03 november 2011

Algemene Beschouwingen Gemeenteraad 2012

Toespraak CDA Algemene Beschouwingen 2012 Noord-Beveland

 Voorzitter, collega-raadsleden, dames en heren,

 Dit is de tweede keer  binnen deze raadsperiode dat we de begroting van onze gemeente mogen beschouwen vanuit de CDA-optiek. Als ik het met de vorige keer vergelijk, is de sociaaleconomische situatie in Nederland  er niet beter op geworden. De vooruitzichten zijn, dat het nog verder de verkeerde kant uit gaat. De reële inkomens zullen eerder dalen  dan stijgen, de pensioenen worden zachtjes uitgehold, de kosten van de zorg gaan omhoog.

We komen er achter, dat een groot deel van onze welvaart is opgebouwd met geleend geld. De miljarden vliegen ons om de oren, en we weten wel dat je daar 9 nullen voor nodig hebt, maar we hebben er geen gevoel bij hoeveel geld dat is. Daarom wordt daar nog relatief makkelijk over gesproken. De Nederlandse staat stond aan het begin van dit jaar garant voor andere landen voor het bedrag van 11,5 miljard.  Dat is per inwoner, rijp en groen, jong en oud ongeveer 700 Euro. Inmiddels zijn er nieuwe afspraken gemaakt, die als ze uitgewerkt zijn, tot een veelvoud van dit bedrag zullen leiden. We hebben veel aan Europa gehad en zullen er nu iets voor terug moeten doen.

Aan het woord ontlenen wordt een nieuwe betekenis toegekend. Dat is: minder leningen op de balans. Overheden, niet alleen de Griekse of Italiaanse, moeten hun leningen terug brengen.

De gemeente Noord-Beveland heeft op haar balans  voor 10,5 miljoen aan langlopende leningen staan. Het gaat om globaal de helft van onze exploitatie. Dat is per inwoner het bedrag van 1400 EURO. Als we de OZB inkomsten voor aflossing zouden gebruiken, zou het ongeveer zes en een half jaar duren voordat we van onze schuld af zijn, rente niet meegerekend. Het mag duidelijk zijn, dat de CDA-fractie deze bedragen niet bij de burgers in rekening gaat brengen.

Deze leningen zullen echter wel moeten worden terug gebracht. Maar we zitten nu in een tijd dat we minder te besteden zullen krijgen. Dat wordt dus roeien met de riemen die we hebben en er is weinig ruimte voor nieuw beleid. We zullen moeten bezuinigen.

Het heeft ook te maken met grote nieuwe projecten die ons als gemeente aangeboden worden. Wij zullen, voordat wij daarmee aan de slag gaan, en veel ambtelijke uren investeren, er van overtuigd moeten zijn, dat het een goede kans van slagen heeft in de huidige economische context.

Wij zullen continue aandacht vragen voor minder regels. Vermindering van de regeldruk zal leiden tot bezuinigingen en minder kosten voor onze burgers en bedrijven. Wellicht is het goed om nog eens te kijken naar welstandsvrij bouwen in bepaalde plannen. Volgend jaar wordt er een nieuw omgevingsplan door de provincie vastgesteld. Het CDA verzoekt ons college om bij de inspraakmogelijkheden die de procedure biedt, op te roepen tot minder regels en verordeningen.

Tijdens de voorbereiding van onze inbreng zijn we in de verleiding geweest om te putten uit het rijtje begrotingsposten die we in het kader van de kerntakendiscussie hebben gekregen. Het CDA heeft er voor gekozen om dat niet te doen, omdat wij hier samen met de raad aan willen werken, zonder de tijdsdruk van de begroting. Het houdt wel in, dat er binnen enkele maanden knopen moeten worden doorgehakt, en keuzen worden gemaakt. Het is een illusie te denken dat wij op de oude voet voort kunnen gaan. Wij zullen eerder taken moeten afstoten dan op ons nemen. Het CDA roept daarbij het maatschappelijk middenveld op te komen met ideeën en suggesties.

Daarbij willen we ontzien datgene wat onze samenleving bindt. Wij hechten aan het particulier initiatief, verenigingen en geloofsgemeenschappen.  Die vormen een belangrijk deel van het DNA van Noord-Beveland.

Door de overheid ingestelde instituties vergen dure beroepskrachten en hoge overheadkosten. Voor veel problemen zou een duurzamere oplossingen gevonden kunnen worden in meer zelfredzaamheid en samenwerking. Dat we onze burgers daar toe oproepen is geen zwaktebod. Als iemand zelf iets kan, hoeft de overheid niet in te grijpen. Te veel overheidsbemoeienis leidt er toe, dat mensen steeds minder zelf kunnen en hun keuzen af laten hangen van datgene wat ze uit de publieke ruif kunnen eten. Wij willen dat onze burgers zelfstandig zijn en samen met anderen verantwoordelijkheid nemen voor hun omgeving.

Het CDA is er vanuit de christelijke grondslag veel aan gelegen de zwakke in de samenleving te ondersteunen. Dit is een boodschap die wij van jongsaf aan mee gekregen hebben en die we ook door willen geven. Mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen verdienen onze hulp. Een hulp die er op gericht moet zijn, dat iemand weer zo snel mogelijk een eigen volwaardige plaats in de samenleving kan innemen.

