06 maart 2017

Prelude

Wie gelooft er nog in feiten? Door onze postmoderne blik op de wereld zijn we ervan doordrongen geraakt  dat we het vooral met beelden en interpretaties van de werkelijkheid moeten doen. Nederland zit volgens velen in een identiteitscrisis. De samenleving heeft behoefte aan een moreel antwoord op de vraag wie we zijn. Ook binnen het CDA constateert men dat de samenleving een ik-samenleving is geworden. In waarden en tradities ziet de partij een stevig fundament voor een gezamenlijke nieuwe toekomst, zoals ons volkslied, maar ook nationale en religieuze feestdagen als elementen die voor herkenning en verbinding kunnen zorgen. Het zijn kernwaarden en grondwettelijke vrijheden die overigens in alle verkiezingsprogramma’s terugkomen.

De verkiezingscampagne is inmiddels goed op gang gekomen. Het geweld op de sociale media is al een tijdje bezig met onder meer podcasts en vlogs. Maar ook reclamespotjes via televisie of  radio, ludieke filmpjes op internet, gebruik van Facebook, bilboard posters in de wei of traditioneel een affiche voor het raam thuis, verzin het maar. Politieke leiders hebben hun posities ingenomen en zien de tv-debatten als cruciaal onderdeel van de campagne. Strategieën liggen vast, de kernboodschappen ook en de oneliners zijn geoefend. Ze weten dat het niet alleen gaat om wát ze zeggen, maar dat overtuigingskracht en empathie minstens zo belangrijk zijn. Het is een bijzondere tijd, met een instabiele buitenwereld en een land op zoek naar identiteit.

Deze verkiezingen gaan goeddeels over ongrijpbare thema's als identiteit en normen en waarden; geen zaken die je makkelijk in geld of concreet beleid kan uitdrukken. Maar na 15 maart, als er wordt geformeerd, draait het vooral om de knikkers: welke keuzes maken partijen binnen de schaarse middelen die ons land rijk is?

Hoewel ik weet op welke partij ik op 15 maart ga stemmen was ik toch benieuwd of het Kieskompas en de Stemwijzer het ook wisten. Ik besloot daarom deze digitale hulpmiddelen voor de wankele kiezer te raadplegen. Het was eind februari, een stille winterochtend. In het avondjournaal was het al voorspeld. Sneeuw zou er vallen, vijf tot tien centimeter, in de loop van de avond en de nacht. Velen keken die avond al hoopvol naar buiten, verlangend naar de transformatie van het dagelijks bestaan. Bij het wakker worden was de wereld wit. De vers gevallen sneeuw voorzag de straten, de daken van de huizen en de takken van de bomen als een laatste bewijs van de winter. De witte neerslag maakte de sfeer betoverd en leek alle onrust en onzekerheid in de wereld te dempen. Kinderen gingen in een ontspannen sfeer sneeuwbalgevechten aan met voorbijgangers. En hoewel het nog koud was, was  in mijn hoofd het voorjaar al begonnen.

Ik zette koffie, luisterde naar het Requiem van Mozart en niets stond een moment van diepe politieke bezinning in de weg, toen ik het Kieskompas opende. Ik kreeg het wel benauwd van zoveel persoonlijke vragen, zoals: Op welke partij zou u nooit stemmen? Ik kon er onmiddellijk een paar wegstrepen, dus dat ruimde al lekker op. Daarna werd het lastiger: Voor of tegen een correctief referendum? Nou ja, meer voor een raadgevend. Of: Moet de overheid meer of minder geld gaan uitgeven? Actueel was ook deze vraag: Wat moet er met de AOW-gerechtigde leeftijd gebeuren en moeten de voorzieningen voor asielzoekers en mensen met een tijdelijke verblijfsvergunning in Nederland versoberd worden? Het boekwerk Keuzes in kaart van het Centraal Planbureau bood daarbij uitkomst. Het merendeel van de partijen liet de plannen doorrekenen en diende daarvoor een overzicht van harde euro's in bij de rekenmeesters. De politieke partijen gebruiken die data (en die van andere cijferaars, zoals het Planbureau voor de Leefomgeving) om in de laatste weken en dagen van de campagne de inhoudelijke verschillen tussen partijen weer te geven.

Na ruim een half uur had ik de eerste uitslagen binnen. Ik kon gerust zijn. Zowel bij Stemwijzer als Kieskompas kreeg ik advies om traditioneel te stemmen en kreeg ik clusters van gevestigde partijen te zien die veel beloven bij de komende kabinetsformatie.

Opgewekt na zo’n positieve uitslag fietste ik even later naar het gemeentehuis voor een regulier overleg. Met het windje in de rug kwam ik te vroeg aan, waarop ik besloot de piano te bespelen die sinds december vorig jaar uitnodigend voor passanten in de centrale hal staat. Een glimmend zwart instrument die eigenlijk alleen de kerstperiode kwam opfleuren, maar wegens succes nu mag blijven. Het was druk bij de balies van Burgerzaken in de hal. De meeste bezoekers zaten met een gehaast en verveeld gezicht ongemakkelijk voor zich uit te kijken. Terwijl ik de toetsen van het klavier beroerde met een geïmproviseerde prelude van Chopin, merkte ik het al gauw: zo’n piano is een instant sfeermaker. Vooral door de sociale pret die er omheen ontluikt. Even week de kilte in de grote hal voor een spontaan gesprekje, een verhitte discussie tussen twee wachtenden verstomde en er volgden zelfs gezellige onderonsjes tussen de wachtenden passanten. De fraaie akoestiek van de hal deed zelfs enkele wethouders en ambtenaren uit hun afgesloten werkruimten komen om ook te luisteren naar het klassieke recital. Na afloop oogstte ik spontaan applaus van het wachtende publiek en kwam er een enthousiaste mevrouw naar mij toe. Vleiend zei ze: “Meneer, uw muziek draagt bij aan het oplossen van conflicten in de samenleving, komt u morgen weer?” Het ontroerde mij en ik werd er zelfs een beetje verlegen van; maar zo’n spontane uitnodiging geeft een goede gelegenheid nog eens terug te komen in Lansingerland waar ik zoveel jaren met plezier heb mogen wonen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.