Vragen over Zeeland Voordeel: "Onze vragen gaan over de oplossing die geboden wordt aan de leerlingen die verder weg wonen."
Vrijdag 21 januari - ZEELAND - Op 10 januari verstuurde Gedeputeerde Staten van Zeeland een brief aan Provinciale Staten van Zeeland over de uitkomsten van een tussentijdse evaluatie van het reisproduct Zeeland Voordeel, dat per 2 mei j.l. is ingevoerd voor het busvervoer in Zeeland. Het CDA in de personen van Anton Geluk en Maarten Janssens hebben vragen gesteld over het voordeel voor jonge reizigers.
Aanleiding tussentijdse evaluatie
Na invoering van Zeeland Voordeel hebben diverse reizigers gereageerd op de financiële gevolgen daarvan voor hen persoonlijk. Daarbij ontstond een beeld dat het reizen per bus significant duurder is geworden voor (groepen van) reizigers.
Qua inhoud gaan 12 reacties over het scholierenvervoer van en naar Middelharnis. Deze reacties hebben betrekking op het gebruik van buslijn 436 (Rotterdam-Ouddorp). Er is een groep Zeeuwse scholieren die in Middelharnis naar school gaat. Bij deze ritten liggen herkomst en bestemming dus in twee verschillende concessies. Voorheen konden scholieren zonder problemen met een Zeeuws sterabonnement reizen en daarbij gebruik maken van de Zeeuwse scholierenlijnen en de Zuid-Hollandse buslijn 436 (Rotterdam-Ouddorp). Met Zeeland Voordeel is dat veranderd, want dit reisproduct is alleen van toepassing op Zeeuwse buslijnen en dus niet meer op buslijn 436 (Rotterdam-Ouddorp). Praktijk was/is echter dat scholieren deze lijn wel blijven gebruiken op momenten dat de Zeeuwse scholierenlijnen niet goed aansluiten bij de lestijden, bijvoorbeeld omdat er een lesuur uitvalt vanwege een zieke docent. Zeeuwse scholieren die na invoering van Zeeland Voordeel gebruik maken van lijn 436 krijgen daarvoor nu het voltarief in rekening gebracht. En omdat lijn 436 geen Zeeuwse lijn is tellen deze ritten bij Zeeland Voordeel ook niet mee bij het opbouwen van korting.
Gedeputeerde Staten hebben vastgesteld dat deze situatie bij het uitwerken van Zeeland Voordeel niet voldoende aandacht heeft gekregen. Onze vragen gaan over de oplossing die geboden wordt aan de leerlingen die verder weg wonen (het eiland Tholen of woonachtig zijn op Schouwen (Nieuwerkerk, Ouwerkerk, Zierikzee)).
Voor deze groep leerlingen is in overleg met de scholen een andere oplossing gevonden. Daarvoor zijn de volgende afspraken gemaakt:
-
Er komt een compensatieregeling voor scholieren die reizen met Zeeland Voordeel en daarnaast afgelopen periode ook gebruik hebben gemaakt van buslijn 436;
-
Naar de toekomst toe blijft de inzet om de dienstregeling van de scholierenlijnen beter af te stemmen op de schooltijden om zo het gebruik van buslijn 436 te voorkomen. Daarbij doen scholen een oproep aan leerlingen om huiswerk mee te nemen naar school om zo tijd (voor of na de lessen) te overbruggen en daardoor wel te kunnen reizen met de Zeeuwse scholierenlijnen. Daarnaast komt er een beperkte compensatieregeling voor scholieren die daarnaast toch nog gebruik maken van buslijn 436. Deze regeling wordt in overleg met de scholen uitgewerkt en via de scholen uitgevoerd.
Daarom hebben we aan het College van Gedeputeerde Staten (GS) de volgende vragen:
-
Bent u het met het CDA eens dat veel van deze bovengenoemde leerlingen te maken hebben met relatief lange reisduur en wat is de (gemiddelde) reisduur van deze leerlingen van een enkele reis?
-
Bent u het met het CDA eens dat de meeste leerlingen aan het einde van hun schooldag graag zo snel mogelijk naar huis willen? Zo ja, hoe gaat u dat dan realiseren binnen het “reisproduct Zeeland Voordeel”? Zo nee, waarom niet?
Binnen één van de oplossingen is de volgende afspraak gemaakt: “Daarbij doen scholen een oproep aan leerlingen om huiswerk mee te nemen naar school om zo tijd (voor of na de lessen) te overbruggen en daardoor wel te kunnen reizen met de Zeeuwse scholierenlijnen”.
-
Vindt GS dat met deze “oplossing” voldoende aandacht wordt gegeven aan de getroffen leerlingen? Zo ja, waarom?
Het kan volgens het CDA niet de bedoeling zijn dat ten koste van (studie- en vrije tijd van) leerlingen, die feitelijk geen alternatief hebben, een besparing wordt gerealiseerd.
-
Kan GS aangeven of met deze oplossing een besparing wordt gerealiseerd, en indien dat het geval is, hoe hoog het hiermee bespaarde bedrag is voor de provincie?