Onze bevolking ontgroent, maar dat willen we niet terug laten slaan op de aandacht die het CDA voor de jeugd heeft. Daarbij denken we aan sportmogelijkheden, muziek-onderwijs en sociale activiteiten. 

Om onze begroting voor 2012 sluitend te maken wordt er geschoven met geld, en in deze eindfase gaat het om enkele Euro’s, of een procentje hier en daar. Voor de een kan een procent meer uitmaken dan voor de ander. Daarom wil de CDA-fractie de volgende nuance aanbrengen in het beleid. Wij willen de OZB-opbrengsten verhogen met 2%. Dat is minder dan de 2,5% inflatie die er nu is. In ruil daarvoor willen we een lagere verhoging van de rioollasten. Die zijn begroot op € 17,50, maar wij willen die verlagen naar € 15,--. De reden dat wij hier voor kiezen, is dat de zwaksten in de samenleving hiermee iets beter gediend zijn. Huurders betalen geen OZB, maar wel rioleringsheffing.

Het grondbeleid is vele jaren een winstmaker geweest voor de gemeente. We kochten een stuk grond, wijzigden de bestemming en gelijk was het veel meer waard geworden. In de huidige context is grond vaak een risicofactor. Er zijn veel gemeenten die forse afboekingen moeten doen op het grondbedrijf. Er gaan berichten dat vorige jaar rond 1 miljard Euro door Nederlandse gemeenten op het grondbedrijf is afgeschreven. Wat onze gemeente onder grondbeleid verstaat wordt op pagina 78 in 1 zin van 6 regels uitgelegd. Wij zouden die wat minder hoogdravend willen hebben en we stellen voor deze 1e zin te vervangen door: Grondbeleid is een middel waarmee de gemeente ruimtelijke doelstellingen realiseert en burgers en bedrijven van de noodzakelijke nieuwbouwmogelijkheden voorziet.

 Om aan de broodnodige risicobeperking te doen dienen wij een motie in, wat beoogt dat de gemeente minder risico’s aangaat ten aanzien van het grondbeleid. Wij willen dat nieuwe plannen pas bouwrijp gemaakt gaan worden als ten minste 20% van de bouwrijp te maken grond van te voren is verkocht aan een derde partij. Hiermee willen wij voorkomen dat er al veel kosten gemaakt worden, terwijl er nog geen begin van opbrengsten zijn. De rente zal niet oneindig bij de grondprijzen opgeteld kunnen worden in de toekomst.

Wij nodigen andere partijen uit om mee te denken over een verlaging van de grondprijzen van de gemeente. Woningen worden goedkoper, dan is het logisch, dat ook bouwgrond goedkoper wordt. Als wij uiteindelijk toch onze grondprijzen zullen moeten verlagen, kunnen we dat beter aan het begin van het traject doen, dan aan het eind. Wellicht kunnen we dan nog wat meer mensen verleiden naar Noord-Beveland te komen.

Wij gaan geen voorschot nemen op de discussie over krimp. Wij hebben dit onderwerp meer dan een jaar geleden aangekaart en zijn blij dat er nu eindelijk een werkgroep aan de slag is gegaan met dit onderwerp. Als hieruit onorthodoxe voorstellen komen, zullen we die toch welwillend moeten beoordelen. Wij willen graag zo veel mogelijk voorzieningen in zo veel mogelijk dorpen op peil houden, maar als het draagvlak afneemt, is het wellicht beter om bepaalde faciliteiten samen te voegen. Zodoende kan de kwaliteit dan behouden worden.

We zullen ons moeten realiseren dat na `n periode van forse groei er nu `n tijd aankomt die minder florissant zal zijn. Echter hierna zal de groei terug keren waarbij er weer meer mogelijkheden en  nieuwe kansen zullen komen.

 De bijdrage van de CDA-fractie is voor een groot deel gewijd aan geld en een tekort daarvan. Vanuit de Bijbel weten wij, dat dat niet de boventoon mag voeren in ons dagelijkse handelen. Er is zoveel meer van belang, maar hier praten we wel over een financieel stuk. Wij moeten mensen en organisaties niet af meten aan de hoeveelheid geld die ze opbrengen of vragen. Meer aandacht voor de immateriële zaken is nodig. De joodse industrieel Helena Rubinstein zei, dat het prettiger was om te huilen in een Rolls Royce, dan in een Volkswagen. Wij zijn van mening, dat er nog steeds niet veel reden is om te huilen, we leven in een welvaartsmaatschappij, waar het best iets minder kan en mag. Als er gehuild moet worden, laat dat dan gebeuren in een sfeer van saamhorigheid, waar mensen naast elkaar staan en elkaar ondersteunen. Onze kleinschalige gemeente, een eiland waar bijna iedereen elkaar kent, is bij uitstek de plaats waar mensen dicht bij en naast elkaar kunnen staan. In deze tijd van globalisering keren we weer terug naar de basis. Naar onze families, buren, dorpen. De gemeente dient daaraan bij te dragen, wat materiële zaken betreft gelimiteerd, maar wat immateriële zaken betreft zonder limiet. 

We weten dat dit een vrome wens is, en dat wij mensen feilbaar zijn. Daarom handelen wij in de verwachting van Gods hulp en nabijheid. We hebben een grote opdracht, en we zijn maar kleine mensen. We hopen dat de Heer in wie wij geloven ons ook komend jaar weer bij zal staan.

 

Anja Slenter

Joop de Nooijer

Mark Faasse

 

 

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.