CDA-congres: Opluchting en vooruitkijken
Opluchting, dat zag je na afloop van het veelbesproken CDA-congres duidelijk op de gezichten van partijprominenten. Er was een positieve sfeer, men was op zoek naar het verbindende element van barmhartigheid en omzien naar elkaar. Eerst was er nog reflectie, introspectie, debat en discussies over inhoud en koers van de partij. De sfeer was optimistisch en energiek. Met een inhoudelijke frisse agenda kan het CDA uit het dal opkrabbelen is onder leden de brede consensus. ‘Ellende, verlossing en dankbaarheid, het is gelukkig ook tijd om weer vooruit te kijken’, zei Hugo de Jonge, onze demissionair coronaminister en greep daarbij voor een samenvatting van het CDA-congres terug op zijn protestantse wortels.
Verzoening
Na een politiek rampjaar was deze cruciale en spannende bijeenkomst goed verlopen. Ondanks alle kritiek en harde woorden voerde verzoening de boventoon bij de CDA-leden. Dat ging heel geordend, als uit een handboek voor relatietherapie. En dus mocht er eerst worden geklaagd, werden verwijten gemaakt en klonk er pijn en verdriet. Natuurlijk ging het ook over het vertrek van Pieter Omtzigt, want CDA’ers wéten wel dat hij niet terugkomt, maar voor acceptatie bleek het afscheid soms nog te vers. Het Twentse Kamerlid was zelf niet aanwezig. Fractieleider Wopke Hoekstra benadrukte zijn goede band met Pieter, maar wilde niets kwijt over zijn pogingen Omtzigt weer bij de partij te krijgen. Volgens een ingewijde ging het CDA daarin echter ver: Omtzigt zou veel vrijheid zijn beloofd, elke positie binnen de fractie was bespreekbaar en alle opties lagen op tafel.
Mildheid en genade
Hoekstra erkende dat het al meer dan een decennium schortte aan goede verhoudingen in de partij, maar zei dat het nu tijd was voor mildheid en genade voor elkaar. De partij snakt volgens de fractievoorzitter naar een periode van rust. Menig CDA’er was na afloop enthousiast over de toekomst van de partij, zowel de leden als de partijtop. Nu is het wachten wat er van alle ideeën en voornemens terecht gaat komen. Het eerste stapje zorgde voor voorzichtig enthousiasme. Veel CDA’ers vinden het een gemiste kans dat Hoekstra geen beloftes wilde doen over het tegenhouden van de wet voltooid leven. Als het gaat over medisch-ethische kwesties lijkt hij geen standpunt in te nemen. Het congres is wel duidelijk, maar de leider niet.
Leenstelsel een breekpunt
Een ruime meerderheid van CDA-leden, bleek zaterdag op het partijcongres, heeft niets te zoeken in een kabinet dat het leenstelsel in stand houdt. Als het aan de christendemocraten ligt, wordt het leenstelsel een breekpunt bij onderhandelingen. Vooral jongere sprekers stelden dat de partij het zich niet kan veroorloven wéér voor het leenstelsel te stemmen. ‘Dan hoeven we ons niet meer af te vragen hoe we jongeren aantrekken, want dan zijn we ze gewoon kwijt’, zei een prominent. Het partijbestuur had de resolutie vooraf ontraden. Dat gold eveneens voor de oproep ISIS-vrouwen en hun kinderen op te halen in Syrië: de Kamerfractie wil dat niet, het bestuur evenmin, maar een krappe meerderheid van CDA-leden sprak zich toch uit vóór het terughalen. Het CDA-congres steunde ook de resolutie dat de partij niet mag meewerken aan de ‘voltooid leven’-wet van D66. Hoewel dat signaal de onderhandelingen voor Hoekstra kan bemoeilijken, toonde hij op het congres toch enthousiasme voor regeringsdeelname. Hij ziet het als een dure plicht ervoor te zorgen dat er een nieuw kabinet komt en noemde nieuwe verkiezingen een brevet van onvermogen.
Samenvattend kan worden gesteld dat er voor het CDA weer hoop is. Misschien heeft dat met onze christelijke achtergrond te maken: strijden voor hoop, want zonder hoop is er geen toekomst.