18 februari 2016

Brede trams: schikt het OV zich naar de stad of de stad zich naar het OV?

Opinie-artikel CDA-woordvoerder mobiliteit Michel Rogier

Het kan u niet ontgaan zijn. Sinds november rijden er nieuwe grijs-rode Avenio trams van Siemens in onze stad. De HTM heeft zestig van deze nieuwe stadstrams besteld die de komende tijd geleidelijk op de Haagse tramrails zullen verschijnen. De trams zijn twintig centimeter breder dan de oude rood-witte trams en daardoor beter toegankelijk. Ook kunnen er bijna vijftig meer reizigers in. In de eerste helft van dit jaar moet de Metropoolregio Rotterdam - Den Haag (MRDH) een besluit nemen over de vervanging van de resterende zestig tot zeventig rood-witte trams. Deze moeten voor 2024 vervangen zijn.

Toen het stadsgewest Haaglanden in 2009 koos voor de aanschaf en invoering van het bredere trammaterieel waarschuwde mijn voorgangers bij het CDA voor de verstrekkende gevolgen van dit besluit. Ik trek nu opnieuw aan de bel. Ik heb namelijk grote twijfels of de MRDH moet kiezen voor de aanschaf van breed trammaterieel op de overgebleven lijnen, zoals tram 6, 12 en 16. De invoering hiervan is namelijk niet overal mogelijk en vergt grote aanpassingen.

Om de bredere trams te laten rijden moeten er aanpassingen worden gedaan en werkzaamheden worden verricht. Bruggen moeten worden verzwaard, sporen en haltes aangepast en bochten en lussen breder gemaakt. Veel werkzaamheden zijn of worden al verricht, maar het kost een hoop geld en tijd en veroorzaakt overlast. Belangrijker is echter dat de omgeving niet altijd beter, mooier of veiliger wordt van de aanpassingen. De inrichting van de stad gaat zich aanpassen aan het OV vrees ik. Zo moeten verkeersituaties worden aangepast, waarbij niet de veiligheid of doorstroom van het verkeer centraal staat maar de mogelijkheid tot het rijden met brede trams. Ook worden straten anders ingericht: parkeerplekken verdwijnen, terwijl hier al zo een tekort aan is, fietsstroken en -paden worden smaller, terwijl de gemeente het juist voor (bak)fietsers makkelijker en veiliger wil maken om door onze stad te fietsen, stoepen worden minder breed, terwijl Den Haag juist ook mindervaliden, ouderen met rollators en ouders met kinderwagens graag door de stad ziet lopen. De MRDH gaat met de keuze voor de invoering van breed trammaterieel op alle lijnen voorbij aan de fundamentele doelen die de gemeente heeft gesteld aan de inrichting van onze stad. Men lijkt slechts één doel voor ogen te hebben: het laten rijden van de brede trams.
 
Naast de gevolgen voor de inrichting van de stad maak ik me ook zorgen om het verdwijnen van lijnen uit bepaalde straten en wijken. Als de MRDH kiest voor uitsluitend breed materieel op alle tramlijnen dan zou dat kunnen betekenen dat er tramlijnen zullen moeten verdwijnen of omgelegd moeten worden. Zo zal bijvoorbeeld tram 12 niet meer door de Paul Krugerlaan kunnen rijden omdat deze straat, ook met aanpassingen aan de inrichting, niet geschikt gemaakt kan worden voor brede trams. Het verdwijnen van de tramlijn uit de Paul Krugerlaan zou grote gevolgen hebben voor bewoners en ondernemers aldaar. Hetzelfde geld voor lijn 6 bij Om en Bij. Beide lijnen bedienen een groot gebied en vervoeren ruim 16000 reizigers per dag. Om deze lijnen heen zijn destijds winkelcentra en woonwijken ontstaan. Zie wat er met de Boekhorststraat is gebeurd toen daar de tram verdween. In MRDH-verband ligt de focus bij de regio en worden de lokale belangen van een stadslijn minder belangrijk gevonden. Er wordt in de MRDH minder rekening gehouden met het verminderen van de mobiliteit van een oudere of een moeder met jong kind wanneer hij of zij meer dan 500 meter moet lopen naar een OV-halte. Nee, het economische rendement van een lijn staat voorop. De twee eerdergenoemde lijnen zijn onmisbaar voor de bereikbaarheid van de Schilderswijk en Transvaal en de mobiliteit van bewoners aldaar. Het verbaast mij daarom dat de optie voor het laten rijden van brede trams op die lijnen en dus het laten verdwijnen van de lijnen uit de genoemde straten serieus wordt overwogen door de MRDH.

Ik trek aan de bel. Brede trams moeten de stad beter maken. Wanneer de invoering ervan ten koste gaat van de inrichting van onze stad of ervoor zorgt dat stadslijnen verdwijnen uit binnenstedelijke gebieden dan zeg ik: doe het niet! Vervoersautoriteit MRDH, kies nu op locaties waar een brede tram niet mogelijk is of teveel aanpassingen vergt, voor een smallere tram en behoudt de focus: het OV schikt zich naar onze stad, en niet andersom!

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.