CDA: verantwoordelijkheid nemen
Voorzitter, inwoners van Den Haag, en vrienden van de raad: gaan we de goede kant op? Is de koers die we varen de juiste koers? Is dit niet de vraag die boven deze algemene politieke beschouwingen hangt? Welke richting gaan we uit, en is dat de juiste richting?
Zo’n drieënhalf jaar op weg in deze periode en een half jaar voor de komende verkiezingen hebben we nu een moment waarop we gezamenlijk nog even stil staan – een moment waarop we nog even collectief kunnen nadenken over wat echt belangrijk is - voordat straks de gekte van de campagne losbarst.
Het biedt ons de kans om te markeren wat waardevol is, wat onze waarden zijn. Om vervolgens, gebaseerd op die waarden, te werken aan onze stad. Stap voor stap, want we willen dit samen met onze inwoners, bedrijven, en de overheid doen, en dat vraagt overleg, compromis, en samen de schouders eronder.
Voorzitter, ik wil hier drie onderwerpen noemen die voor ons heel belangrijk zijn. Als eerste wonen en volkshuisvesting. Als tweede: de cultuur van drugs, wapens en criminaliteit. En als derde duurzaamheid en rentmeesterschap.
Voorzitter, het CDA Den Haag wil een stad waar mensen in de middenklasse gewoon in Den Haag kunnen blijven wonen, werken en leven. Maar dat wordt steeds moeilijker. Onze stad groeit. Ik wil niet zeggen: groeit uit z’n voegen, maar soms bekruipt je dat gevoel. De groei heeft grote gevolgen voor de leefbaarheid in onze woonwijken. Maar voorzitter, de conclusie dat de leefbaarheid zwaar onder druk komt te staan zou geen eindpunt moeten zijn, maar een beginpunt. We hebben als politiek een keuze: we kunnen de gevolgen van die groei aan anderen of aan van alles verwijten, of we zien de negatieve gevolgen onder ogen en beginnen met werken.
We zien een gebrek aan geschikte en betaalbare woonruimte, terug te zien in de verder stijgende huur en koopprijzen en de oplopende wachtlijsten in het sociale segment. Met de duidelijke en te waarderen keuzes op het laatste gebied, en het motto bouwen, bouwen, bouwen in gedachten stuiten we op het ruimtetekort in onze stad. De oplossing die we met z’n allen hebben bedacht is ‘de lucht in’, en het toepassen van een duidelijke procentuele segmentatie om in elk geval een deel betaalbaar te houden. Op zich klinkt dit als een logische oplossing. Maar voorzitter, hier schuilt wat ons betreft ook een groot probleem. Dat probleem zit in de eenzijdigheid van het type woningen dat wordt gecreëerd. We krijgen straks duizenden appartementen erbij, veel sociaal, een iets kleiner deel middenhuur en de rest duur. Maar wel allemaal appartementen.
Wellicht dat een jonge starter met een redelijk salaris zo’n woning nog kan huren, aannemelijk is dat er dan een partner bij komt. Met z’n tweeën wordt het zelfs betaalbaarder. En hoe leuk is het dan om met z’n tweeën te wonen in een prachtig appartement op de 50e etage van een hoge toren? Schitterend uitzicht over stad en zee. Heerlijk genieten van de ondergaande zon met z’n tweeën. Voorzitter, dergelijke romantische avonden leiden natuurlijk wel eens tot gezinsuitbreiding. En waar het geluk voor zo’n stel begint, daar begint het probleem op het gebied van huisvesting. Want reken maar uit: dat leuke kleine schattige appartementje is opeens niet meer zo geschikt, er is een wat ruimere woning nodig. Een paar jaar verder liefst een woning met een tuintje erbij om de kleine in de zomer buiten te laten spelen, ruimte voor een fietsenschuurtje en een plek voor de auto om op familiebezoek en vakantie gaan.
Voorzitter, helaas kunnen we in Den Haag aan deze wensen niet voldoen. Ik vrees dan ook dat we deze werkende gezinnen steeds meer zullen verliezen, want onze buren die bouwen wel voor deze zeer grote en gewilde doelgroep. Dit is niet alleen jammer voor de samenstelling van onze stad, maar ook voor onze gemeentekas. Juist deze groep vormt de ruggengraat van onze Haagse samenleving. Netto betalen ze meer aan de sociale voorzieningen dan dat ze ontvangen, de Haagse economie leunt op deze brede middenklassen, ga zo maar door. Als ik onze plannen voor de toekomst bekijk, dan valt jammer genoeg te constateren dat op heel veel beleidsterreinen er steeds minder wordt ingezet op het behouden van Haagse gezinnen. Wat het CDA betreft maken we met deze keus een grote fout.
