Inbreng Gewijzigde Kadernota Omgevingsplan 2018
Voorzitter, de vier thema’s ‘duurzame en concurrerende economie’, ‘klimaatbestendig en klimaat neutrale samenleving’, ‘waardevolle leefomgeving’ en ‘toekomstbestendige en bereikbare woon, werk en verblijfomgeving’, zijn dé thema’s voor de manier waarop Zeeland in de toekomst wordt ingericht. Het is wat het CDA betreft dan ook geen wonder dat hier veel discussie over is gevoerd.
Voorzitter, fouten zijn er om van te leren, tweede kansen zijn er om te bewijzen dat je inderdaad van je fouten geleerd hebt. In relatie tot het procesverloop van de ‘Kadernota Omgevingsplan 2018’ constateert het CDA dat er in de herkansing van het proces meer recht is gedaan aan de input van de verschillende stakeholders. Op verschillende onderwerpen is er meer duidelijkheid verschaft of zijn deze teruggegaan naar de tekentafel voor nadere uitwerking en afstemming.
Het CDA wil graag de toezegging van de gedeputeerde dat ook in het verdere procesverloop alle stakeholders betrokken blijven worden bij de invulling en transformatie van het Omgevingsplan 2018 naar de Omgevingsvisie 2021.
Voorzitter, de toelichting zoals verstrekt door GS heeft het CDA duidelijkheid verschaft over een aantal zorgen die het CDA had. Het in de eerste instantie waargenomen gebrek aan maatwerk en flexibiliteit in het Omgevingsplan – bijvoorbeeld bij de aanwijzing van aandachtsgebieden en de beperkte uitbreidingsmogelijkheden bij verblijfsrecreatie – baarde het CDA zorgen. Deze zorgen zijn grotendeels weggenomen dankzij de toelichting. De punten die wat het CDA betreft alsnog tekstueel aangepast dienen te worden zijn verwoord in de moties die eerder vanmorgen zijn ingediend door onder andere de VVD, SGP en PvdA.
Op het punt verblijfsrecreatie kan het CDA zich vinden in het toepassen van de hoofdlijnen die komen uit de aanpak van de kustvisie. Het ontwikkelkader uit de kustvisie is een gedetailleerde uitwerking die wat het CDA betreft vooralsnog alleen uitwerking mag hebben op de Noordzeekust. Voor het gebied buiten de Noordzeekust is het CDA van mening dat voordat er een dergelijk specifiek ontwikkelkader wordt vastgesteld voor deze gebieden er eerst een zorgvuldig traject moet worden doorlopen.
Ten aanzien van uitbreidingsmogelijkheden voor jachthavens vindt het CDA dat flexibiliteit en maatwerk leidend moeten zijn. Hierbij is een kleine uitbreiding bij herontwikkeling wat het CDA betreft geen probleem. Wel moet er gestreefd worden om op termijn het huidige totaal aantal ligplekken gelijk te houden. Daarom dient het CDA hier eveneens samen met de VVD en SGP een amendement in.
Ten aanzien van glastuinbouw hoeft Zeeland geen tweede Westland te worden. Zeker gezien er weinig draagvlak lijkt te zijn voor nieuwe glastuinbouwlocaties. Mocht er in de toekomst echter de noodzaak zijn voor een nieuwe locatie of ontwikkelingsgebied, dan kan dat wat het CDA betreft met de voorwaarde dat er een duurzamere koppeling gemaakt kan worden met bijvoorbeeld restwarmte en/of CO2 etc. Daarom dienen wij het amendement van SP, GL, D66 en de PvdA mede in.
Bij intensieve veehouderij kan het CDA instemmen met de door GS gekozen optie C met dien verstande dat wanneer er vanuit de markt de vraag is naar verduurzaming, er door middel van maatwerk flexibel wordt omgegaan met nog te ontwikkelen bovengrens. Het CDA wil graag een toezegging van de gedeputeerde op dit punt.
Voor wat betreft stedenbeleid kan het CDA zich vinden in de prioritaire opgave om het stedelijk gebied aantrekkelijker te maken. Voorzitter, nog twee rapporten over de Staat van onze provincie en we zijn tenslotte allemaal stadsbewoners.
Desalniettemin, het beperkt mogelijk maken van extra woningbouw voor het opvangen van natuurlijke groei in dorpen en kleine kernen mag wat het CDA betreft eveneens als prioriteit worden beschouwd. Hierbij moet in de eerste plaats gekeken worden naar inbreiding en herstructurering of beperkte nieuwbouw. De totale woningbouwafspraken in de regio bieden hiervoor het kader.
Voorzitter, van Kadernota Omgevingsvisie naar Kadernota Omgevingsplan.
Daar is veel over gepraat, met als resultaat
de Kadernota die nu staat
Deze kan ons behagen,
omdat deze wel door velen wordt gedragen
Tot slot toch voor GS en de ambtelijke organisatie voor het vele werk een pluim.