Varen tussen Scylla en Charybdis
Vrijdag 25 oktober - MIDDELBURG - Fractievoorzitter Hannie Kool-Blokland heeft een bijdrage geleverd over de grondwetswijziging herziening verkiezingswijze voor de Eerste Kamer. "Het voelt aan als varen tussen Scylla en Charybdis."
Over de wijziging
In deze consultatie is een vraag voorgelegd die een beetje aanvoelt als het varen tussen Scylla en Charybdis. We horen de prachtige sirenen zingen van een rolzuivere Eerste Kamer die ervaren, wijs, bezonnen en a-politiek oordeelt over wetswijzigingen zonder direct gebonden te zijn aan de directe doorvertaling van de soms sterk wisselende politieke verhoudingen vanuit de provinciale Statenverkiezingen. Een verbetering van het tweekamer-stelsel, met een duidelijker onderscheid tussen de rollen van eerste en tweede kamer.
Er zijn goede kanten aan het voorstel, maar er liggen ook een paar forse nadelen.
Het is voor ons echter niet duidelijk waarom met dit voorstel afgeweken wordt van het advies van de Staatscommissie Parlementair Stelsel, de staatscommissie Remkes.
Wat vindt CDA Zeeland?
Wat zijn dan voor het CDA dan overwegingen? Allereerst ondersteunen wij wel dat het aandacht verdient om de verkiezing van de Eerste Kamer losser te maken van Provinciale Staten en daarmee rust, continuïteit en bestendigheid te brengen in de toetsende en reflecterende rol van de eerste kamer. En tevens dat de Provinciale Statenverkiezingen ook echt om het provinciaal belang gaan.
Er wordt beoogd dat we zo terugkeren naar de situatie van voor 1983. De verkiezing in twee delen, de zes jaar en de tijdspanne tussen de verkiezing van Provinciale Staten en een verkiezing van een helft van de Eerste Kamer, zou depolitiserend werken. Daarmee zou de eerste kamer losser komt van de schommelingen in verkiezingsuitslagen. Daarmee zou stabiliteit ontstaan en de handelwijze van de Eerste Kamer zelf zou veranderen.
Het is de vraag of de beoogde effecten daadwerkelijk optreden. Ook in in tijd getrapte verkiezing door provinciale staten geeft nog steeds een landelijk belang aan de verkiezing van provinciale staten. Men moet er drie jaar op wachten, maar in wezen maakt dat niet het verschil.
En de handelwijze van de Eerste Kamer zal zeker niet alleen hierdoor worden beïnvloed. Een actievere opstelling van de eerste kamer ligt ook in de tijdgeest.
Met het voorstel keren wij niet terug naar de situatie van voor 1983, gezien het feit dat er toen nog andere wetgeving gold omtrent bv lijstverbindingen, die meer mogelijkheden boden voor kleinere partijen om via een lijstverbinding toch deel te kunnen nemen in de senaat. Een nadeel van het voorliggende voorstel is dan ook nu dat het kleinere partijen bemoeilijkt om in de eerste kamer zitting te krijgen. Het is de vraag of dat neveneffect aanvaardbaar is.
In de CDA fractie wordt verschillend gedacht over de balans tussen de voor-en de nadelen.
Het lijkt ons wel verstandig om eerst de beoogde effecten en de niet beoogde neveneffecten beter te onderzoeken voordat we met dit voorstel de grondwet gaan aanpassen. Brengt deze grondwetswijziging wel echt wat er verwacht wordt, brengt dit ons dichter bij een betere werking van het tweekamerstelsel, met een senaat die losser staat van de waan van de dag.
Zijn de neveneffecten voor de kleinere partijen deze wijziging waard?