19 november 2015

Waarom ton subsidie De Uithof?

Het CDA, samen met de HSP en VVD, zet vraagtekens bij de cheque van 100.000 euro die wethouder Baldewsingh onlangs aan sportcomplex De Uithof gaf. Volgens de lokale fracties zou de gemeente bij De Uithof, net als bij alle andere verenigingen en organisaties die een subsidie aanvragen, eerst de concrete plannen moeten afwachten om te kunnen beoordelen of een subsidie wordt toegekend en hoe hoog dit bedrag zou moeten zijn. Dit is nu niet gedaan.

Onlangs bevroeg de CDA-fractie in een rondvraag de wethouder al op dit onderwerp. Nu diende ze met de VVD en de HSP vervolgvragen in. CDA-woordvoerder Sport Cees Pluimgraaff, ook namens de andere partijen: ‘’Wij dragen De Uithof een warmt hart toe en vinden het goed dat zij zich als commerciële partij ook maatschappelijk wil inzetten. Wij vinden het echter vreemd dat de wethouder niet op basis van concrete plannen of projecten maar op basis van vertrouwen belastinggeld uitgeeft. Hoe is bepaald welk bedrag De Uithof nodig heeft wanneer nog niet eens concreet is wat De Uithof met het geld wil gaan doen? Hoe kunnen wij controleren of het geld efficiënt is besteed terwijl  het doel van de subsidie nog niet helder is? Hierdoor raken wij de controle kwijt over het effectief besteden van belastinggeld.’’ De fracties vinden het ook oneerlijk voor al die organisaties die wel uitgebreide plannen moeten inleveren bij de gemeente voor subsidie.

Wethouder Baldewsingh heeft ook aangekondigd een onderzoek naar het plaatsen van een dak op De Uithof mee te willen financieren. Ook hierover zijn de fracties verbaasd. ‘’Wanneer een commerciële onderneming zoals De Uithof, meent te kunnen besparen door het plaatsen van een dak, dan moet De Uithof  hier zelf onderzoek naar laten doen. Wanneer uit dit onderzoek blijkt dat ook de gemeente baat heeft bij een dak kan De Uithof net als elke andere organisatie een onderbouwde subsidieaanvraag doen,’’ aldus Pluimgraaff.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.