Ook in Den Haag oliebollen-kramen vanaf 1 november open

CDA-er Michel Rogier is verbaasd dat oliebollenverkopers in Den Haag pas vanaf half november oliebollen mogen verkopen. In alle omliggende gemeenten en in de andere grote steden zijn oliebollenkramen al vanaf het begin van deze maand op straat te zien. Het stadsbestuur gaat dit op verzoek van Rogier vanaf volgend jaar aanpassen.

‘’Het stadsbestuur spreekt uit meer reuring in de stad te willen maar willen de Haagse oliebollenverkopers die de straat tijdens de feestelijke maanden opfleuren niet twee weken eerder laten staan. Dat vind ik raar,’’ aldus Rogier. Hij vindt het ook sneu voor de Haagse oliebollenverkopers die concurrentie ondervinden van verkopers in andere gemeenten. ‘’In Wateringen koop je vanaf 1 november een oliebol terwijl handelaren twee straten verderop in het Haagse Wateringseveld dan nog twee weken moeten wachten.’’

Enkele jaren geleden werd dit onderwerp zonder succes door de PVV aan de kaak gesteld. Met oog op de nieuwe visie van het stadsbestuur, die meer levendigheid op straat wil, zou het volgens Rogier ditmaal wel mogelijk zijn om de oliebollenkramen eerder te laten staan. Het CDA-raadslid vroeg deze middag tijdens de bespreking van de Nota Haagse ambulante handel en straatkiosken, die het uitgangspunt vormt voor de nieuwe verordening, aan het college om in de nieuwe verordening op te nemen dat oliebollenkramen in plaats van vanaf 15 november al vanaf 1 november mogen staan. De wethouder omarmde dit voorstel van het CDA. De oliebollenkramen mogen voortaan vanaf 1 november open!

Haagse nota ambulante handel
Voorts is Rogier tevreden met het beleid omtrent ambulante handel en kiosken in onze stad. De plannen bieden meer kansen voor ondernemers en voor nieuwe initiatieven en dat is goed voor de levendigheid, de economie en werkgelegenheid​ in onze stad. Rogier bepleitte met succes om de Haagse koffiehuizen als Haags cultureel erfgoed aan te merken zodat hun voortbestaan wordt gegarandeerd. De koffiehuizen horen immers bij het Haagse straatbeeld. Ook hier krijgt Rogier een positieve reactie van de wethouder, die een inventarisatie gaat maken van Haagse koffiehuizen en gaat kijken of we hier cultureel erfgoed van kunnen maken.