Overheid en burger, komt het nog goed?
Het is weliswaar reces, de formatie is met zomerstop, maar achter de schermen is het druk. Wat binnenskamers wordt besproken blijft nog geheim tot half augustus. Alle opties zijn nog open. Ook de voorbereidingen voor het CDA-congres op 11 september zijn begonnen. Het congres zal onder meer gaan over de conclusies van de CDA-commissie die de gang van zaken rond de verkiezingen heeft onderzocht, alsmede de interne problemen van de afgelopen tijd en het opstappen van Kamerlid Pieter Omtzigt. Bestuur en partijleider kunnen verantwoording afleggen over de gebeurtenissen in het afgelopen jaar, de keuzes die er zijn gemaakt en de zaken die hierbij verkeerd zijn gegaan. Ook willen de leden zich kunnen uitspreken over de ontstane situatie en hoe daarmee om moet worden gegaan in de toekomst.
Politiek-bestuurlijke cultuur
Ook de kabinetsformatie gaat informeel in beslotenheid gewoon door. Twee vraagstukken domineren de vier maanden sinds de Kamerverkiezingen van 17 maart. Hoe komen we tot een andere, betere politiek-bestuurlijke cultuur en hoe komen we aan een nieuw kabinet?
Twee verschillende problemen, maar zij hebben een ding gemeen: de verbetering van de relatie tussen overheid en burger. De behoefte aan een andere politieke cultuur wordt gevoed door uiteenlopende kritiekpunten, waarvan een ambtelijk apparaat dat de menselijke maat uit het zich is verloren tot een regering met een doorgeschoten zucht tot controle. Maar er is een gezamenlijke noemer: het verlangen naar meer dualistische verhoudingen, waarin de controlerende taak van het parlement beter tot zijn recht komt.
Betere positie
Het uiteindelijke doel? De burger die van de overheid afhankelijk is voor ondersteuning moet een betere positie krijgen. Onrecht moet plaats maken voor recht. We weten allemaal hoe de problemen voor mensen zich hebben kunnen opstapelen. Het is het marktdenken van de afgelopen 10 tot 15 jaar dat lang niet altijd een werkende oplossing is. Burgers worden gezien als klant, de overheid als marktaanbieder van sociale voorzieningen. Er is vooral naar het kostenplaatje gekeken en er zijn kosten- en batenanalyses gemaakt. Het moest efficiënter en dus moest er worden bezuinigd. Zie hier: de participatiesamenleving. De overheid trok zich steeds verder terug uit het sociale domein en prees de fraudebestrijder. Het denken op de korte termijn en het zoeken van snelle oplossingen deed zijn intrede. Het evenwicht is uit het oog verloren en investeren in perspectief voor mensen vereist een lange termijnvisie. Het is vaak bepalend voor hun levensloop. Dat zie je ook in het onderwijs: we investeren in goed onderwijs voor iedereen en in ruil daarvoor krijgen we burgers die opgeleid zijn op hun eigen niveau. Zij nemen op de arbeidsmarkt elk hun eigen plaats in, als ze het tenminste zelf kunnen redden. Maar de mensen die wegens ziekte, een beperking of gewoon pech in het leven dat niet kunnen, kregen weinig sympathie de afgelopen jaren. Een beroep van hen op ondersteuning of een vangnet werd eerst langs de doe-het-zelfmeetlat van eigen kracht en zelfredzaamheid gelegd. Volstond die meetlaat niet dan was er nog altijd die van buren, kennis en vrienden. Er bestond zelfs een sociaal klinkend woord voor: samenredzaamheid. En daarmee werd niet gekeken naar het ontwikkelen van ieders mogelijke talenten.
Stress en onzekerheid
Waar dit toe leidt? Stress, onzekerheid, soms zelfs tot isolatie en eenzaamheid of tot angst om hulp te vragen van de overheid. Wie die ondersteuning van de overheid nodig heeft, denkt tegenwoordig wel drie keer na voordat hij/zij zich waagt aan een telefoontje of een bezoek aan de website van de overheid. Het effect dat mensen bang worden van de overheid kan niet de bedoeling zijn geweest. De overheid heeft de verantwoordelijkheid om te zorgen voor bestaanszekerheid van burgers die daar zelf niet toe in staat zijn. Diezelfde overheid heeft zichzelf in allerlei bochten gewrongen waardoor de burger uit zicht is geraakt. We zien de gevolgen bij de Toeslagenaffaire. De Landelijke Cliëntenraad (LCR) ontvangt nog dagelijks signalen van mensen die net zo hard tegen muren aanlopen of door diezelfde overheid in de steek worden gelaten. Mensen zijn niet meer bezig met hun ontwikkeling maar proberen te overleven binnen het systeem. De huidige patstelling in de kabinetsformatie biedt een uitgelezen kans het advies van de Staatscommissie parlementair stelsel in praktijk te brengen. Het motiveert om de komende jaren een vanzelfsprekende rol in het polderlandschap te verkrijgen voor iedereen die de overheid nodig heeft en hen perspectief te geven. Ons land en haar burgers is erbij gebaat dat het vertrouwen terugkomt. Het CDA denkt graag constructief mee, gevraagd en ongevraagd. Dat hebben ze bij de informateurs gedaan en dat zullen ze blijven doen.