Motie CDA over de wisselwerking tussen gemeenteraden en gemeenschappelijke regelingen unaniem door gemeenteraad en college van B&W omarmd
De gezamenlijke ambtelijke organisatie van Hillegom, Lisse en Teylingen wordt ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling. Daarmee zet de gemeente de uitvoeringstaken van de ambtelijke organisatie op afstand. Dit kan spanning opleveren met de mate waarin de gemeenteraad zicht houdt en invloed heeft op wat er in deze gemeenschappelijke regeling gebeurt.
De gemeenteraad heeft al vaker geuit zich in onvoldoende mate betrokken te voelen bij die taken die de gemeente op afstand heeft gezet in gemeenschappelijke regelingen. Dat Hillegom daar niet alleen in staat blijkt zowel uit een rapport van de Raad voor het Openbaar Bestuur als een rapport van de rekenkamer Hillegom, Lisse, Noordwijkerhout. In zijn rapport ‘Naar een betere wisselwerking tussen gemeenteraden en bovengemeentelijke samenwerking’ geeft de Raad van het Openbaar Bestuur aan dat de wisselwerking tussen gemeenteraden en gemeenschappelijke regelingen voor verbetering vatbaar is en dat dit ook nodig en mogelijk is. Daartoe moeten alle betrokkenen bij deze samenwerking goed naar hun eigen rol kijken. Er worden aanbevelingen voor de rol van gemeenteraad, college van B&W, griffiers, besturen van gemeenschappelijke regelingen etc. gegeven om zo de betrokkenheid bij en grip op de gemeenschappelijke regelingen beter vorm te geven.
De CDA-fractie heeft bij monde van Fred van Trigt het college bij de behandeling van het bedrijfsplan HLT Samen opgeroepen een notitie te schrijven waarin zij aangeven hoe zij hun rol in de wisselwerking tussen gemeenteraden en gemeenschappelijke regelingen willen optimaliseren. Daarmee kan de raad niet alleen tijdig en over de relevante zaken geïnformeerd worden, maar tevens op het juiste moment in staat gesteld om mee te spreken en richting te geven aan het functioneren van een verbonden partij en, wanneer van toepassing, te maken beleid.
De door de CDA-fractie ingediende motie werd unaniem door de gemeenteraad aangenomen en ook het college van B&W omarmde de motie.