04 juli 2015

Hoe hard is een stoeprand?

CDA-stadsdeelwethouder Scheveningen Karsten Klein schrijft wekelijks een column in de Scheveningse Courant. In de column van 1 juli jongstleden schreef Karsten over zijn valpartij met de fiets. 

Een stoeprand is hard, heel hard, heel erg hard. Zeg maar in het gewoon Hollands keihard. Ik spreek uit eigen ervaring. Ik ben erop gevallen - verderop meer hierover.

Waarom hebben wij in Nederland eigenlijk ooit stoepranden uitgevonden vraag ik me de afgelopen dagen hardop af. Wie heeft dit ooit verzonnen? Ze liggen eigenlijk altijd in de weg. Ze zijn een obstakel voor kinderwagens; een muur voor mensen in rolstoelen en met rollators. En voor mensen met een scootmobiel vormen ze een onneembare vesting. En dan heb ik het niet eens over al die glimmende lichtmetalen velgen van trotse autobezitters; één foutieve stuurbeweging en de velg schuurt langs de stoeprand en is voor eeuwigheid gehavend. Nee, het nut van de stoeprand ontgaat mij geheel.

Ja, met een beetje goede wil zie ik wel af en toe een gebruiksvoordeel ervan. Een praktische afscheiding van weg- en voetgangersruimte, die kan ik me wel enigszins voorstellen. Ook is een stoeprand altijd verrekte handig om de onderkant van je schoen te reinigen na een stap in een hondenuitwerpsel. De enige positieve reden van het bestaan van de stoeprand is voor het spelletje stoepranden. Voor de jonge generatie onder de lezers: een balspel voor 2 personen waarbij je elkaars stoeprand met een bal moet raken en wel zo hard dat de bal terugstuitert. Nooit genomineerd als demonstratiesport bij de Olympische spelen, maar wel echt leuk. In het Noord-Groningse dorp waar ik ben opgegroeid was het in ieder geval een hit.

Waarom even mijn fixatie op de stoeprand?
Zoals u waarschijnlijk weet heeft de Nederlandse fietser drie 'angsten': 1 de tramrails, 2 een andermans stuur, 3 de stoeprand. Vorige week fietste ik terug van de Volvo Oceanrace naar huis. Drie dagen lang volop genieten in de Scheveningse Haven. Scheveningen in de mondiale spotlights. 150.000 bezoekers, terrassen en hotels allemaal vol. Onze Koning, Zijne Majesteit trots op onze nieuwe Hollandse zeeheld Bouwe Bekking. Heerlijk meezingen op de melodieën van de Haagse trots DI-RECT, Golden Earring en Anouk. Kortom, met de deining van de zee in mijn hoofd, mee-neuriënd met Anouks 'Nobody's wife' fietste ik huiswaarts. Wegdromend en flink pedalerend over de Van Boetzelaerlaan miste ik een flauw bochtje naar rechts in het fietspad. Op zich is het voor een beroepsbestuurder (wethouder!) wel te overzien om een flauw bochtje naar rechts te missen. Maar dit keer, in het donker, op de fiets, bleek het toch een fors obstakel. Met een enorme smak lag ik in plat Haags "op m'n plaat". Vol met mijn hoofd op de straat. Iedereen die dit wel eens heeft meegemaakt zal het me met eens zijn: wat voelt de straat dan hard! Netto resultaat van mijn val: blikschade aan mijn fiets en schade aan mijn aangezicht. Maar het ergste was, dat ik een hersenschudding had.

In het donker, op de weg zittend, met je benen in je fiets gehaakt, voel je dan hoe hulpeloos je bent. Daar in het donker verscheen mijn heldin. Mijn Florence Nightingale. Zomaar uit het niets, een Haagse vrouw die mij opraapte en zich over mij ontfermde. Nog medisch onderlegd ook! Was er dan toch een klein engeltje met me meegefietst? Ik ben haar eeuwig dankbaar.

Uw columnist (ik dus) heeft een weekje gedwongen rust moeten nemen. Tijdens zo'n weekje rust ga je natuurlijk nadenken over wat je is overkomen en wat je ervan leert. Mijn moeder heeft me altijd voorgehouden: van tegenslagen leer je het meest. Dus nu ook. Ik heb mezelf de afgelopen week een belofte gedaan. Die belofte maak ik nu ook publiekelijk bekend aan u. Ik beloof plechtig, met twee vingers in de lucht en mijn hand op mijn hart, dat ik nooit, nooit en nooit meer zal gniffelen en minzaam zal lachen, als ik een groepje Amerikaanse toeristen wiebelig voorbij zie fietsen met een reuze valhelm op hun hoofd. Dit is mijn leermoment. Voor de komende drie maanden in ieder geval.​

- Karsten Klein, Scheveningse Courant 01-07-2015 -

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.