CDA-kandidaat David Sarkisian (#4) komt op voor belangen student en stad!
Afgelopen donderdagmiddag vond het eerste studentendebat plaats op de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Deze was georganiseerd door de drie studieverenigingen Stylos (Bouwkunde), Curius (Bestuurskunde) en Practische Studie (Civiele Techniek) om hun inzage te geven waar de partijen elkvoor staan. Zes partijen, te weten GroenLinks, VVD, D66, CDA, STIP en Hart voor Delft waren uitgenodigd om aan de hand van een drietal stellingen met elkaar in debat te gaan. Onze David Sarkisian (#4), zelf ook student aan de TU Delft, nam namens het CDA Delft deel aan dit debat. Bij elke stelling kregen alle partijen de mogelijkheid om hun standpunt te vertellen en werden hierna door de organisatie twee partijen gekozen om het debat met elkaar aan te gaan.
De eerste stelling luidde “Om het kamertekort in Delft op te lossen moeten er voornamelijk studentenhuizen i.p.v. studio’s gebouwd worden.”. Alle partijen waren hier hierbij eens dat het belangrijk is dat er oog is voor woonvormen, waarbij studenten met elkaar in contact kunnen komen. Tijdens deze ronde mochten het CDA en STIP het spits afbijten. Het CDA is het eens met de stelling dat het belangrijk is dat studenten niet alleen in een studio zitten en dat bij nieuwbouw ook meer rekening wordt gehouden met onzelfstandige woningen. Dit gaat immers eenzaamheid onder studenten tegen en stimuleert dat zij naar elkaar kunnen omkijken. Hierbij vindt het CDA dat er vooral gekeken moet worden naar nieuwbouw op de TU Campus en naar de mogelijkheden in randgemeenten. STIP haalde aan dat naast nieuwbouw op de campus een belangrijk deel van de oplossing voor het woningtekort onder studenten ligt bij het verkameren van bestaande woningen en vroeg zich af hoe het CDA dit rijmt met haar standpunt. “Verkameren wordt vaak aangehaald als een oplossing voor het woningtekort, maar er wordt hierbij vaak ook voorbij gegaan aan het feit dat het deels ervoor zorgt dat woningen een winstgevende belegging blijven om in te investeren en zo de markt verstoort”, aldus David. Hart voor Delft benadrukte hierbij dat studenten tot handel zijn geworden op deze manier en studenten moeten worden beschermt tegen opkopers, waar D66 het ook mee eens was. Verder gaf de VVD aan dat studenten natuurlijk ook na hun studie een plek willen hebben om te kunnen wonen. Het CDA ondersteunt dat er een evenwicht moet zijn in de Delftse wijken, waar voor studenten, maar juist ook voor groepen zoals starters en jonge gezinnen plek moet zijn om te wonen.
De tweede stelling luidde “De binnenstad moet in 2040 volledig autoluw zijn.”. D66 en HvD mochten bij deze stelling als eerste de degens kruisen. Alle partijen op VVD na waren het eens met deze stelling. D66 vond het goed als het centrum volledig autoluw wordt, omdat er dan meer ruimte is voor andere faciliteiten zoals speeltuinen voor kinderen. Bij HvD lag de nadruk op dat dit wel een stapsgewijs proces moet zijn. De VVD noemde dat iedereen erbij hoort, ook automobilisten en dat het autoluw maken van de binnenstad niet een doel op zich moet zijn. Het CDA erkent dat de binnenstad enerzijds nou eenmaal veel krappe straatjes en weinig ruimte heeft, maar dat anderzijds moet worden gedacht aan bewoners die de auto nodig hebben voor werk; autoluw is immers niet autovrij. Er moet een juiste balans zijn tussen de belangen van automobilisten en fietsers/voetgangers. Hierbij staat de verkeersveiligheid altijd op nummer 1, maar moeten bewoners wel hun auto’s vlakbij huis kunnen blijven parkeren. Als voorbeeld van mensen die de auto nodig hebben haalde David hierbij aan dat het wel mogelijk moet blijven dat een mantelzorger een oudere naar het ziekenhuis brengt. Bovendien hecht het CDA veel waarde aan het gesprek voeren met de bewoners om zo draagvlak te creëren. Verder biedt in de toekomst een autoluwe binnenstad dat er meer ruimte is voor groen, wat de leefbaarheid ten goede komt. In dat kader gaven STIP en GL aan dat de Beestenmarkt en de Mekelweg vroeger ook een parkeerplaats en autoweg waren, terwijl daar nu ruimte is voor groen en terrassen.
De laatste stelling was “Bewoners mogen niet worden verplicht om hun huis te verduurzamen.”. Hier mochten GL en VVD als eerste de strijd aangaan. Daar waar de VVD, HvD en CDA het duidelijk eens waren met deze stelling, was GL, STIP en D66 dat duidelijk niet. STIP pleitte ervoor dat de gemeente de regie pakt bij de energietransitie. Hart voor Delft vond dat mensen gestimuleerd moeten worden, niet verplicht. D66 ging hierop in door te noemen dat verduurzamen per februari al verplicht is. Het CDA vond dat we juist met de bewoners in gesprek moeten gaan en ervoor moeten zorgen dat mensen gestimuleerd worden om hun huis te verduurzamen. Het CDA noemde dat de gemeente hierbij een faciliterende rol moet hebben en initiatieven vanuit de inwoners moet ondersteunen door bijvoorbeeld regelgeving aan te passen. Ook benadrukte het CDA dat waar mogelijk gebruik moet worden gemaakt van potjes vanuit de provincie of het Rijk. Als voorbeeld noemde David het Nationaal Isolatie Fonds dat mede door CDA landelijk geregeld is (€150 mln), wat voor Delft neerkomt op €900.000. Door dit geld gericht in te zetten voor mensen die het niet zo breed hebben, zorgen we ervoor dat iedereen mee kan komen in de energietransitie en versterken we de wijken.
Ten slotte wil het CDA graag de organisatie van het debat bedanken dat zij dit mogelijk hebben gemaakt. Het is belangrijk dat jongeren ook worden gemotiveerd om na te denken over de lokale politiek, want deze gaat hun ook aan! Juist wanneer iedereen meedoet aan het debat in de samenleving kunnen we samen komen tot goede ideeën en mooie resultaten!