12 december 2023

CDA op de bres voor gezinnen

Vorige week debatteerde de Delftse gemeenteraad over de Woonvisie. In dit document is de visie van de gemeente op het woonbeleid voor de komende vijf jaar vastgelegd. Een belangrijk en richtinggevend document dus. De Woonvisie 2023-2028 spreekt de ambitie om de aandacht te verleggen naar het toevoegen van woningen voor lokale starters/jongeren, kwetsbare groepen en ouderen. Hiermee krijgen gezinnen minder aandacht. Het CDA vindt dat gezinnen essentieel zijn voor Delft en sprong voor hen op de bres.

Delft een blijvend thuis voor gezinnen

Eerder vroeg de CDA-fractie aandacht voor het rapport ‘Stad met verschillen’. In deze ambtelijke verkenning ‘Stad met verschillen’ komt naar voren dat er een aantoonbare afname van is van de groep 29-45 jaar in Delft. Dit betreft vooral een afname van Delftse gezinnen en de werkende beroepsbevolking. Het rapport stelt dat deze trend zich sneller doorzet dan verwacht: gezinnen verhuizen naar woningen in onder andere Ypenburg, Zoetermeer en Pijnacker-Nootdorp.

Gezinnen zijn van grote maatschappelijke waarde, ook voor onze stad. Juist gezinnen dragen ontzettend bij aan onze samenleving. Zij zijn op allerlei terreinen actief en dragen bij aan de leefbaarheid in onze stad. Denk daarbij aan activiteiten op de school van de kinderen, het bestuur van de voetbalvereniging, een straatfeest in het kader van burendag of in de kerk. Zij vormen goeddeels het maatschappelijk middenveld. Zij laten het maatschappelijk middenveld floreren en dat is de ruggengraat van de samenleving volgens het CDA. En, ook niet onbelangrijk: ze dragen ook bij met economische slagkracht. Dat moeten we koesteren en zij verdienen alle waardering en naar ons inzicht ook steun. Daarom diende onze fractie een motie in, samen met D66, VVD, Hart voor Delft en Onafhankelijk Delft. In deze motie draagt het CDA het college op om er in de komende jaren actief voor te zorgen dat Delft een thuis is, blijft en eventueel wordt voor gezinnen, bijvoorbeeld door het voldoende toevoegen en behouden van woningen voor gezinnen (in het bijzonder de groep 29-45 jaar) en de beroepsbevolking. We monitoren dit door een nieuwe of geüpdatete ambtelijke verkenning ‘Stad met verschillen’ te laten uitbrengen (bijvoorbeeld in 2025/2026) waarin in ieder geval gerapporteerd wordt over de inzet die gepleegd is en/of zal worden om ervoor te zorgen dat Delft een stad is, blijft en eventueel wordt voor gezinnen.

Creativiteit nodig

Vanzelfsprekend snapt onze fractie dat bij deze opdracht het realiseren van meer grondgebonden woningen -denk bijvoorbeeld aan de traditionele rijtjeshuizen- in Delft lastig, onder meer vanwege beperkte beschikbaarheid van gemeentegrond. Maar dit gegeven betekent volgens ons niet dat je niet kunt nadenken over andere stadswoningen. Daarom diende het CDA, samen met D66 en VVD, een amendement in die hierin voorziet.

Zowel de motie als het amendement werden door de gemeenteraad aangenomen. Met deze belangrijke toevoegingen heeft onze fractie kunnen instemmen met de Woonvisie 2023-2028.

Senioren en studenten

Onze fractie had uiteraard niet alleen oog voor gezinnen. Het is belangrijk om de belangen van verschillende groepen zoveel mogelijk te verenigen. Daarom steunde onze fractie een amendement die een tekst toevoegt aan de Woonvisie over het perspectief voor jongeren.

Voor senioren is het belangrijk dat zij ondersteuning krijgen wanneer zij een andere (levensloopbestendige) woning zoeken. De seniorenmakelaar kan hierbij uitkomst bieden. Maar uiteraard ook andere woonvormen, zoals een zogenoemde ‘tuinwoning’ kunnen hierin helpend zijn. Daarom dienden we samen met de PvdA en Hart voor Delft moties in die goede ideeën over nieuwe woonvormen stimuleren. Hiermee zou de positie van gezinnen en senioren en/of zorgbehoevenden mogelijk ook nog iets verder verbeteren. Tot slot dienden we amendementen mee in die meer aandacht geven aan collectieve woonvormen, zoals het collectief particulier opdrachtgeverschap.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.