Drank- en horecaverordening Hillegom vastgesteld

Afgelopen donderdag is de drank- en horecaverordening 2014 in de gemeenteraad behandeld. Ondergetekende heeft aangegeven dat de mening van het CDA over deze verordening gebaseerd is op de volgende uitgangspunten:

1.       Een evenwicht tussen de belangen van de commerciële horeca en de para commerciële horeca. Onder de laatste bevinden zich bijv. de (sport)verenigingen en sociaal culturele instellingen. Zoals bekend hecht het CDA erg aan een goed functionerend verenigingsleven, deze speelt een belangrijke rol in onze lokale gemeenschap. Dus geen oneerlijke mededinging maar wel genoeg kansen voor de para commerciële horeca. Dit zal naar onze mening ook niet zo snel gebeuren omdat wij denken dat de ‘klanten’ van de para commerciële horeca (over het algemeen) niet de klanten van de commerciële horeca zijn;

2.       De relatie met het alcoholmatigingsbeleid. Daarom terughoudendheid met alcohol tijdens de (sport) activiteiten voor de jeugd die over het algemeen in de ochtenduren, tot ongeveer 12.00 uur, plaatsvinden;

3.       Last but not least: de eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners. Er zijn (wettelijke) regels vastgesteld die bijv. regelen wanneer iemand alcohol mag kopen en nuttigen. Het CDA wil verder niet nog eens een heleboel aanvullende regels gaan stellen. Hier spelen de opvoeders een rol met betrekking tot hun kinderen en daarnaast de eigen verantwoordelijkheid in de bepaling van ‘wat is goed voor mij?’.

Het CDA Hillegom heeft, deels in samenwerking met de andere coalitiepartijen, belangrijke wijzigingen aangebracht in de voorgestelde drank- en horecaverordening. Een paar voorbeelden daarvan zijn:

-          Schenktijden van alcoholische dranken gekoppeld aan de activiteiten van de para commerciële instelling. Een uur vóór tot twee uur na de activiteiten en op zijn vroegst 12.00 uur (in verband met jeugdactiviteiten) en op zijn laatst 01.00 uur. Geen activiteiten, geen alcohol. Dus geen veel te ruime vast schenktijden;

-          Geen sterke drank bij activiteiten van sportieve aard;

-          Geen bijeenkomsten van persoonlijke aard zoals bruiloften en partijen bij de para commerciële instellingen in verband met oneerlijke concurrentie voor de commerciële horeca. Dit geldt niet voor speeltuingebouwen (zie hieronder).

Verder heeft het CDA zich sterk gemaakt voor het bekijken in hoeverre de drie speeltuinverenigingen dezelfde mogelijkheden kunnen krijgen met betrekking tot de verhuur van hun verenigingsgebouwen voor bijeenkomsten van persoonlijke aard als bijv. verjaardagen. Wij zijn van mening dat deze verhuur een functie heeft voor inwoners die financieel wat beperktere mogelijkheden hebben en zien deze verhuur niet als concurrerend voor de commerciële horeca omdat deze inwoners hun feestje waarschijnlijk nooit bij de commerciële horeca zouden vieren. Het CDA heeft samen met een aantal andere partijen het college van B&W opgeroepen hiermee aan de slag te gaan.

Ten slotte heeft het CDA het college opgeroepen een inventarisatie te maken van de geldende uitgegeven drank- en horecavergunningen. Het is nu niet duidelijk wie een volledige vergunning heeft en regulier/commercieel is, wie er gezien wordt als ondersteunende horeca en wat zij wel of niet mogen en wie er als paracommercieel gezien wordt. Op basis van deze inventarisatie kan bekeken worden of die beleid eventueel aangepast moet worden.

Het CDA is in ieder geval blij dat de drank- en horecaverordening (na een traject van ¾ jaar) is vastgesteld en dat zowel de commerciële als de para commerciële horeca hiermee goed uit de voeten lijken te kunnen.

Fred van Trigt