Voorzitter, helaas groeien jongeren in Den Haag op in een cultuur waarin alles lijkt te kunnen, wapens alom aanwezig zijn en drugs en criminaliteit volkomen normaal zijn. Deze cultuur is ontstaan omdat we drugsgebruik hebben losgekoppeld van de gevolgen ervan. En politiek en overheid hebben hieraan meegewerkt. XTC is verboden, maar je kunt je pilletje wel laten testen bij de officiële instanties. We zien dat loskoppelen van vrijheid van verantwoordelijkheid ook bij wapens. Op zich zijn we tevreden met de voorgestelde aanpak in het Haags actieplan wapens en jongeren, met daarin een juiste balans tussen repressief beleid aan de ene kant en voorlichting en begeleiding van kwetsbare jongeren aan de andere kant. Maar we staan bij voorlichting natuurlijk met 1-0 achter. Vanuit de populaire media kanalen wordt het beeld van de criminaliteit vaak geromantiseerd. Dure auto’s, mooie kleding en een “lang leve de lol” lifestyle, dat is wat we zien in films en series over zware drugscriminelen. Het negatieve effect op onze samenleving, de schade aan de gezondheid, maar veel sterker nog de gruwelijke moorden en zware mishandelingen die hiermee gepaard gaan, dat alles zien we maar weinig terug. En als je het ziet, wordt het bijna goed gepraat.
Voorzitter, we hebben zo als politiek meegewerkt aan een volkomen leeg beeld van vrijheid, een schijnvrijheid, van leven en laten leven zonder nog een boodschap aan elkaar te hebben. Een lege vorm van vrijheid zonder verantwoordelijkheid. En dat heeft grote gevolgen voor de veiligheid van de samenleving en de gezondheid van onze inwoners. Voorzitter, dit is niet normaal, wanneer gaan we dit inzien?
Voorzitter, de gemeente zal het tegengeluid moeten zijn, moeten werken aan een koppeling van vrijheid aan verantwoordelijkheid. Dat zal stap voor stap moeten, tegen de heersende cultuur van normalisering in. Daarom is het goed dat de samenwerking wordt opgezocht, echter zien we dit graag breder. Uiteraard moeten we samenwerken met scholen, met jongerenwerkers en alle anderen waar we nu al mee werken. Toch zullen we ook moeten nadenken over hoe we dieper kunnen gaan, in de haarvaten van de samenleving. Wie zijn de mensen die tot deze groep kwetsbare jongeren kunnen doordringen? Tegen wie kijken ze op? Probeer voorbeelden van succes te betrekken, maar ook vertrouwenspersonen. Die vertrouwenspersonen kunnen bijvoorbeeld komen uit de vele levensbeschouwelijke organisaties in onze stad. Is het niet een idee om met o.a. de kerken, moskeeën en mandirs in gesprek te gaan en kijken hoe zij kunnen bijdragen? Laat het dan ook niet enkel bij een gesprek blijven, maar doe dan ook een keer wat met die organisaties. Ik hamer hier al jaren op, er ligt veel potentie daar en de mensen zijn bereid te helpen. Hopelijk gaan we ze nu wel hierbij betrekken. We hebben iedereen nodig om onze kwetsbare jongeren op het rechte pad te houden en het besef van normen en waarden, het respect voor je omgeving en voor het leven van je medemens bij te brengen. Laten we dan niet struikelen over vastgeroeste ideeën maar van elke helpende hand gebruik maken.
Als derde en laatste duurzaamheid voorzitter. We besturen deze stad niet enkel en alleen voor onszelf. We hebben deze stad in bruikleen van de volgende generatie. Het is dan ook zaak dat we er alles aan doen om de stad beter achter te laten dan dat we die hebben aangetroffen, zodat de generatie na ons dit voort kan zetten. Daarom heeft het CDA Den Haag ook al jaren de leus “voor een stad die we door willen geven”:
Hoewel we bij aanvang van deze raadsperiode in de oppositie zaten durf ik wel te zeggen dat die kernwaarde uit de christendemocratie, het rentmeesterschap, zichtbaar was in de gepresenteerde plannen op dit gebied. Het doel was concrete stappen te zetten in het verduurzamen van onze stad. Bij de coalitiewissel zijn vrijwel al deze plannen overgenomen, in de volle overtuiging van de noodzaak van echt rentmeesterschap. Maar voorzitter, ik begin me wel steeds iets meer zorgen te maken over het feit dat het duurzaamheidsdebat alleen nog maar over grote, radicale oplossingen lijkt te gaan. De gaskraan helemaal dichtdraaien klinkt wellicht heel duurzaam, maar kan niet zomaar omdat veel woningen immense investeringen vereisen voordat ze van het gas af kunnen. Veel beter kunnen we kiezen voor stappen die wellicht niet spectaculair klinken, maar wel concrete en bewezen oplossingen voor verduurzaming zijn. Vandaar ook mijn voorstel om vol in te zetten op het isoleren van woningen. Daarmee dringen we het verbruik enorm terug. Ik hoop van harte dat in de ons nog resterende periode hier snel een aanvang mee wordt gemaakt. Want zonder zo’n start, zou je je straks na vier jaar wel moeten gaan afvragen hoeveel we op duurzaamheidsgebied nu merkbaar voor onze inwoners voor elkaar hebben gekregen.
Voorzitter, de uitdagingen zijn groot, maar de plannen liggen er. Het komt nu aan op zij aan zij verantwoordelijkheid nemen, samen concreet aan de slag voor onze stad. Dank u wel voorzitter.