17 juni 2017

Motie Gratis Wifi voor iedereen in Lansingerland

Met deze kop dienden Leefbaar 3B en D66 in de Raadsvergadering van 15 juni een motie ‘vreemd aan de orde’ in. Aanleiding vormt een subsidieregeling die de Europese Commissie heeft gelanceerd met de naam WiFi4EU en is gericht op snel en gratis internet op drukbezochte opebare locaties (parken, pleinen bibliotheken, openbare gebouwen e.d.). Op de subsidieregeling kan een beroep worden gedaan volgens het principe ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’.  In de motie dragen Leefbaar 3b en D66 het college op om ervoor te zorgen dat op het moment dat deze subsidieregeling geopend wordt Lansingerland een aanvraag indient.

Alhoewel de motie sympathiek klinkt en een nader onderzoek naar mogelijkheden voor het aanbieden door de gemeente van Wifi beslist de moeite waard is, heeft het CDA de motie niet ondersteund. Wij vinden dat de motie te ver gaat en verwachtingen wekt, waarvan wij niet weten of wij die kunnen waarmaken. Immers, de subsidie vanuit Europa is eenmalig geldt alleen voor maximaal 100% van de zogenaamde projectkosten. De beheer- en exploitatiekosten vallen er sowieso buiten. Met andere woorden: ‘gratis’ is het dus niet en je zou ook bij een eventuele subsidieaanvraag goed moeten weten wat de (financiële) consequenties voor de gemeenten –en dus de inwoners- zijn. De opvatting van het CDA werd gedeeld door de VVD en WIJ Lansingerland.

In zijn reactie ondersteunde de portefeuillehouder (Simon Fortuyn) de kanttekeningen van het CDA en gaf de raad in overweging erop te vertrouwen dat hij met het vraagstuk voortvarend aan de slag  zou gaan, rekening houdend met het ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’ uitgangsput van de Europese Commissie. Leefbaar 3B en D66 handhaafden hun motie en na stemming werd deze aangenomen.

In een stemverklaring gaf Hans van der Stelt aan dat het CDA tegen de motie zal stemmen, maar het beleid en de aanpak van de portefeuillehouder in deze te ondersteunen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.