Prinsjesdag 2021: politiek bestel in diepe crisis
De coronacrisis maakt dat Prinsjesdag ook dit jaar soberder is dan normaal. De Gouden Koets zal er niet zijn en de Ridderzaal blijft vanwege coronamaatregelen ook dit jaar leeg. De vorige week door het kabinet aangekondigde versoepelingen, komen te laat om de traditionele festiviteiten te redden. De draaiboeken voor Prinsjesdag worden altijd al maanden van tevoren gemaakt. Dat betekent dit jaar opnieuw geen rijtoer en balkonscène van koning en koningin met oranje massa’s in de Haagse straten.
Feest van de democratie
Als de leden van de Staten-Generaal na de Troonrede in de Grote Kerk driemaal hoera roepen voor de koning, eindigt een Prinsjesdag die in veel opzichten binnen de grenzen van het traditionele is gebleven. Er zijn trotse Kamerleden, in pak of met hoedje flanerend, aangegaapt door dagjesmensen. Er zijn borrels waarbij het feest van de democratie beklonken wordt en er is een Miljoenennota. CDA-minister Wopke Hoekstra heeft een primeurtje: hij is de eerste minister van Financiën die het koffertje met de Miljoenennota mag aanbieden in de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer. Maar los van de jaarlijkse rituelen en de beleefde vreugde zie je een politiek bestel in diepe crisis, zonder zicht op een aanstaande oplossing. In het oog springt de formatie die al ruim een half jaar doormoddert. De ene na de andere bewindspersoon treedt af, en zicht op een doorbraak in de formatie is er niet. Daardoor is het de vraag of er op tijd een nieuw kabinet is dat de begroting van 2022 nog serieus kan bijstellen. Er dreigt vertraging en stilstand en de ene na de andere optie tot een stabiele coalitie te komen is sinds half maart weggestreept. Over links lukte niet, over rechts niet en ook door het midden blijkt moeilijk. Terwijl de inhoudelijke verschillen tussen de zes partijen die tot nu toe met elkaar spraken volgens de informateurs overbrugbaar zijn. Verstoorde onderlinge verhoudingen frustreren de vorming van een stabiel bestuur. Als ook de minderheidsoptie onwerkbaar blijkt, lonkt een stembusgang die politiek leiders al hebben geduid als een nederlaag.
Verkruimeld
De Tweede Kamer is verkruimeld in minifracties die in pogingen te overleven permanent moeten vechten om aandacht. Een motie of amendement dient niet meer om het beleid effectief te beïnvloeden maar om het eigen standpunt te markeren. Tijd voor specialisatie en doorwrochte wetsbehandelingen is er steeds minder, partijen zetten hun schaarse tijd in om aandacht te krijgen en zo relevant te blijven. Politiek dreigt door die versplintering steeds machtelozer te worden, minder in staat om problemen op te lossen én om de gehekelde bestuurscultuur te veranderen. De symptomen van de crisis zijn talrijk. De structurele trends duiden op een langzame erosie van de band tussen kiezer en gekozene, zoals de afnemende ledentallen van politieke partijen en het dalende vertrouwen in politici en politieke instituties.
Cordon van adviseurs
Dit komt ook door het politieke gedrag van bewindslieden, het afgelopen jaar vaak als ‘bestuurscultuur’ samengevat. Het beeld regeert en de waarheid lijkt nogal eens een speelbal van politieke belangen te worden. Bewindspersonen worden omringd door een cordon van voorlichters en adviseurs van wie politiek-bestuurlijke sensitiviteit wordt gevraagd. Een in Den Haag gewaardeerde deugd die er nogal eens op neerkomt dat de minister beschermd moet worden. In die cultuur is het onvolledig of zelfs onjuist informeren van de Tweede Kamer allang geen uitzondering meer. Verandering van die cultuur is lastig en een pleidooi voor verandering lijkt soms een façade waarachter het oude gedrag kan voortleven. Die cultuur waarin waarden en moraliteit nogal eens ondergeschikt lijken aan spel-strategische afwegingen domineert Den Haag sterk. Woensdag en donderdag zijn de Algemene Politieke Beschouwingen, die gelden als het politieke debat van het jaar. Voor de echte oppositie, oftewel de partijen die niet gaan regeren, is het debat een mooie kans om af te geven op de trage formatie en de beleidsarme begroting voor volgend jaar.