Reactie op de programmabegroting: we moeten de tering naar de nering zetten!
We zitten in een periode van financiële tegenwind. Fractievoorzitter Daniëlle Koster: “Ik wil graag beginnen met een compliment voor de sluitende begroting, dat is ongetwijfeld een hele klus geweest! Helaas blijft het bij dit compliment, de zorgen over de toekomst overheersen.”
Zorgen
Het zorgenkind voor dit college is en blijft het oplopende tekort op jeugd en WMO. Wat het CDA zorgen baart is dat dit college bij jeugd vooral met de vinger naar het rijk wijst. Deels is dat waar; het rijk geeft te weinig aan de gemeenten voor jeugdzorg waardoor de tekorten overal spelen. Maar dat is de ene kant van het verhaal. Ondanks de genomen maatregelen de afgelopen jaren blijft het tekort op jeugd en WMO maar stijgen en stijgen. Dit roept de vraag op of we nog wel in control zijn op dit punt als gemeente? Daar lijkt het volgens het CDA niet op. We weten onvoldoende waarom de vraag naar jeugdzorg groeit en het effect van de getroffen maatregelen is tot nu toe een druppel op een gloeiende plaat.
Het college geeft aan trots te zijn het tekort in te vullen zonder verdere bezuinigingen en lastenverzwaringen. Daarmee lijkt het college de forse bezuiniging op welzijn een beetje te willen wegpoetsen evenals de lastenverzwaringen die er wel degelijk zijn. De OZB gaat voor het eerst omhoog en parkeren wordt flink duurder. Met deze keuzes kiest dit college voor het zand en niet voor het veen.
Wat moet anders?
Verder zien we dat vooral gewone gezinnen en de werkende armen de dupe worden van het beleid van dit college. Ondanks alle beloften worden tot nu toe vooral de onderkant en de bovenkant van de markt bediend. Er worden te weinig woningen gebouwd voor starters en gezinnen met een middeninkomen. Door dit tekort aan woningen zijn de prijzen van de woningen torenhoog. Je zal maar als starter of als gezin met een middeninkomen een woning willen kopen in Den Haag, dat is door de hoge prijzen bijna onbereikbaar geworden. Hiermee jagen we de middeninkomens de stad uit, terwijl dit juist de groep is die we moeten houden. “Het is ontzettend belangrijk dat we ook voor starters en gezinnen geschikte woningen aanbieden”, meent Koster.
Ook voor de werkende armen doet dit college onvoldoende. Een groep die het heel moeilijk heeft, maar over het hoofd wordt gezien in de gemeentelijke plannen. Het CDA roept het college op te komen met plannen om deze groep te helpen: “Werk moet weer lonen”, vindt Koster, “daarmee halen we ook meer mensen uit de bijstand.”
Dit college geeft aan leefbaarheid belangrijk te vinden; dat vindt het CDA ook. Maar tegelijkertijd zien we dat er te weinig aandacht is voor de effecten van het eigen beleid op de leefbaarheid. Er zijn nu al te weinig handhavers. Toch verruimt dit college de openingstijden van de horeca, er komen zelfs meer nachtvergunningen bij en komen er overal parkeerterrassen. Zonder voldoende handhaving is dit vragen om moeilijkheden en ben je als je ernaast woont de klos. Daarom wil het CDA dat dit college meer uitgaat van gecontroleerde groei: eerst zorgen dat de randvoorwaarden voor leefbaarheid geregeld zijn, voordat het beleid wordt verruimd. Koster: “De basis moet eerst op orde zijn! Als we dit niet doen, komt de leefbaarheid niet alleen verder onder druk, maar verdwijnt de leefbaarheid van onze stad."
Tot slot
Voor 2020 is het gelukt om een sluitende begroting te maken, maar dat wordt voor de jaren erna steeds lastiger. We zullen de tering naar de nering moeten zetten. Om onze mooie stad goed door te geven aan de volgende generatie!