Vragen over transpondergestuurde verlichting windturbines
Woensdag 27 maart - Het CDA heeft samen met PvdA-Groenlinks en de SGP schriftelijke vragen gesteld over transpondergestuurde verlichting op windturbines. Vorige week zaterdag, op 23 maart, deden mensen over de hele wereld een uur lang het licht uit: voor de zeventiende keer was het Earth Hour[1], om aandacht te vragen voor klimaatverandering en de kwetsbaarheid van onze planeet. Tijdens Earth Hour werden wij ons bewust van de lichtvervuiling in onze provincie: ’s nachts blijven in velen bedrijfs- en kantoorpanden de lichten aanstaan, maar ook de obstakelverlichting op windmolens springen in het oog.
Op 25 februari 2021 diende Tweede Kamerlid Moorlag een motie[2] in over lichthinder veroorzaakt door hoge windturbines, waarbij werd verwezen naar het succesvolle voorbeeld van Duitsland met transpondergestuurde verlichting. De motie roept de regering op binnen twee jaar een soortgelijke aanpak te implementeren. De Provinciale Staten van Zeeland debatteerden op 11 en 12 november 2021 over het terugdringen van overbodige nachtelijke verlichting. Een motie – ingediend door Partij van de Arbeid, Groenlinks en het CDA – was hiertoe de aanleiding. In de motie werd opgeroepen om samen met betrokken partijen een plan op te stellen om binnen drie jaar de overbodige verlichting significant te verminderen, onder meer door het gebruik van slimme verlichting of 'schrikverlichting'.
Op 24 januari 2022 meldde de PZC[3] dat Vattenfall succesvolle tests heeft uitgevoerd met systemen die knipperende rode lampen op windmolens alleen laten branden wanneer naderende vliegtuigen worden gedetecteerd. Hoewel technische oplossingen beschikbaar zijn, blijkt het niet haalbaar om alle windparken snel uit te rusten. Kosten voor radar- of transpondersystemen variëren tussen €60.000 en €100.000 per park, waarbij de verdeling van kosten tussen de windsector, provincies en de Rijksoverheid nog wordt besproken. Op 11 april 2023 verzocht het college van de gemeente Hollands Kroon minister Harbers om de regels rondom obstakelverlichting van windmolens te wijzigen per 1 januari 2024, waarover Kamervragen zijn gesteld door Tweede Kamerlid Krul[4]. Het ministerie van IenW heeft aangegeven actief te willen bijdragen aan het verminderen van hinder van obstakelverlichting op windparken, zoals benadrukt in de moties van Moorlag en Krul, om de maatschappelijke acceptatie van windenergie te bevorderen.
Windmolens op land moeten zorgvuldig, met oog op het beperken van overlast voor omwonenden en met respect voor het landschap, worden ingepast. Het tegengaan van lichtvervuiling is daarmee onlosmakelijk verbonden.
Wij hebben naar aanleiding van de recente berichten de volgende vragen aan het College van Gedeputeerde Staten (GS):
- Hebben GS kennisgenomen van bovenstaande motie, Kamervragen en antwoorden door het ministerie van IenW?
- Zijn GS op de hoogte van de klachten over lichtvervuiling in Zeeland?
- Kunnen GS met ons instemmen dat het van belang is om de verlichting op windmolens zoveel mogelijk uit te schakelen?
- Hebben GS inzicht in de consequenties van verlichting op windturbines voor bijvoorbeeld vogels en vleermuizen?
Op 12 september 2023 zijn Kamervragen van de Tweede Kamerleden Krul en Bontenbal aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en voor Klimaat en Energie over de regels rond verlichting van Windmolens, beantwoord[5]. De kosten voor het implementeren van naderingsdetectiesystemen bij windparken worden meegenomen in de berekeningen voor de SDE++-bedragen sinds de openstelling van de SDE-ronde van 2023. Voor bestaande windturbines op land met een SDE+(+)-beschikking is een kostenverdeling van 60/20/20 afgesproken tussen de windsector, provincie en rijk. Provincies dienen een kader op te stellen voor het gebruik van deze middelen, bijvoorbeeld via een subsidieregeling.
De minister werkt aan een regeling voor het verstrekken van een specifieke uitkering aan provincies voor deze kosten, waarbij provinciale bijdragen vereist zijn. In 2023 waren provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant, Noord-Holland, Gelderland, Flevoland en Groningen bezig met het opstellen van een kader. De specifieke uitkering werd in de herfst van 2023 opengesteld.
- Is de provincie Zeeland ook bezig met het ontwikkelen van een dergelijk kader? Zo nee, zijn GS bereid om dit te doen?
Vanuit de Nederlandse windenergiebranche (NWEA) is aangegeven dat
veel bestaande en vrijwel alle nieuw te bouwen windparken naderingsdetectie willen toepassen wanneer de transponder gebaseerde naderingsdetectie kan worden gebruikt, voor zover de kosten redelijk zijn. De fracties hebben vernomen dat op windpark te Rilland er al naderingsdetectie wordt toegepast.
- Op welke wijze is het toepassen van deze naderingsdetectie tot stand gekomen? Bij welke windparken in Zeeland vindt dit tevens plaats? Bij welke niet?
- Kunnen GS zich inspannen om (indien haalbaar) bij alle Zeeuwse windparken naderingsdetectie te implementeren? Graag een uitleg hierbij.
[1] https://www.wwf.nl/kom-in-actie/earth-hour
[2] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2021Z03765&did=2021D08254
[4] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2023Z06796&did=2023D22923
[5] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2023Z11494&did=2023D36611