07 maart 2016

Profiel Daniëlle Koster in De Vogelwijk

In de maarteditie van De Vogelwijk, het wijkblad van de Haags wijk de Vogelwijk in het stadsdeel Segbroek staat een uitgebreid profiel van CDA-fractievoorzitter Daniëlle Koster. Het volledige wijkkrantje leest u hier.

 

Daniëlle Koster leidt CDA-fractie in Haagse raad

‘We moeten trots zijn op onze democratie en emancipatie’
Tekst: Magda van Eijck

,,Als ik ’s avonds na mijn werk naar huis fiets, denk ik vaak: wat geweldig dat ik deze wijk, woon! Vooral als het zo’n dag is waarop je hier de zee kunt horen ruisen en de zilte zeelucht zelfs kunt ruiken.” Daniëlle Koster, CDA-fractieleider in de Haagse gemeenteraad én Vogelwijkbewoonster, zegt het zo beeldend dat je de zee bijna echt hoort en ruikt. Ze geniet al bijna dertien jaar van deze woonomgeving, want ze verhuisde met haar man in 2003 hier naartoe. De wijk op zich kende ze trouwens al langer, want na haar studie Internationale Betrekkingen in Groningen, afgemaakt met Europese studies in Amsterdam, woonde ze korte tijd in de wijk Duinoord. Van daar uit fietste ze met haar man, toen nog haar vriend, vaak naar De Kwartel. ,,Dan zeiden we wel eens tegen elkaar: ‘Je zult hier maar wonen!’ En nu is het echt onze wijk en zitten onze kinderen – een dochter van elf en een zoontje van acht – op de Heldringschool.’’

,,De Vogelwijk voelt meer als een dorp dan als een stad. Men heeft er aandacht voor elkaar en veel bewoners zijn betrokken bij wat er gebeurt. Bij nieuwe bouwplannen komt men doorgaans met goede redeneringen en argumenten. Ik heb veel waardering voor de inzet van mensen bij plannen van de gemeente over bijvoorbeeld de herinrichting van de Sportlaan en van het HALO-terrein.’’

Levenslessen
,,Ik ben geboren en getogen in het kleine plaatsje Den Ham in Twente. Mijn opa werkte daar vroeger in een textielfabriek. Omdat hij negen kinderen had, die hij goed wilde opvoeden, ging hij ’s avonds nog turf steken om wat bij te verdienen. Toch had hij nog de energie om zich ook in te zetten voor gezinnen die het nóg slechter hadden.’’ ,,Als aan het eind van de week het loon aan de textielarbeiders werd uitbetaald, gingen veel mannen naar de kroeg. Daar werd het groot ste deel van het loon gelijk omgezet in drank. Mijn opa zorgde ervoor dat de arbeiders aan het eind van de week wel wat geld voor een biertje kregen, maar dat de rest naar de bank ging waar hun vrouwen het geld op konden halen. Zo werd het drankmisbruik bestreden en konden schulden worden afbetaald, waardoor veel gezinnen een kans op een beter leven kregen. Ook heb ik van hem én van mijn ouders geleerd dat je je talenten moet ontwikkelen voor de maatschappij en dat je zelf in beginsel overal verantwoordelijk voor bent. Ik denk dat ik hierdoor voor de politiek én voor het CDA heb gekozen.’’

,,Niet alleen het voorbeeld van mijn opa is bepalend voor mijn leven geweest. Dat was ook mijn verblijf in Kenia, waar ik tijdens mijn studie een half jaar stage heb gelopen bij de VN in Nairobi. Daar kwam ik er achter dat het niet gewoon is dat er water uit de kraan komt dat drinkbaar is, zoals bij ons, maar dat dit eigenlijk een hele grote luxe is. Ook zag ik in Kenia dat een gelijkwaardige positie van man en vrouw niet vanzelfsprekend is. Dat alles heeft ervoor gezorgd dat ik mij wilde inzetten voor ons land en onze stad om zaken nog beter te maken.’’

Pittige baan
Daniëlle is naast fractievoorzitter van het CDA in de gemeenteraad van Den Haag ook beleidsmedewerker onderwijs bij de CDA-fractie in de Tweede Kamer. ,,Ja, bij elkaar is dat een pittige baan”, bevestigt Daniëlle, ,,maar ik vind flexibiliteit juist belangrijk én prettig. Als raadslid voor het CDA werk ik zo’n twintig à dertig uur per week en soms meer, en dan komt er wekelijks nog een aardig aantal uren in de Tweede Kamer bij. Ik voel me bevoorrecht dat ik op deze twee mooie plekken mag werken.’’

