17 december 2020

Blog Daniël Huising: Van afval naar grondstoffen

Toen mijn broertje, mijn broer en ik nog op de basisschool zaten was er altijd één dag in de week dat overal onder de lantaarnpalen zwarte zakken lagen. Mijn moeder waarschuwde nog wel eens dat we moesten uitkijken met een zak, omdat er glasscherven in de zak zaten. We gingen in die tijd ook wel eens met onze rode speelgoedkar langs de huizen om papier op te halen. Bij ons om de hoek woonde nog een echte voddenboer die midden in het dorp het papier hoog opstapelde. Hij pakte dan met zijn smoezelige vingers je neus beet stopte die in zijn zak en je kreeg dan een paar dubbeltjes terug. Toen ik in de fractie en in de familie navraag deed over dit fenomeen, werd ik al snel gecorrigeerd. Hier sprak men vroeger van de lorreboer. In Ouddorp had je Keesje van Dam, die van oud textiel poetslappen maakte. In Dirksland had je van der Groef op het Schelpenpad en in het archief van het Eilanden Nieuws kom je de naam van Verweij tegen, die volgens de schrijver kreupel liep. Recyclen is wat dat betreft echt niet nieuw. Want voordat vroeger een kindertrui naar de lorreboer ging was hij vaak in de familie al drie keer rond gegaan.

Toch herinner ik me ook de vuilnisbelten die je onderweg tegenkwam als je een bezoekje ging afleggen ergens in het land. Hoge bergen vuil die echt als afval gezien werden en waar men ook niet direct een andere oplossing voor had, dan het langs de snelweg op een grote hoop te verzamelen.

Inmiddels is afval een achterhaalde term. We spreken over grondstoffen en restafval. Daar waar grote vuilstortplaatsen zijn afgedicht en meestal een bestemming hebben gekregen als recreatiegebied, zijn er nu plannen om de waardevolle grondstoffen die nog aanwezig zijn in deze afvalberg terug te winnen.

Op Goeree Overflakkee hebben we vorig jaar het grondstoffenbeleidsplan vastgesteld. Dat kwam in plaats van het afvalstoffenbeleid. Kern van het nieuwe beleid is dat er in al ons huisvuil slechts een klein beetje afval zit wat niet te recyclen is. Dit noemen we het restafval. Het overgrote deel is recyclebaar  en heeft dus nog waarde.  Als gemeente moeten we proberen om die grondstoffen te scheiden van het restafval. Op dit moment verdwijnt er per inwoner zo´n 272 kg afval in de container. Omdat de gemeente deze kilo’s allemaal als restafval aanbiedt bij de verwerker betaald de burger een hoge prijs voor de verwerking van dit afval. Echter meer dan 200 kg van het aangeboden afval is op dit moment prima te hergebruiken, maar alleen als de grondstoffen gescheiden van het restafval worden aangeboden bij de recycler.  Als dat lukt dalen de kosten van de verwerking.

We moeten er dus op één of andere manier voor zorgen dat GFT, glas, papier en hoogwaardig plastic los van elkaar en los van het restafval worden aangeboden. Niet alleen om de verwerkingskosten te drukken, maar ook vanuit de wetenschap dat grondstoffen schaars zijn.

Om het afval gescheiden bij de recycler te krijgen zijn er twee methodes van afvalscheiding. Bronscheiding en nascheiding. Bronscheiding betekent dat je inwoners vraagt de grondstoffen van het restafval te scheiden. Bij nascheiding hoeven burgers alleen gft, glas en papier uit het restafval te houden. Het plastic mag gewoon bij het restafval worden gegooid en wordt er achteraf uitgehaald door een robot bij de afvalverwerker.

Aan beide methodes zitten voor- en nadelen. Bij bronscheiding moet een burger zelf kritisch kijken naar wat hij aanbiedt. Verwacht wordt dat de burger niet alleen het plastic beter gaat scheiden, maar ook het gft en papier niet meer bij het restafval gooit. Omdat bij bronscheiding gemeentes met de burger afrekenen per aangeboden container wordt een consument ook bewuster van al het onnodige verpakkingsmateriaal wat wordt aangeschaft. Nadeel is dat de invoeringskosten hoog zijn en het maar de vraag is of de consument altijd schoon en gescheiden de spullen aanbiedt. Gebeurt dat niet, dan kan een vervuilde lading niet gerecycled worden en betaalt de gemeente alsnog de verwerkingskosten. .  

