25 september 2018

Het koffertje

De Troonrede van de afgelopen derde dinsdag in september was de zeventiende keer in de laatste 55 jaar dat een nieuw kabinet haar jaarlijkse plannen voor het eerst presenteerde. De openingszinnen van de Troonrede klonken alsof we waren beland in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Met oubollige taal werd een toon gezet, maar niet bepaald een waar veel muziek uit klinkt.

Jaar in, jaar uit kraakt de oppositie de kabinetsplannen, die worden ontvouwd op Prinsjesdag. Het is Haagse folklore. Ook nu weer waren de rapen gaar, zelfs al voordat de stukken werden gepresenteerd. Bedrijven worden meer gematst dan burgers, was de teneur van de kritiek nadat de Miljoenennota weer eens voor de zoveelste keer was uitgelekt.

Prinsjesdag is niet meer wat het is geweest. Ogenschijnlijk is er weinig veranderd aan het oude ritueel waarmee al meer dan tweehonderd jaar het parlementaire seizoen in Den Haag wordt geopend. Maar wie in de oude doos bladert, kijkt verrast op. Je ziet de huidige premier toch niet de voorzitter van de Verenigde Vergadering in een ambtskostuum begroeten zoals zijn verre voorganger Hendrik Colijn in 1935? Toch heeft zo'n kledingstuk wel iets, maar het is helaas niet meer van deze tijd.

Sinds de jaren zeventig is de aandrang van de oppositie om met groots vertoon het politieke Binnenhofbal te openen er niet minder om geworden. Lang niet altijd oogt dat even fraai. De alsmaar groter gegroeide media-aandacht voor de algemene beschouwingen nodigen vaak uit tot gewichtigdoenerij. En toch: prijs de parlementaire democratie waarin de oppositie in het belangrijkste debat van het parlementaire jaar het hoogste woord mag voeren. Dat mag, na alle pracht en praal van Prinsjesdag, ook best met wat theatraliteit.

Toch is er een fenomeen dat de tand des tijds heeft doorstaan: Het koffertje. Ieder jaar biedt de minister van Financiën op Prinsjesdag de Miljoenennota en de Rijksbegroting in een koffertje aan de Tweede Kamer aan. Hoe is deze traditie eigenlijk ontstaan? De traditie van het koffertje op Prinsjesdag begon in 1947. Minister Lieftinck van Financiën wilde de eerste Rijksbegroting na de Tweede Wereldoorlog in stijl aanbieden aan de Tweede Kamer. Hij nam het gebruik van het koffertje over uit Engeland, waar die traditie al veel langer bestond. De minister kocht bij een leerhandel in Den Haag een eenvoudig bruin koffertje. Hier liet hij in goudkleurige letters de tekst ‘derde dinsdag in september' op aanbrengen. Al snel zijn de papieren letters vervangen door goudverf. Grappig detail: Het koffertje van Lieftinck zou nu omgerekend zo’n € 1,70 kosten!

In 1957 dreigde de traditie van het koffertje bijna verloren te gaan. Minister Hofstra nam toen de Rijksbegroting gewoon in zijn aktetas mee naar het Binnenhof. Een groep studenten bood de minister toen demonstratief een nieuw koffertje aan. Waar dat koffertje is gebleven weet niemand. Bij de volgende Prinsjesdag gebruikte de minister weer het echte koffertje om de Rijksbegroting aan te bieden.

Het huidige koffertje is sinds 1964 in gebruik. Het koffertje is gemaakt van geitenperkament en van binnen is het bekleed met blauwe zijde. De letters en het wapen van Nederland zijn met de hand verguld. Niet de hele Rijksbegroting past in het koffertje. Een deel van de stukken krijgt de voorzitter van de Tweede Kamer later uitgereikt. Het koffertje is een geschenk van de Staatsdrukkerij ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de drukkerij.

Op een traditierijke dag als Prinsjesdag is er soms ook ruimte voor vernieuwing. In 1999 werd de Miljoenennota aangeboden in een mini-koffertje op een cd-rom. In 2012 volgde ook een novum: De Miljoenennota werd aangeboden op een tablet met een Prinsjesdag-app.

Het koffertje van minister Lieftinck is tegenwoordig een museumstuk uit het Belasting- en Douanemuseum in Rotterdam. Toch is het originele koffertje uit 1947 nog een keer gebruikt tijdens Prinsjesdag in 2015. Het huidige koffertje was zonder verklaarbare reden (zonder inhoud) van de burelen verdwenen. De volgende dag lag het weer op het bureau van de verbouwereerde minister. Nooit is opgehelderd welke grapjas hiervoor verantwoordelijk was.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.