Desh Ramnath over de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
Vanmiddag sprak de commissie Bestuur over de voortgang van de actieagenda Geslaagd in het vak 2.0. In deze agenda worden actiepunten gepresenteerd om het onderwijs en de arbeidsmarkt in Den haag en de regio beter op elkaar te laten aansluiten. Raadslid en woordvoerder op dit onderwerp Desh Ramnath voerde namens het CDA het woord:
"Het huidige plan is erg gericht op onderwijs en toekomstwensen van Den Haag. Hiermee duid ik op stad van vrede en recht, veiligheid en ICT en het bieden van nieuwe of het verbeteren van bestaande studies. Het is op dit moment onduidelijk of hier ook daadwerkelijk meer werkgelegenheid uit naar voren zal komen of dat de focus op deze markten afdoende is om het grote probleem op te lossen"
Het huidige plan is ook vooral gericht op het passend maken van het onderwijsaanbod dat op dit moment niet voldoende aansluit op de vraag vanuit het bedrijfsleven. De stad is gericht op bedrijvigheid op het gebied van vrede, recht, veiligheid en ICT en het onderwijs moet zich daaraan aanpassen volgens het rapport. Geen slechte veronderstelling maar het is op dit moment niet duidelijk of hier ook daadwerkelijk meer werkgelegenheid uit naar voren komt.
Het CDA vindt dat er gekeken moet worden naar het grotere probleem, namelijk de mis-match tussen arbeidsmarkt en onderwijs cq. werkzoekenden. Een groot deel van de mensen die van een school afkomen hebben niet de juiste bagage om de arbeidsmarkt te betreden, doordat ze of zoals in veel gevallen niet de studie hebben gedaan waar vraag naar is, niet de juiste hard en soft skills bezitten om deel te nemen aan het bedrijfsleven of dat de werkgevers de werknemers niet kunnen vinden.
Aangezien het vinden of creëren van meer banen een samenspel is tussen werkgever, werknemer en opleiding, zouden eerder genoemde problemen beter opgelost worden wanneer de overheid in samenwerking met de eerder genoemde partijen intensief zouden samenwerken bij het tot stand komen van leertrajecten, leer-werkplekken, onderwijssystemen en curricula. Dat het en passant ook zou betekenen dat het betrekken van het bedrijfsleven zal leiden tot een grotere derde geldstroom voor betere onderwijsmaterialen en beter onderwijs is een additioneel welkom voordeel.
Door die samenwerking kan er sneller en beter onderzocht worden wat nu de vraag is op de arbeidsmarkt, waar de vraag naar toe gaat en wat de lokale economie drijft. Op die manier kan het onderwijs flexibel en pro-actief schakelen en zorg dragen voor een betere match als het gaat om studiekeuze, opleidingsniveau en het focussen op benodigde soft en hard skills waar de arbeidsmarkt naar op zoek is.
De dynamiek die ik omschrijf beschrijft geeft ook aan dat er meer aandacht moet komen voor ondernemerschap wat zal leiden tot meer banen, ondernemers en bedrijven die de werkplekken moeten kunnen creëren in het belang van de onderneming. Des te meer een reden om de brug te bouwen en intensiever te gebruiken tussen onderwijs, docenten, ondernemers, bedrijven en overheid. De angst voor het bedrijfsleven en daarmee wellicht het teloorgaan van vrije toegang tot onderwijs, zorgt er momenteel voor dat de samenwerking nog enigszins angstvallig verloopt, terwijl juist de overheid met de wetgeving hier kaders voor zou kunnen stellen en zou moeten fungeren als coördinerend gesprekspartner.
Een ander eerder genoemd groot probleem is dat werkgevers die, los van de crisis, niet altijd geloven in de Haagse student, scholier of werkzoekende. Dit is vooral een sociale drempel. Er is weinig know how over de zakelijke markt, de theorie zou niet voldoende zijn om te starten. Dus ook hier is een betere brug nodig tussen ondernemers, bedrijven, onderwijsinstellingen, docenten, studenten en overheid.
Een flinke lichtpunt aan de horizon voor Den Haag kan zijn de internationalisering die nodig is voor het Nederlandse bedrijfsleven. De grote steden, zo ook Den Haag, proberen internationale buitenlandse bedrijven aan te trekken om op die manier nieuwe banen, nieuw geld en nieuwe kennis te vergaren. Omgekeerd ligt de kans voor het Nederlandse bedrijfsleven volgens de recente onderzoeken in internationalisering van hun bedrijfsvoering. In beide gevallen is een lokaal te gebruiken netwerk, lokale kennis en personeel met kennis van het buitenland onontbeerlijk om dit te realiseren. Den Haag heeft een hele poel jongeren die aan dit profiel kunnen bijdragen. Dus zou volgens het CDA de overheid het onderwijs moeten stimuleren om deze in Den Haag aanwezige competentie te stimuleren, voeden en kanaliseren, zodat de kracht van de immigranten benut kan worden op fronten waar bijvoorbeeld de autochtone jongeren een achterlopen of niet in kunnen voorzien. Hierdoor kan Den Haag een kennis en netwerkcentrum worden voor niet alleen Den Haag, maar heel Nederland als het gaat om bruggenbouwers tussen landen en culturen, tussen landen of culturele vraagstukken binnen een stad.
Vindbaarheid.
Veel bedrijven kunnen niet de juiste of kwalitatieve werknemer vinden bij het uitschrijven van een vacature. Dit is omdat ze de weg naar de werknemer niet gemakkelijk kunnen vinden, twijfelen over de sociale kunde van de werknemers en omdat het onderwijsniveau of de diploma niet aansluit. Daarom snap ik niet dat de gemeente ook hier kiest om aan de economie te werken zonder de kleine en middelgrote ondernemers, maar voor de rest eigenlijk alleen focust op instellingen en stichtingen. De ondernemer zou enthousiast moeten zijn en gevraagd worden om mee te denken, in te brengen, het kennisniveau te verhogen, de drempel te verlagen en sociale vaardigheden te verbeteren. Ondernemers moeten meer betrokken worden, verbonden worden aan het onderwijs, inbreng krijgen in het onderwijs, met het onderwijs projecten kunnen ontwikkelen en de afstand gezamenlijk verkleinen.''
- Desh Ramnath -