Gemeentefinanciën onhoudbaar?
Gemeentefinanciën onhoudbaar?
De samenleving zat de afgelopen maanden op slot en de economie draaide op halve kracht. Ondertussen is er sprake van een belangrijke versoepeling en zit het tempo nu echt in de vaccinatiecampagne. Het Rijk besteedde tientallen miljarden om de boel overeind te houden. Het was balanceren op het slappekoord. Volgens het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) is het geldgebrek bij gemeenten zo nijpend, dat het een bedreiging vormt voor het aanpakken van de landelijk gestelde prioriteiten op het gebied van woningbouw en de energietransitie. Voor Lansingerland worden de debatten over de Kadernota, die volgende week, verschijnt spannend. Hierin staat de financiële prognose voor de gemeentelijke inkomsten en uitgaven gedurende de komende vier jaar. Uitgegaan wordt van een tekort van 2.5 miljoen op de gemeentebegroting. De Kadernota staat op de agenda van de commissie Algemeen Bestuur van 23 juni en de raad van 8 juli.
Dalende reserves
Van gemeenten wordt veel verwacht op beleidsterreinen als jeugdzorg, energietransitie en woningbouw. Maar vrijwel allemaal hebben ze daar te weinig middelen voor. Zo zag in de periode 2015 – 2019 meer dan de helft van de gemeenten de reserves dalen. In 2018 bedroeg het tekort van de gezamenlijke gemeenten 200 miljoen euro. Een jaar later was dit al opgelopen tot 765 miljoen euro en had 63 procent van de gemeenten een financieel tekort. In Lansingerland wordt dit in belangrijke mate veroorzaakt door de te lage rijksbijdragen in de kosten van uitvoering van de Jeugdzorg en van de WMO. Bij de WMO speelt vooral de komst van het zogenaamde abonnementstarief een rol. Hierdoor kunnen ook mensen met een relatief hoog inkomen een beroep doen op WMO-voorzieningen zoals huishoudelijke hulp en woningaanpassingen. Daarnaast is ook de lage uitkering uit het gemeentefonds van belang. Dat wordt veroorzaakt door de relatief lage uitgaven die Lansingerland doet aan maatschappelijke ondersteuning en aan uitkeringen en ook aan het hogere inkomstenpotentieel als het gaat om de OZB.
Opschalingskorting
Zelfs het rijk erkent volgens het onderzoekinstituut dat de groei van het gemeentefonds al tien jaar achterblijft bij de ontwikkeling van de inflatie en het volume van de taken die gemeenten met die uitkering uitvoeren. Dat is nog verergerd door de zogeheten opschalingskorting op het gemeentefonds, die vanaf 2015 oploopt tot 1 miljard euro structureel. Dat bedrag zouden gemeenten moeten kunnen besparen door te fuseren tot megagemeenten. Door die grote herindelingsoperatie ging in een vroeg stadium echter al een streep, maar de kabinetten Rutte hielden wel vast aan die korting. Een ander probleem speelt bij taakoverdrachten van het rijk naar gemeenten, waarbij onvoldoende middelen zijn meegegeven. Alleen al aan jeugdzorg geven gemeenten 1,7 miljard euro per jaar meer uit dan zij van het rijk ontvangen, zo werd onlangs becijferd. Een lichtpuntje is dat de arbitragecommissie volgens RTL Nieuws besloten heeft om het rijk op te dragen om aan gemeenten volgend jaar 1,9 miljard euro extra voor de jeugdzorg te verstrekken. In 2023 en 2024 wordt er jaarlijks 1,6 miljard euro extra aan gemeenten toebedeeld. Daarna lopen de extra budgetten langzaam af tot 800 miljoen euro in 2028.
Roofbouw
Dat de rek er financieel uit is blijkt uit het feit dat veel gemeenten fors hebben ingeteerd op hun reserves, hun belastingen hebben verhoogd en nu hun begroting optisch sluitend maken door de afschrijvingsduur van bezittingen te verlengen en door de kosten van het vervangen van bestaande voorzieningen slechts gedeeltelijk te begroten. Zo wordt roofbouw gepleegd op de eigen organisatie en hebben gemeenten nauwelijks nog het vermogen om tegenvallers op te vangen. De precieze omvang van de financiële problemen van gemeenten is lastig te meten. Het aantal gemeenten onder preventief toezicht van de provincie zegt bijvoorbeeld weinig. Bij onvoldoende rijksmiddelen accepteren provincies dat gemeenten hun begroting met kunstgrepen sluitend maken. Zo staan zij momenteel toe dat meer dan 70 procent van de gemeenten nog niet toegezegde rijksgelden voor de jeugdzorg als inkomsten boeken.
Artikel 12
Gemeenten in zware financiële problemen kunnen in theorie een beroep doen op een noodfonds, de zogeheten artikel 12-steun. Dat vangnet werkt echter alleen bij incidenten. Maar doordat deze steun ten koste gaat van andere gemeenten, kan een sneeuwbaleffect ontstaan wanneer de gevraagde steun omvangrijk wordt. Gemeenten die het nog net redden komen dan in problemen doordat hun gemeentefondsuitkering daalt. Net als elke verzekering kan artikel 12 losstaande incidenten verwerken, maar geen systeemfouten. Natuurlijk zou de rijksoverheid de kosten van artikel 12 in geval van nood kunnen overnemen. Maar volgens COELO moeten we het zover niet laten komen. Wanneer bailouts (overheidsinterventie om een faillissement te vermijden) weer normaal worden, zoals in de jaren zeventig en tachtig, ondermijnt dit de budgetdiscipline. Eigenlijk ziet het onderzoekinstituut maar een oplossing: bij de formatie moet er meer geld worden uitgetrokken voor gemeenten. Hoeveel is echter de vraag, want een fundamenteel probleem is dat er een mechanisme ontbreekt om af te wegen hoeveel geld het Rijk over heeft voor taken die gemeenten in hun opdracht uitvoeren.
Voordeelgemeente
Het pas later structureel afdekken van de tekorten heeft het voordeel dat dan afgewacht kan worden hoe het nieuwe kabinet denkt om te gaan met de uit de hand lopende jeugdzorg en WMO uitgaven, wat de sociaaleconomische gevolgen van corona zullen zijn en ook hoe de herijking van de inkomsten vanuit het gemeentefonds zich zal ontwikkelen. In het voorstel dat bij de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) ligt voor advies, staat dat gemeente Lansingerland een voordeelgemeente is. Lansingerland krijgt dan 13 euro per inwoner meer (en dat betekent ongeveer 800.000 euro structureel). Kortom, er zijn nu nog zoveel onduidelijkheden dat het niet slim is om nu al aan het bezuinigen te slaan op de gemeentelijke voorzieningen.