De vulpen
Vorige week kwam ik in de wandelgangen van de Tweede Kamer een CDA-fractielid tegen die er ontsteld uitzag. ‘Is je fiets gestolen?’, vroeg ik. ‘Nee’, zei hij, ‘iemand heeft zich over mijn vulpen ontfermd’. Hij begon te jammeren: hoe lang hij het ding al had, hoe goed het in de hand lag en wat hij er in de loop der jaren mee had geschreven: CDA-beleidsprogramma’s, sollicitaties, persoonlijke brieven, concept amendementen, moties, campagnetoespraken, noem maar op.
‘Wat voor merk is het?’, vroeg ik belangstellend. ‘Een Mont Blanc, zwart met koperen ringen’, zei hij verdrietig. Hoeveel heeft hij gekost? Dat wist hij niet meer, maar hij was ontroostbaar. Vreselijke dingen voorspelde hij degene die zijn Mont Blanc had meegenomen. ‘Ik begrijp het’, zei ik meelevend. Zelf kreeg ik ooit jaren geleden een fraaie Waterman voor mijn verjaardag: Een Carène Deluxe met een fijne pen punt. Gemaakt in Frankrijk, het belichaamt een Parijse stijl, met gratie en elegantie. Een technisch wondertje dat ik niet graag kwijt zou raken. Het stemt mij telkens weer melancholiek hoe de inkt een woord op het papier zet.
Capillaire systeem
Louis Edson Waterman uit Chicago vond in 1883 de werking van het capillaire systeem uit. Dat zorgt ervoor de dat inkt die in een vulpen zit op een gelijkmatige manier bij de pen punt komt en zo zorgt voor een soepel en gelijkmatig schrift. De Waterman Pen Company was geboren en door het uitbrengen van nieuwe producten en marketingtechnieken werd het de grootste producent van schrijfwaren. Een van de hoogtepunten uit de geschiedenis van Waterman lag in de jaren 20 van de vorige eeuw. Een groot aanbod van nieuwe modellen, materialen en creativiteit op marketinggebied zorgde voor een constante stroom van aandacht. Pennen verzamelaars geven grote bedragen voor vulpennen uit die tijd, zoals de Patrician en de Hundred years modellen. Uiteindelijk is de Franse tak van de Waterman Pen Company overgebleven als moederbedrijf van de pennenfabrikant.
Lunch
De volgende dag ontmoetten het CDA-fractielid en ik elkaar voor een lunch in een restaurant in de Theresiastraat, nabij het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken, het huidige onderkomen van het parlement. Hij keek heel opgewekt. ‘Kijk eens wat ik hier heb’, zei hij en pakte een vulpen -merk Mont Blanc - uit zijn binnenzak. Gisteren gekocht voor 275 euro. Als ik de dief tegenkom zal ik hem mijn nieuwe vulpen laten zien. Dan komt hij natuurlijk met mijn oude aan, verkoopt een paar slappe smoesjes en wil de pen teruggeven. Dan kijk ik hem scherp en langdurig aan en zal zeggen: ‘Nee! Hou die pen! Ik zal aangifte doen wegens diefstal en dat zal je leren een pen van iemand anders mee te nemen’.
Het leek me een harde maatregel.
Onverwachte ontwikkelingen
Een paar dagen later zag ik hem weer in het restaurant van de Tweede Kamer. ‘En’? vroeg ik benieuwd, ‘zijn er nog ontwikkelingen?’ ‘Ja’, lachte hij, ‘onverwachte. Ik was een fractielid tegengekomen. Die had van de ontgoocheling gehoord. Hij had in zijn binnenzak gegrepen en daar, zonder een woord te zeggen, twee Mont Blancs uitgehaald. Toen er een aangereikt met de woorden: ‘Hier, dit is de jouwe’.
In het daaropvolgende gesprek waren alle bedenkingen weggenomen. Want wat was er gebeurd? De gedoodverfde vulpendief was toevallig ook z’n Mont Blanc kwijtgeraakt, toen hij die van zijn CDA-collega zag liggen en had gedacht: Dit is natuurlijk mijn Mont Blanc. In de veronderstelling dat hij volkomen rechtmatig handelde, had hij de vulpen in zijn zak gestoken. Maar bij thuiskomst merkte hij dat zijn pen in een ander colbert zat en had hij er opeens twee!
‘Wat heb je gedaan?’, vroeg ik. ‘Ja’, zei hij. ‘Voor vulpennen koester ik gevoelens die ik niet onder woorden kan brengen. Natuurlijk geloofde ik hem op zijn woord. Ik schaamde mij zelfs dat ik hem had verdacht. Maar een vulpen die een week in andermans zak heeft gezeten is voor mij een vreemde geworden. Die wil ik niet meer. Mijn oude pen heb ik aan een ander Kamerlid gegeven, een neutrale derde. En ik heb een nieuwe, die heel goed schrijft’!