Ruimtelijk beleid op de schop met nieuwe aanpak
Statenlid Paul Rijken is enthousiast over de Koepelnotitie voor het nieuwe Omgevingsbeleid. In de notitie staan ambities en opgaven voor de fysieke leefomgeving en wordt aangegeven hoe de provincie Zuid-Holland aan die opgaven wil bijdragen. Rijken: "De provincie zet hiermee de toon voor een nieuwe manier van werken, waarbij de maatschappelijke opgave, en niet de ruimtelijke regels, als het uitgangspunt wordt genomen."
Naast het opgavegericht werken gaat de provincie in de Koepelnotitie uit van netwerksturing: samenwerking met meerdere overheden en maatschappelijke partijen, of verschillende schaalniveaus en gecoördineerd optreden van de verschillende overheidslagen. Gebiedsgericht, passend schaalniveau en ruimte voor differentiatie zijn sleutelwoorden. De verantwoordelijkheid ligt lokaal, tenzij er een expliciet provinciaal belang in het geding is.
Het college en het ambtelijk apparaat werken hard om gebruiken, instrumenten en waar nodig systemen aan te passen om ook de rol van samenwerkende en meewerkende overheid op een zorgvuldige manier in te vullen. Namens het CDA sprak Rijken hiervoor zijn complimenten uit. Wel benoemde hij de uitdaging die het voor Statenleden is om bij te blijven. "Dit geldt zeker ook voor gemeenteraadsleden, die in de toekomst het grootste deel van het werk aan het Omgevingsbeleid moeten doen omdat de verantwoordelijkheid meer lokaal komt te liggen. Het CDA kan zich voorstellen dat er, als raadsleden dat willen, mogelijk een rol voor de provincie is weggelegd in de ondersteuning van het leerproces."