Nieuwe CDA-lijsttrekker: ‘Den Haag kan niet zomaar blijven groeien, kijk ook naar ruimte bij buurgemeenten’
Den Haag kan niet ongelimiteerd blijven groeien. Als het aan wethouder en kersvers CDA-lijsttrekker Hilbert Bredemeijer ligt, trapt de stad op de rem. ‘Het moet geen taboe meer zijn om te kijken naar ruimte bij onze buurgemeenten.’
Hilbert Bredemeijer kwam in 2002 in Den Haag wonen en zag de stad in bijna twintig jaar tijd groeien met 100.000 inwoners. De komende twintig jaar komen daar nóg eens 100.000 Hagenaars bij, zo is de verwachting. Maar als het aan de gisteren gekozen CDA-lijsttrekker Bredemeijer ligt, mag het wel een tandje minder. Want het woonplezier in de stad komt steeds meer onder druk te staan. ,,Ik spreek mensen die zeggen: dit is niet meer het Den Haag waar ik voor heb gekozen.”
Hoeveel inwoners er nog wel bij kunnen komen, kan Bredemeijer moeilijk zeggen. Met de woontorens die gebouwd worden maakt Den Haag een aardige slag. Maar ook die kunnen zijn zorgen over de woningmarkt niet wegnemen. ,,Ik denk dat we ook meer behoefte hebben aan woningen met een tuin om wooncarrière te kunnen maken. Dat is gezien de ruimte heel lastig. Het moet daarom geen taboe meer zijn om ook te kijken naar de ruimte bij onze regiogemeenten. Die is er. Den Haag is vol, dan moet dat bespreekbaar zijn. De provincie of het Rijk moet je kunnen vragen om dat te verdelen.”
Mensen leven meer langs elkaar heen en hebben een korter lontje
Want volgens Bredemeijer knelt de ruimte in de natuur, het onderwijs, zorgvoorzieningen en sportvelden. ,,Vergeleken met twintig jaar geleden is het veel drukker op straat. Mensen leven meer langs elkaar heen en hebben een korter lontje. Den Haag is in plaats van een samenleving een stad van passanten geworden: expats en arbeidsmigranten. Leraren zien die kinderen soms binnen een half jaar weer verdwijnen. Zonder melding.”
Verantwoordelijkheid Westland
Buurgemeente Westland moet volgens hem ook verantwoordelijkheid moeten nemen, om meer migranten die in de kassen werken te huisvesten. In Den Haag vertienvoudigde het aantal geregistreerde arbeidsmigranten uit Oost-Europa van 2650 in 2005 naar 27.600 in 2019. Hij sprak er al over met zijn Westlandse collega-wethouders en partijgenoten Albert Abee en de tussentijds vertrokken Karin Zwinkels. ,,Zij stak haar nek uit om een oplossing te vinden voor de huisvesting. We hebben gezien hoe dat afgelopen is [Ze voelde zich niet gesteund en stapte op red.] Nu wonen de migranten in Den Haag onder soms onmenselijke omstandigheden. Het is bijna moderne slavernij. Het voelt soms alsof we het afvoerputje zijn. Daarmee bedoel ik echt niet die mensen zelf, maar waar blijft de verantwoordelijkheid van de werkgever of van het uitzendbureau?”
Er is overbewoning, illegale bewoning en geen sociale cohesie. Dan bekommeren mensen zich niet om een wijk
Naast arbeidsmigranten vangt Den Haag voor de regio ook zorgdoelgroepen op en daklozen - ‘die worden soms letterlijk op de tram naar Den Haag gezet’ ,,We nemen onze verantwoordelijkheid, ook als dichtstbevolkte stad van Nederland. We lossen echt veel op voor de regio, maar ik heb het gevoel dat we niet meer aankunnen. Je wil als stad ook economisch en financieel gezond zijn. Je mag er als stad ook naar streven om mensen te huisvesten die een samenleving maken. Die iets economisch of maatschappelijks bijdragen, die vrijwilligerswerk doen.”
En daarom moet de groei van een stad geen doel op zich zijn, zegt Bredemeijer. ,,Je moet eerst kijken naar de leefbaarheid en van daaruit bezien hoe je verder groeit. Afval is daar een heel typisch voorbeeld van. Er is overbewoning, illegale bewoning en geen sociale cohesie. Dan bekommeren mensen zich niet om een wijk.”
Dat het problemen zijn waar een grote stad nu eenmaal mee te maken krijgt gaat er bij Bredemeijer niet in. ,,Je hoeft dat echt niet allemaal te accepteren. Toen ik hier kwam wonen, koos ik voor de stad vanwege de reuring, de gezelligheid maar óók vanwege het samenleven, dat je samen de stad maakt.”
Artikel: AD - Bart Lelieveld
Foto: Wethouder Hilbert Bredemeijer van Den Haag met zijn meest favoriete uitzicht over de stad. © Peter Franken