Kabinetsformatie
Het kabinet is al zes maanden demissionair en niets wijst erop dat haast wordt gemaakt in de formatie. Zes maanden geleden trad het kabinet Rutte-III af vanwege de zeer ernstige kindertoeslagaffaire. Twee maanden daarna waren de Tweede Kamerverkiezingen. We zijn het alweer bijna vergeten. Alleen al de zwaarwegende reden voor het aftreden van het kabinet in januari zou voor de politieke leiders aanleiding moeten zijn geweest om meteen na de verkiezingen alles op alles te zetten om snel tot de formatie van een nieuw kabinet te komen. Maar het tegendeel gebeurde. Na de verkiezingen was Den Haag eerst twee maanden met zichzelf bezig. Met onterechte manoeuvres om een met 350 duizend stemmen gekozen parlementariër op een functie elders te doen belanden en met geklungel van verkenners en gedraai van politici daarover, zoals ook bleek uit de ministerraadnotulen over de toeslagenaffaire. Harde woorden tegen met name de premier, waarbij D66-voorvrouw Sigrid Kaag er geen probleem in zag om hand in hand met de anders zo door haar verguisde blonde Geert op te trekken.
Halsstarrig
Resultaat van dat alles: vele maanden na de verkiezingen nog geen spoor van het begin van de echte kabinetsformatie. De door de Kamer benoemde informateurs Herman Tjeenk Willink en Mariëtte Hamer probeerden tevergeefs om vier of vijf partijen om de onderhandelingstafel te krijgen. Maar dat is tot op de dag van vandaag niet gelukt. Halsstarrig blijven partijen, die al lang hadden moeten onderhandelen over een regeerakkoord, elkaar op allerlei manieren uitsluiten. VVD en CDA willen niet met zowel PvdA als GroenLinks praten. D66 wil niet met de ChristenUnie (door Kaag een roestige auto genoemd). De ChristenUnie wil eigenlijk niet weer in een kabinet onder leiding van Rutte. En PvdA en GroenLinks klampen zich aan elkaar vast als een Siamese tweeling. Die situatie moet snel doorbroken worden. De zes genoemde partijen moeten nu alle blokkades loslaten en bereid zijn in iedere inhoudelijk kansrijke combinatie met elkaar om de onderhandelingstafel te gaan zitten. Informateur Hamer zou uiterlijk half augustus moeten bepalen welke partijen op basis van het conceptregeerakkoord van VVD en D66 met elkaar moeten gaan praten. Dat was de opdracht die deze partijen al maanden geleden van de Tweede Kamer kreeg.
Verscholen
Van dat gesprek tussen VVD en D66 hebben wij sinds 23 juni, toen de opdracht aan hen door de Kamer werd verstrekt, niets meer gehoord. Zitten zij als laatste bewoners van het Binnenhof ergens in de oude Kamergebouwen verscholen? Zitten zij in het Torentje, of zijn zij in de statige Trêveszaal met een concept bezig? Of zijn zij met respectievelijk VVD-bitterballen of D66-witte wijn vakantie aan de Côte d’Azur het vieren? De totale stilte gedurende bijna vijf weken is beschamend en doet de toch al tanende interesse van de gemiddelde man of vrouw in het land voor de politiek verschrompelen. En intussen benoemt het demissionaire kabinet rustig vier nieuwe bewindslieden en neemt, ook buiten het coronabeleid, de ene beslissing na de ander.
Ongenoegen
Het politieke klimaat is vergiftigd en steeds worden er blokkades opgeworpen. Er speelt ook een onuitgesproken ongenoegen over de samenleving mee. Sociale media maken anoniem schelden laagdrempelig. Nu alles met elkaar verbonden lijkt en niemand ontsnapt aan de pandemie, lijkt de wereld oncontroleerbaar. Dat creëert een gevoel van instabiliteit en kwetsbaarheid. De burger verlangt naar een sterke standvastige politiek en een goed functionerende overheid. Geregeld valt het begrip maatschappij-ontwrichtende gebeurtenis. De onderwereld knalt steeds vaker met putdeksel en al uit zijn riool om de bovenwereld te besmeuren. Maar als de overheid in gebreke schijnt te blijven, wordt de politiek het eerste doelwit. Zij krijgen een buitenproportionele portie afkeuring en gescheld over zich heen.
Huis ten Bosch
Uiterlijk half augustus moeten de door de informateur aangewezen partijen met elkaar gaan onderhandelen over een (beknopt) regeerakkoord. Half september zouden zij daarmee klaar moeten zijn. Uiterlijk begin oktober zou het nieuwe kabinet op het bordes van Huis ten Bosch moeten staan. Dat zou trouwens ook een minderheidskabinet kunnen en mogen zijn. Als dat niet lukt, hebben de verantwoordelijke politici gefaald en zit er niets anders op dan het uitschrijven van nieuwe verkiezingen. Hoe slecht en beschamend dat ook zou zijn.