Paasgedachte van Henri Bontenbal
Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Stille Zaterdag en Pasen.
Het zijn dagen van bezinning, stilte en van nieuwe hoop. Deze woorden zijn soms zo’n contrast met hoe onze samenleving op dit moment functioneert. Daarin lijken de grootste mond, de drukte en het cynisme de dienst uit te maken. Juist daarom zijn deze dagen zo belangrijk om te blijven beleven en vieren. Als heilzaam tegengif.
Op Witte Donderdag herdenken christenen dat Jezus de voeten van zijn leerlingen waste en met hen het Laatste Avondmaal vierde. De voetwassing is het symbool van ultieme dienstbaarheid aan de mensen. Het heeft de geschiedenis van onze Europese samenleving gestempeld. Dat wat kwetsbaar is, mag niet worden vertrapt, maar verdient juist onze bijzondere zorg.
De geschiedenis van Pasen is daarnaast een verhaal van lijden, dood en opstaan. Het is een bron van hoop, voor onze eigen individuele levens en voor de samenleving als geheel. Ik moet daarbij denken aan het boek ‘De tweede berg’ van de Amerikaanse schrijver David Brooks. In dit boek beschrijft hij zijn persoonlijke reis van de eerste naar de tweede berg. Op de eerste berg jagen we vooral persoonlijk geluk na door een goede carrière, status en erkenning. Maar zijn we echt gelukkig op deze eerste berg? Brooks is kritisch: “Door onszelf vooral te beschouwen als autonome ‘ikken’, hebben we onze samenleving aan flarden gescheurd, hebben we de deur opengezet voor verdeeldheid en voortdurende strijd, zijn we individuele status en zelfredzaamheid gaan verheerlijken en hebben we dat wat zo mooi is in elk menselijk hart en ziel bedekt.” Brooks ontdekte, nadat hij zelf door het dal heen moest en in zijn persoonlijke leven met tegenslag te maken kreeg, dat op de tweede berg niet individueel geluk, maar ‘morele vreugde’ centraal staat; vreugde die bestaat uit liefdevolle overgave aan anderen. Dienstbaarheid aan iets dat groter is dan jezelf; dienstbaarheid aan de ander en de samenleving. Minder ik, meer wij. Op deze tweede berg komen we pas echt tot onze bestemming.
Deze tijd van bezinning, deze tijd van Pasen, laat ons stilstaan en nadenken over de vraag op welke berg wij ons bevinden. Individueel en als samenleving.
Wellicht zitten we als samenleving op dit moment vooral in het dal, tussen beide bergen. Want is er niet een breed gedeeld onbehagen zichtbaar? Is er niet een grote latente onvrede over het doorgeslagen individualisme? En toch ben ik ervan overtuigd (en leert het christendemocratisch denken ons) dat er overal, altijd, kiemen van hoop zichtbaar zijn.In mijn speech op het partijcongres heb ik gezegd dat deze onrustige tijd ook een tijd van maatschappelijke vernieuwing kan worden. Een tijd waarin we als samenleving laten zien dat wij op de tweede berg willen zijn. Dat is mijn hoop.
Ik wens u een goed Pasen toe! Hartelijke groet, Henri Bontenbal