Bij nascheiding is het voordeel dat een robot vaak het plastic beter scheidt dan de burger. De verwachting is dat die robots alleen maar beter worden. Het proces is veel simpeler en vergt minder organisatie en communicatie van gemeenten. Toch kunnen die robots het GFT en papier nog niet uit het restafval halen. Vervuilt papier is niet recyclebaar en GFT mag niet in aanraking komen met restafval. Als GFT in aanraking is gekomen met restafval kun je er geen compost meer van maken.

In november van vorig jaar stelde het college bij de vaststelling van het grondstoffenbeleidsplan voor om een start te maken met bronscheiding. Dit is volgens het college de beste manier om de hoeveelheid afval per inwoner naar beneden te brengen en daarmee de verwerkingskosten te reduceren. Ook wordt deze methode milieuvriendelijker geacht dan de methode van nascheiding. Burgers krijgen met dit voorstel een duidelijke prikkel om beter te letten op de hoeveelheid restafval die ze aanleveren.

Bij de vaststelling van het grondstoffenbeleidsplan in 2019 bleef het relatief stil in de raad. CDA koos ervoor om het stuk niet direct besluitvormend te laten agenderen, maar er nog een aantal vragen over te stellen in de oordeelsvormende fase. Na veel leeswerk over afvalscheiding en onderzoek naar ervaringen van andere gemeenten kwamen we tot de conclusie dat bronscheiding een beproefde methode is, maar dat nieuwe ontwikkelingen er ook voor kunnen zorgen dat die methode over een aantal jaar achterhaald is.

Samen met de VVD wilden we graag de optie voor nascheiding open houden. De wethouder gaf aan dat we in twee fases gaan proberen om de hoeveelheid afval per inwoner naar beneden te brengen. In de eerste fase richten we ons vooral op het principe van ‘goed scheiden loont’. Burgers krijgen naast de vaste afvalstoffenheffing een variabele opslag per aangeboden container restafval. Door goed te scheiden kunnen inwoners dus de kosten voor de variabele heffing laag houden.

In de tweede fase gaan we de infrastructuur aanpakken en moet de gemeente aanzienlijk investeren in ondergrondse containers. Op dat moment is het goed om de methode van bronscheiding te evalueren en bestaat er een mogelijkheid om toch over te stappen op nascheiding als de raad dit op dat moment wenselijk acht.

In de laatste vergadering van dit jaar moesten we als gemeenteraad het tarief vaststellen voor de afvalstoffenheffing van het komende jaar. Nu pas kwamen er ook uit diverse andere fracties vragen over het gekozen beleid. Bijzonder, omdat we dit beleid vorig jaar als raad unaniem hebben vastgesteld, met de toezegging dat er tijdig een evaluatie op de methode van bronscheiding komt. Verschillende fracties hebben echter het gevoel dat we die discussie nu over moeten doen, omdat ze naar eigen zeggen toen niet goed geïnformeerd zijn. In tegenstelling tot november 2019 is het CDA blij dat nu ook de oppositie in de wereld van de grondstoffen is gedoken. Bijzonder is nu dat het CDA van juist deze partijen het verwijt krijgt dat het zijn huiswerk niet heeft gedaan, terwijl wij juist vorig jaar veel tijd genomen hebben om tot een onderbouwd besluit te komen.

Als CDA hopen we dat het goed doordachte grondstoffenbeleidsplan gaat zorgen voor een afname van de hoeveelheid restafval per inwoner. In het verkiezingsprogramma spreken we over rentmeesterschap. We zorgen goed voor deze aarde en ons eiland, zodat we het netjes door kunnen  geven aan volgende generaties. Wanneer we in de toekomst voor grote investeringen staan zullen we opnieuw beoordelen of bronscheiding voldoende effectief is. U mag erop vertrouwen dat wij het dossier zorgvuldig blijven volgen.

Daniël Huising, fractievoorzitter CDA Goeree-Overflakkee

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.