14 oktober 2015

In de Raad: CDA steunt Haagse aanpak opvang vluchtelingen

In de raad van vanavond werd gesproken over de opvang van vluchtelingen in Den Haag. Den Haag vangt 600 vluchtelingen in noodopvang op in het voormalig ministerie van Sociale Zaken en in de Kiwistraat wordt op korte termijn opvang voor 40 alleenstaande minderjarige asielzoekers gerealiseerd. Ook zullen 100 vluchtelingen worden opgevangen op Scheveningen. De plannen voor de statushouders, vluchtelingen die een verblijfsstatus hebben gekregen, worden snel concreter.

Draagvlak bewoners
Het CDA steunt de noodopvang van de vluchtelingen in Den Haag. Opvang is onze menselijke plicht, wij nemen deze verantwoordelijkheid. Wat het CDA betreft gaat het college echter direct met bewoners in gesprek om hun zorgen en angsten weg te nemen. Naar aanleiding van deze overleggen komt het college met maatregelen om de veiligheid en leefbaarheid voor zowel bewoners als vluchtelingen te waarborgen.


Kijken naar de toekomst
Ook het versneld permanent huisvesten van statushouders zodat er nieuwe plekken in de asielzoekerscentra ontstaan kan op steun van het CDA rekenen. Hier vindt het CDA het belangrijk dat zodra huisvesting is geregeld direct gestart wordt met maatregelen rondom taal, onderwijs, werk en tijdsbesteding om de statushouders toekomst en perspectief te bieden in onze stad.

Kleinschalige huisvesting in de stad
Het CDA bepleit dat kleinschalige huisvesting verspreid over de stad beter is voor de integratie en welzijn van vluchtelingen en bewoners. In massale opvangcentra is integratie moeilijk. Het CDA zou dan ook graag zien dat hier snel meer duidelijkheid over komt.

Politievrijwilligers
Tot slot benoemde het CDA de wens om Haagse politievrijwilligers in te zetten om toezicht te houden bij noodopvang-locaties om de veiligheid van bewoners en vluchtelingen te garanderen en de politie te ontlasten.

CDA-fractievoorzitter Daniëlle Koster voerde in de Raad het woord namens het CDA. Haar volledige inbreng bekijk je hier terug!

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.