,,Gelukkig zitten de Kamer en het Haagse stadhuis dicht bij elkaar. Soms is het heel druk en ben ik nauwelijks thuis, maar gelukkig heb ik een goed netwerk van mensen die kunnen oppassen. Tijdens recesperioden is het gelukkig vaak rustig. Juist dat zijn de weken waarin de kinderen vrij zijn, dus dan kan ik alle aandacht aan hen schenken. Als het kan, probeer ik altijd wel ’s avonds thuis te eten. Dat is dan gewoon een kwestie van snel heen en weer fietsen. Anders heb ik het gevoel te veel te missen van wat mijn man en kinderen bezighoudt.’’

Radicalisering en jihadisme
,,Een oud-politiecommissaris zei ooit: ‘Als het ergens op de wereld regent, dan drupt het in Den Haag’. Daar zit een kern van waarheid in. Dat komt door de internationale bevolking in onze stad. Alles wat elders gebeurt, heeft z’n weerslag hier”, vertelt Daniëlle. ,,De Hofstadgroep heeft de gemeente wakker geschud. Toch was in 2014 Den Haag ook de stad waar de IS-vlaggen verschenen. De met zwarte IS-vlaggen zwaaiende jongeren in de Schilderswijk riepen daarbij antisemitische leuzen. Jongeren zijn nu eenmaal zeer ontvankelijk voor extremen. In veel van de gezinnen waar deze jongeren wonen, is het normaal om af te geven op onze cultuur. Zij krijgen hun nieuws via schotelantennes en horen daar leuzen tegen de westerse wereld. Met fractievoorzitters van CDA-afdelingen in de grote steden hebben we toen een manifest opgesteld. En onze fractie heeft een ‘Plan van aanpak tegen radicalisering’ aangeboden aan Van Aartsen. Dat is verwerkt in de plannen van de gemeente tegen radicalisering en daar ben ik trots op.’’

,,In Nederland moeten we trots zijn op onze democratie en op het feit dat man en vrouw gelijkwaardig zijn. We kennen vrijheid van meningsuiting en staan open voor andere culturen. Ik vind dat we juist nu moeten blijven vasthouden aan onze verworvenheden en westerse waarden. We kennen nu extremen als het populisme en het jihadisme. Vrijheid van meningsuiting geldt natuurlijk ook voor moslims en voor de PVV, maar extremen die verder gaan dan dat en zich richten tegen onze westerse normen en waarden zou je beter moeten kunnen bestraffen. In Duitsland kan dat. Daar mogen bepaalde symbolen en organisaties niet meer. We zien nu een andere cultuur opkomen. Daar moeten we niet voor wegkijken, maar we moeten wel alert zijn op de gevaren die het met zich mee kan brengen. “

Moeder is opvoeder
,,De moslimgemeenschap moet zelf laten zien dat men niet voor IS is en vaker laten horen dat er ook gematigde moslims zijn,” vindt Daniëlle. ,,Veel moslims beginnen wel te beseffen dat IS gevaarlijk is voor hun kinderen. Er begint langzaam een kentering te komen: op scholen en in de gemeenschap zelf hoor je nu veel meer afwijzende reacties op extremisme. De positie van de moeders is hierbij belangrijk: zij zijn de spil in de opvoeding van de kinderen; zij kunnen hun kinderen respect voor vrouwen en andersdenkenden bijbrengen en zij ziet vaak als eerste veranderingen in het gedrag van hun kinderen.’’

Daniëlle is van nature optimistisch: ,,Het moet goed komen’’, zegt ze stellig. ,,Maar je moet terechte zorgen van  autochtonen niet wegpoetsen, ook niet als mensen protesteren tegen een groot asielzoekerscentrum bij hen in de buurt. Deze mensen zijn bang wat de impact van zo’n AZC kan zijn op hun gemeente of buurt en dat snap ik heel goed. Als politicus moet je proberen de zorgen van de mensen weg te nemen in plaats van ze groter te maken. Nieuwkomers mogen hun eigen identiteit bewaren, maar ze moeten wel onze normen en waarden accepteren. Er is maar één weg en dat is de weg vooruit, maar voor een kind uit de Schilderswijk is dat heel wat lastiger dan voor een kind uit de Vogelwijk.”

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.