte willen we bij dit punt nadrukkelijk aandacht vragen voor de verbinding onderwijs en bedrijfsleven - als één van de motoren van economische ontwikkeling.De beoogde locatie van de marinierskazerne in Vlissingen dient een goede invulling te krijgen. Daarvoor denken wij aan de komst van een rijksdienst naar Zeeland, met een grote werkgelegenheidsfactor. Mogelijk kan gedacht worden aan de al eerder genoemde plannen van het kabinet om een tweede EBI te bouwen, met een extra beveiligde rechtbank. Mogelijk kan ook gedacht worden aan de komst van een grote douanedienst. De haven van Vlissingen zou daarvoor een uitstekende plaats zijn. Maar ook de komst van een landelijk datacentrum zou tot de mogelijkheden behoren. Voor spoor drie, dat betrekking heeft op het herstellen van het imago van Zeeland, zouden wij willen aansluiten bij de lijnen die in Zichtbaar Zeeland worden uitgelegd. De middelen die daarin benut worden kunnen verder worden ondersteund, zoals Zeeland Partners. Zeeland zal zelf daarin de beslissingsbevoegdheid voor de inzet van de middelen moeten krijgen.
Met Zichtbaar Zeeland is de provincie goed bezig. De provincie heeft veel ambities. Er zijn meer middelen nodig om die te realiseren. Het CDA heeft eerder al ingebracht dat een onderdeel in het aantrekkelijk maken van het vestigingsklimaat gratis kinderopvang in Zeeland kan zijn. Voor onze provincie kan dat een unique selling point worden. Bovendien is het in Zeeuws Vlaanderen een belangrijk middel om de kinderen ook voor het PO en VO in Zeeland te houden en de weglek naar Vlaanderen tegen te gaan.
Tot slot: Zeeland heeft veel goede ideeën voor structuurversterking. Die zijn nodig, gezien de reeks van door het Rijk weggehaalde overheidsbedrijven in de laatste decennia - meer dan twintig - met een forse aderlating van werkgelegenheid in Zeeland. In het tijdsbestek van het onderzoek van Wientjes zal niet alles wat genoemd is voor de structuurversterking binnen korte tijd uitvoeringsgereed zijn. Dat maakt dat Zeeland ook gebaat is bij het vormen van een fonds van waaruit Zeeland zelf kan bijdragen aan structuurversterkende initiatieven. Dat fonds kan dan ook ingezet worden om bedrijven en bijvoorbeeld de zeer belangrijke recreatiesector te verduurzamen, kwaliteitsimpulsen te geven en beter in staat te stellen tot een duurzame en stevige werkgelegenheid in Zeeland te komen.
Als laatste. We verkeren nu in bijzondere tijden.
We denken na over een lange termijn waarin we mooie lange termijn plannen maken, terwijl de Zeeuwse economie - in het slechtste scenario - nog blijvend last heeft van de grote klappen die de bedrijven nu oplopen. We denken dan heel specifiek aan de horeca en recreatiesector. We moeten nadenken over verduurzaming en kwaliteitsverbetering, maar we moeten eerst wel zorgen dat de sector deze coronatijd overleeft.